4 juni 2010

De leiders spreken...

Vier hoofdredacteurs van Vlaamse kranten schrijven een stuk in La Libre, waarin ze de Franstaligen aanspreken met 'wij, de Vlamingen'. Zoals b.v.: 'wij zullen aan tafel gaan zitten met een groot pak eisen', of: 'Wat stellen wij voor?'. Hiermee werpen ze zich - ongevraagd - op als de leiders van 'de Vlamingen'. Zeer, zeer vreemd.

la Libre publiceerde van zaterdag 29 mei tot en met donderdag 3 juni '10 een reeks artikels onder de titel 'Waar hebben de Vlamingen schrik voor?' ('De quoi les flamands ont-ils peur?'). Over de inhoud hiervan heb ik het hier niet. Wel over het feit dat La Libre 'in het verlengde' van die reeks het woord geeft aan 'de belangrijkste editorialisten van het noorden van het land, in de vorm van een open brief aan de Franstaligen'. Aan het woord: Peter Vandermeersch (De Standaard), Liesbeth Van Impe (Het Nieuwsblad), Paul Geudens (Gazet van Antwerpen) en Luc Van der Kelen (Het Laatste Nieuws). In het rijtje ontbrak iemand die men hier zou verwachten: Yves Desmet van De Morgen. (Of hoort hij ook volgens LLB niet tot de 'belangrijkste'?...). Iemand van De Tijd ontbrak ook op het appèl. Men moet het dus stellen met wie een stuk publiceerde.

Wij, de hoofdredacteurs

'Wij geloven niet meer in de toekomst van België'. Met die titel startte Vandermeersch de reeks. In het artikel zelf gaat die zin als volgt verder: ".. omdat België niet meer werkt. De opeenvolgende staatshervormingen hebben het land omgevormd tot een ondoorzichtig kluwen dat met moeite bestuurbaar is." Volgens hem is een grondige verbouwing van het Belgische huis nodig: "De discussie die wij weldra met u zullen hebben zal niet gaan over de vraag of het wel nodig is deze staat te hervormen." En hij besluit met: "Als het mogelijk is in een hertekend België, zal het met plezier zijn. Maar als het moet, zal het zonder dit België zijn." (Zulke taal heeft hij nog niet gebruikt in zijn eigen krant, maar dat ter zijde).

Liesbeth Van Impe schrijft dat alle ogen ondertussen in Vlaanderen, Wallonië en Brussel op de N-VA gericht zijn. "Het is duidelijk dat dit de zaken niet zal vergemakkelijken." In het begin van haar artikel: "Wij kunnen er over akkoord geraken om te zeggen dat men nooit meer een dergelijke legislatuur moet beleven als deze." Maar in de twee kampen hebben hun politici die pogingen tot oplossingen moeilijker gemaakt: "Joëlle Milquet en Olivier Maingain bleken de kampioenen in ontoegeeflijkheid. Bart De Wever, en een tijd lang ook Yves Leterme, bleven kamperen op onrealistische Vlaamse posities". De vraag is dus volgens Van Impe of "wij er ons na 14 juni zullen kunnen aanzetten. We moeten eerst langs een verkiezingscampagne passeren, en dit is altijd een delicaat moment. Slot van haar artikel: "Dit land is onmogelijk te splitsen. De enige mogelijkheid om het zover te laten komen zou zijn alle politici verder te laten doen zoals ze sinds drie jaar bezig zijn. Laten wij hen die kans niet geven."

Paul Geudens weet te melden dat "onze vraag naar een verdere staatshervorming niets te maken heeft met een afkeer voor België of engeestige nationalistische gevoelens, maar in tegendeel alles met de zorg voor de toekomst". En dan ontvouwt hij een tienpuntenprogramma, na de vraag: "Wat stellen wij voor?" Daaronder een speciaal statuut voor Brussel, "une sorte de Washington DC, cogérée par la Flandre et la Wallonie". Willen de Vlamingen nu confederalisme of separatisme, vraagt hij retorisch. Het antwoord: "In feite vinden wij dat een steriele discussie. Proberen we eerst de Belgische staat gondig te hervormen... met een beetje goede wil in de twee kampen moet dit lukken... Geven we wat tijd aan de nieuwe structuren om te werken... En wellicht wordt de vraag of Vlaanderen en Wallonië onafhankelijke staten moeten worden dan overbodig."

Luc van der Kelen sluit de rij af. Daarin poneert hij, als volleert kristallenbolkijker: "Geen enkele Vlaamse partij zal nog aan een federale regering deelnemen zonder dat de grote lijnen van een staatshervorming in een regeringsakoord opgenomen zijn." Volgens hem zal en moet de zesde staatshervorming de laatste zijn: "Want wat na die zesde zou komen, zou niet meer België zijn. Het moet een grondige hervorming zijn." En hij geeft enkele voorbeelden: buitenlandse politiek, ziekteverzekering, strafwetboek moeten gezamenlijk blijven. Pensioenen moeten gesplitst worden, want wie ambtenaren aanwerft moet verantwoordelijk zijn voor zijn huidig en toekomstig inkomen." En hij besluit met: "België heeft nog een meerwaarde in Europa en daarbuiten. Het is het land waar de mensen altijd een weg vinden om samen verder te gaan, in wederzijds respect. Door overleg en het willen herzien van hun posities. Wij hebben dit in het verleden gedaan. En wij kunnen dit nog doen."

Wij, met een programma namens 'de Vlamingen'

Er staan natuurlijk zinnige zaken in hun artikels, maar daar heb ik het hier niet over. Wel over het feit dat die hoofdredacteurs in de WIJ-vorm spreken, over WIJ, de Vlamingen, waarvan zij zich de spreekbuis maken. Of moet men zeggen: zich als de leiders opwerpen? Toch heel vreemd als een hoofdredacteur zegt dat 'wij' straks een discussie met u zullen hebben, dat 'wij' akkoord zijn met dit of dat, dat 'wij' confederalisme of separatisme een steriele discussie vinden, 'wij' zoals in het verleden een oplossing zullen vinden. Deze zelfbenoemde leiders van de Vlamingen wenden zich in een open brief aan de Franstaligen, of zoals Vandermeersch zijn artikel begint, aan de 'chers amis du Sud du pays'. Als volgens Johan Sanctorum de Belgavox-artiesten de moderne dorpspastoors, of misschien maar misdienaars zijn, dan werpen die vier hoofdredacteurs zich op als de bisschoppen, of misschien wel de kardinalen van de Vlamingen om een 'Belgisch compromis' te vinden. Vandermeersch roept de Franstaligen op met een grondige hervorming akkoord te gaan om België te redden. Van Impe weet dat de Vlamingen in hun verpletterrende meerderheid geen separatisten zijn. "Ik herhaal het voor alle duidelijkheid nog eens: de Vlamingen zijn, in een verpetterende meerderheid, geen separatisten." En ze wil de Franstaligen ook gerust stellen: "Om duidelijk te zijn: dergelijke hervormingen veranderen niets aan de solidariteit, raken niet aan de fundamenten van de sociale zekerheid en zouden op geen enkele manier het bestaan van België in vraag stellen.. We moeten er in elk geval voor zorgen dat het federaal niveau niet verstikt." Maar voor haar zal N-VA de zaken niet vergemakkelijken.

Wat staat hier te gebeuren?

Ik krijg daar dus nog geen kop aan. In het boek 'Media en Journalistiek in Vlaanderen' behandelt Frank Thevissen de toenemende symbiose tussen het journalistieke en politieke milieu: "Door de verregaande journalistieke versmelting met de politieke elites is de politieke journalistiek stilaan gedegradeerd tot een macht binnen de macht en vormt ze niet de sterke, stabiele, autonome tegenmacht die ze zou moeten vertegenwoordigen. Het resulteert niet alleen in onkritische en schijnkritische journalistiek, maar draagt ook bij tot een niet te onderschatten cultuur van zelfcensuur en onderdanigheidsjournalistiek."

Mark Grammens in zijn recentste Journaal (3 juni '10, speciaal nummer rond de verkiezingen): "Zowat de hele pers, radio-tv, de vakbonden, de kerk, de akademische wereld in Vlaanderen, de kleinkunstscène, staan aan de zijde van de Franstaligen in hun strijd tegen het Vlaams independentisme, en daar is het streven naar confederalisme bij inbegrepen."

Bas Heijne, columnist bij NRC Handelsblad in De Standaard van 3 juni, over duiding en politieke analyse:" De analyse is allang onderdeel van het spel geworden. Iedereen wil meedoen. Tussen politici en degenen die hen dienen te beschouwen wordt de hele dag druk heen en weer getwitterd. De lijsttrekker van Groen-Links zit virtueel bij de hele politieke pers op schoot."

Betekenen die open brieven aan de Franstalige landgenoten dat de hoofdredacteurs er niet meer tevreden mee zijn dat de politici virtueel bij hen op de schoot zitten, maar ze zelf het voortouw willen nemen, zelf een programma willen verkondigen? Of is het toch 'slechts' hand- en spandiensten om België 'te redden'? Of is dit iets nieuws? En welke invloed zal het hebben op de redactionele lijn in hun eigen kranten? Zullen ze dit ook 'thuis' doortrekken, en niet meer berichten en duiden, maar alleen nog vanuit hun eigen programma de politiek verslaan? Zoals gezegd: ik kan het fenomeen en mijn verbazing vooreerst alleen maar melden. Anderen kunnen en willen er wellicht verder mee over nadenken?

De artikels in La Libre
- Peter Vandermeersch (De Standaard),
- Liesbeth Van Impe (Het Nieuwsblad),
- Paul Geudens (Gazet van Antwerpen)
- Luc Van der Kelen (Het Laatste Nieuws)

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>