'De Franstalige partijen hebben de N-VA in de kaart gespeeld' (Philippe Destatte)
Het 'compromis des belges' tussen Camille Huysmans en Jules Destrée in 1929: we houden op Vlaanderen te verfransen en Wallonië te vervlaamsen. En zo kwam de taalgrens van de jaren 1930 tot stand, die moest verhinderen dat het Nederlands in Wallonië rechten kreeg. De Vlamingen die massaal naar Wallonië waren getrokken, moesten zich aanpassen, willen of niet. "Als de Franstalige partijen nu de taalgrens in vraag stellen en Brussel willen uitbreiden, ondermijnen ze de grondvesten van het federaal België en van het compromis des belges", zegt Philippe Destatte, directeur van het Instituut Jules Destrée, die dit verontrustend vindt. "De vier taalgebieden moeten elkaar respecteren en niet proberen de grenzen in hun voordeel te verleggen." Hierna de tekst van een interview met Philippe Destatte, een heel andere klok dan van Milquet en Maingain.
Le Vif/L'Express van vrijdag 25 juni publiceerde een interview met Philippe Destatte, directeur van het Instituut Jules Destrée, onder de titel: "De Franstaligen hebben de N-VA in de kaart gespeeld." Samenvatting vooraan: Neen, de Vlamingen zijn niet verantwoordelijk voor de crisis. Walen en Brusselaars moeten hun lot niet aan elkaar binden. Philippe Destatte, directeur van het Instituut Jules Destrée, heeft een heel ander verhaal dan het dominante discours.
Inleiding tot het interview: "Er zijn geen Belgen, maar Walen en Vlamingen", schreef Jules Destrée in een brief aan de koning in 1912. Een eeuw later hangt het portret van de socialistische volksvertegenwoordiger op de eerste verdieping van het onderzoeksinstituut in Namen dat zijn naam draagt. "Een schilderij van Isidore Opsomer, een Antwerpse schilder, officiële portretist van Albert I", lacht Philippe Destatte, auteur van een referentiewerk over de recente Belgische geschiedenis (*), geschreven in samenwerking met Marnix Beyen van de Universiteit Antwerpen. "Het bewijs dat een Waal en een Vlaming zeer goed kunnen samenwerken," zegt hij nog.
Dan volgt het interview dat we hier in eigen vertaling overnemen, met toestemming van de auteur en van Le Vif.
Le Vif/L'Express : In Vlaanderen behalen de nationalisten nu bijna 50% van de stemmen. Moeten de Franstaligen beven?
Philippe Destatte : Ik denk het niet. N-VA knabbelt aan de kiezers van Vlaams Belang. Dat Vlaams extreem rechts ineenzakt, is eerder goed nieuws voor de Walen.
U vindt in het discours van N-VA geen agressiviteit tegenover de Walen?
In de tijd toen het Vlaams nationalisme belichaamd werd door de Volksunie, discussieerden bepaalde Waalse partijen met hun afgevaardigden. De verworvenheid van het Belgisch federalisme is deze traditie van de dialoog, voorafgaand aan een staatshervorming. Het Rassemblement Wallon heeft hier veel toe bijgedragen. Een beetje zoals de Volksunie omvatte deze partij zeer verschillende persoonlijkheden, mensen die men later terugvond in andere partijen, zoals Jean Gol, Etienne Knoops, François Perin bij de liberalen, Yves de Wasseige bij de PS, Paul Lannoye bij Ecolo, of nog Paul-Henry Gendebien bij de christendemocraten...
De verantwoordelijken van het Rassemblement Wallon en de Volksunie spraken met elkaar. In 1975 hebben senator Lode Claes (VU) en minister Robert Moreau (RW) samen een volledig project uitgewerkt om het communautaire contentieux te regelen. Deze discussies hebben het terrein voorbereid voor de andere partijen, hebben het mogelijk gemaakt tot akkoorden te komen over de principes van het federalisme.
U verwijt de Franstaligen deze traditie van dialoog met de Vlaamse nationalisten opgegeven te hebben?
Wat me opvalt, is dat men dikwijls alle schuld aan Bart De Wever (N-VA) en aan Alexander De Croo (Open VLD) geeft. Men vergeet hierbij dat de Franstaligen stellingen verdedigd hebben die onaanvaardbaar zijn in de ogen van de Vlamingen. Hun eis om Brussel uit te breiden en de taalgrens te herzien zet alles op de helling wat sinds 1889 werd onderhandeld, dit wil zeggen vanaf het ogenblik dat men begonnen is met de invoering van territorialiteit bij de hervorming van de staat. In 1889 voorziet de wet over het gebruik van het Nederlands in strafzaken dat in sommige gemeenten de Vlamingen hun taal zullen mogen gebruiken in rechtszaken. Vanaf die dag zal men zeggen: in Gent, Dendermonde, Kortrijk, spreekt men Vlaams. Voor het eerst trekt men de taalgrens. Sinds 1889 kan men zeggen 'Ik leef in Vlaanderen' of 'Ik leef in Wallonië'. De tweede belangrijke mijlpaal was het 'compromis des belges', in 1929.
Wat voorzag dit compromis?
Op het Vlaams grondgebied spreekt men Nederlands. Op het Waals grondgebied spreekt men Frans. En in Brussel zit men in een tweetalige logica. Dit compromis der Belgen, getekend door Camille Huysmans en Jules Destrée, is in feite een compromis van de Belgische socialisten. Maar de andere partijen zouden volgen. Anders geformuleerd zegt dit compromis het volgende: we houden op Vlaanderen te verfransen en Wallonië te vervlaamsen. In die tijd bestond de vrees dat de steeds talrijker wordende Vlaamse arbeiders in Wallonië hun taal zouden kunnen opdringen. De nieuwkomers hesen Vlaamse vlaggen in de staal- en steenkoolgemeenten. Ze kwamen met hun pastoors en organiseerden missen in het Vlaams. Temeer dat de onderwijswet toeliet overal Nederlandstalige scholen te openen wanneer een aantal vaders dat vroegen. Er zouden dus Vlaamse scholen bestaan in La Louvière of Seraing... De taalwetten van de jaren 1930 zullen hier een einde aan maken, en het principe van de taalgebieden bekrachtigen.
Brussel willen uitbreiden is dus het compromis der belgen in vraag stellen?
Maar natuurlijk! Behalve twee of drie twistpunten, zoals Voeren, is de taalgrens gebaseerd op een akkoord tussen Vlamingen en Walen. Door ze terug in vraag te stellen, hebben de Franstalige partijen de N-VA in de kaart gespeeld.
Joëlle Milquet (CDH), Olivier Maingain (MR-FDF), maar ook de socialisten Philippe Moureaux en Jean-Claude Marcourt hebben gepleit voor een 'continuum' tussen Wallonië en Brussel. Het zijn geen zonderlingen...
De corridor van Sint-Genesius-Rode, die Brussel zou moeten verbinden met Wallonië, werd reeds in de jaren 1970 voorgesteld door André Lagasse, een van de stichters van het FDF. Dankzij de handigheid van Olivier Maingain, werd deze idee, die aan het begin slechts verdedigd werd door een fractie van de FDF, overgenomen door heel het FDF, en daarna door heel de MR, en er wordt vandaag mee gezwaaid door de vier Franstalige partijen. Deze ontwikkeling verontrust mij. Want ze ondermijnt de grondvesten van het federaal België, volgens welke de vier taalgebieden - Vlaanderen, Wallonië, Brussel, Duitstalige gemeenschap - elkaar moeten respecteren en niet moeten proberen de grenzen in hun voordeel te verleggen. Men mag het federalistisch acquis niet in vraag stellen dat geduldig en moeizaam opgebouwd werd sinds het einde van de negentiende eeuw, zonder het gevaar te lopen heel het gebouw te doen instorten. De andere grote fout van de Franstaligen is de manier waarop ze Leterme vernederd hebben...
Leterme heeft de Franstaligen niet nodig gehad om te stellen dat het probleem BHV opgelost zou worden door 'vijf minuten politieke moed'.
Hij heeft flaters begaan. Maar we moeten toegeven dat aan Franstalige kant men hem op een schandalige manier heeft behandeld, terwijl het een man van de dialoog was. Door zo te handelen heeft men de CD&V verzwakt. En de N-VA versterkt.
U bent gekant tegen een toenadering tussen Brussel en Wallonië. Destrée parafraserend, zou u zeggen dat er geen Franstalige Belgen zijn? Dat er alleen Walen en Brusselaars zijn?
Dat is duidelijk. Men ziet dit voortdurend.
Walen en Brusselaars hebben geen gemeenschappelijke toekomst?
Het federalisme combineert een behoefte aan autonomie met een behoefte aan samenwerking. Samenwerking tussen Walen en Brusselaars heeft zeker zin. Evenzeer als samenwerken met de Vlamingen. Maar de verschillen proberen uit te wissen, dat zou een vergissing zijn. De Franstaligen sturen zonder ophouden deze boodschap: we moeten Wallonië en Brussel verenigen, zo zullen we met twee tegen een zijn, en is Vlaanderen de verliezer. Dit is een schadelijke boodschap. Hoe wilt u dat de Vlamingen Brussel respecteren, als men hen tezelfdertijd zegt dat men een federatie Wallonië-Brussel bouwt tegen hen? Opdat België een evenwicht terugvindt moet men dit alliantiespel tussen Wallonië en Brussel stoppen. En het volgende herhalen: het Brussels Gewest is niet Franstalig, het is Brussels! Het onderwijs moet geregionaliseerd worden. Dat zal het de Brusselse scholen mogelijk maken beter rekening te houden met de specifieke thema's die verband houden met de immigratie, en het zou hun leerlingen helpen tweetalig te worden.
In uw schema moet de Franse Gemeenschap verdwijnen?
Ja. De Franse Gemeenschap had een nut zolang het Brussels Gewest niet bestond. Vandaag is het een oorlogsmachine tegen de Vlamingen geworden, en een destabiliseringsfactor van België.
(Vertaling: Philippe Van den Abeele)
(*) 'Un autre pays, 1970-2000' door Marnix Beyen en Philippe Destatte, Editions Le Cri, 2009. Nederlandse uitgave bij Lannoo: 'Nieuwe geschiedenis van België - deel III, 1950-heden'.
Philippe Destatte is, naast algemeen directeur van het Instituut Jules Destrée, ondermeer professor aan de universiteiten van Paris-Diderot, Reims Champagne-Ardenne en Mons. Volledig CV hier ...
Website van het Instituut Jules Destrée
2 Comments:
Dit zal hem door de autochtone Franstalige Brusselaars niet in dank worden afgenomen. Die stemmen toch MR en FDF.
Hun electoraat is het stijgende aantal vreemdelingen en die lezen dit toch niet.
Gevolg, een uitgestoken hand aan BDW en een zet van Elio, in zoverre die tekst recent is.
Een verdere opmerking is de zeer grote tegenstellingen die in Le Vif gebracht worden, van rabiaat Brussels Francofoon tot nu dit.
Wat betreft mijn vorige commentaar, dat interview zal wel zeer recent zijn.
Een reactie posten
<< Home