De Belgicistische broeders
Marc Reynebeau en Paul Goossens: broeders in de strijd tegen de 'Vlaamsnationalisten'. Met valse argumenten als het hen past: het doel wettigt de middelen. Heet zoiets niet riooljournalistiek?
Enerzijds is er het stokpaardje van Paul Goossens voor meer overheidsingrijpen: er moet een 'globale tegenmacht voor het kapitalisme' worden opgericht. Anderzijds is er het stokpaardje van Marc Reynebeau: met alle middelen proberen de 'Vlaams-nationalisten' in een dubieus daglicht te plaatsen. Dat deed hij onlangs nog over het 'wonen in eigen streek', waarbij totale onkunde over het dossier samenging met verkeerde informatie. (Zie artikel 23.03.10: 'Reynebeau bakt het nog veel bruiner dan (ema)'). Het is natuurlijk zijn volste recht er een andere opinie op na te houden. Maar dan wel graag met correcte argumenten, en niet alweer, zoals vorige zaterdag, onder de mom van een 'essay' van 2 blz., dat een antwoord pretendeert te geven op de vraag 'Wat is in 's hemelsnaam confederalisme?', nog maar eens een onsamenhangend betoog tegen de 'Vlaams-nationalisten' te houden (DS, 5 juni '10). Hij krijgt hierbij ook steun 'ter linkerzijde', van Paul Goossens: "Als de linkerzijde zich in een confederaal, a fortiori separatistisch denken inschrijft, en allergisch is voor grensoverschrijdende solidariteit, omdat ze het gezellig wil houden en de publieke opinie niet tegen de haren in wil strijken, verloochent ze haar reden van bestaan, holt ze het geloof in een alternatieve crisisaanpak uit en degradeert ze zich tot een meeloper." Een sneer naar de Gravensteengroep. (DS, 5 juni '10). We bekijken hun stukken van zaterdag 5 juni '10 iets nader.
Nog een citaat van Goossens: "Voor de linkerzijde zijn economische crisissen zelden een electorale opsteker. Die traditie, zo laten de peilingen vermoeden, zal op 13 juni overeind blijven. De heel aparte logica van de kiezer blijft verbazen. Als dit land en deze regio met problemen zitten, is het niet alleen omdat de Belgische staatsstructuur een grondige opknapbeurt nodig heeft. Er is zoveel meer aan de hand. De calamiteiten waarmee de VS en Europa na het faillissement van Lehman Brothers geconfronteerd werden, hadden alles met de excessen van de financiële wereld en de banken te maken. Te veel vrijheid, te weinig regulering. Te veel markt, te weinig overheid."
Hij blijft dus bij zijn gebedsmolen dat de 'calamiteiten' veroorzaakt werden door de excessen van de financiële wereld, terwijl het net niet te weinig, maar te veel overheidsingrijpen en regulering waren die de calamiteiten veroorzaakten. Zie b.v. Johan Albrecht, Senior Fellow, in de Itinera Institute Nota 2009/26 'Crisis door vastgoedherverdeling? : "Andrew Cuomo, Staatssecretaris voor Huisvesting en Stadsontwikkeling onder Clinton, gaf Fannie Mae en Freddie Mac de directe opdracht om de ‘underserved minorities’ te voorzien van kredieten, en dit uit zogenaamde economische rechtvaardigheid. Tot overmaat van ramp wou Cuomo snel resultaten. Niet gehinderd door ervaring in de financiële of vastgoedmarkten, beval Cuomo dat 50% van alle leningen zou gaan naar mensen in achtergestelde woongebieden en met een laag inkomen. De subprime kredieten van Fannie stegen hierdoor van 1.2 miljard $ in 2000 naar 15 miljard $ in 2002. Om de grote risico’s van wanbetaling te beheersen, werden deze producten versneden en doorverkocht aan de rest van de wereld. Financiële spitstechnologie ter ondersteuning van het goede doel... Cuomo gebruikte ook zijn macht als regulator om de subprime-activiteiten van Fannie en Freddie mogelijk te maken. Hij schrapte enkele rapportageverplichtingen waardoor het voor buitenstaanders alsmaar moeilijker werd om de juiste risico’s bij Fannie en Freddie in te schatten. We kennen intussen de desastreuze gevolgen van dit als nobel verpakt initiatief ter correctie van de boze markt. Akerlof en Shiller stellen zich de vraag of het geven van een lening die wellicht niet terugbetaald wordt, al dan niet corrupt is. Corruptie is een te sterk woord maar het marktmechanisme werd gecorrumpeerd en dit loopt altijd slecht af. De lagere inkomens verloren hun huis eerst." Te weinig regulering, te weinig overheid? Goossens' aparte logica blijft verbazen...
Goossens' strijd tegen de krachten op het globale podium, maar voor het 'Europees belang'
Hij is droevig dat "de kans dat 13 juni voor een trendbreuk zorgt gering is", en het simplistisch, extreem kortzichtige Vlaamsnationale zal winnen: "De kreet dat minder België het beste, zo niet het enige recept tegen de crisis zou zijn, voedt hier veel illusies. Voor de Vlaamsnationale gedachte en actie is er slechts één crisis, de Belgische. Bijgevolg kan alleen een radicale herverdeling van nationale bevoegdheden en macht soelaas brengen. Het is een simplistische en extreem kortzichtige diagnose. In een globale wereld waar de uitdagingen grensoverschrijdend zijn, is een versnippering van politieke macht een absoluut foute remedie, want een vrijgeleide voor krachten die op het mondiale podium opereren. Al even problematisch is dat veel confederaal, a fortiori separatistisch denken, allergisch is voor grensoverschrijdende solidariteit."
Hij ziet hetzelfde drama van een niet aanslaande linkerzijde ook bij de Europese sociaaldemocratie: "Functioneren doet ze nauwelijks. Zeker, er zijn nog steeds socialistische eerste ministers, er is een grote socialistische fractie in het Europees parlement en bij tijd en wijlen verschijnen ronkende socialistische manifesten. Dat is het dan, want van een gecoördineerde aanpak en strategie is nauwelijks sprake. Als het echt om de knikkers gaat, is het ieder voor zich en moet het Europees algemeen belang bijna altijd voor het nationale wijken." Wat dat 'Europees algemeen belang' zou kunnen zijn, zegt hij er niet bij. Of is dat 'de fundamenten van het kapitalisme herijken, door een globale tegenmacht'? Een soort linkse EUSSR-regering die alles regelt, zoals in de goeie oude USSR-tijd? Waar zo een links beleid toe leidt, hebben we al minstens in Griekenland gezien. Maar dat zal ook wel de schuld van 'mondiale krachten' zijn zeker, en niet van lokale Di Rupo's?
Reynebeau op lokaal terrein
Waar voor Goossens een globale tegenmacht nodig is tegen elk nationalisme, beperkt Reynebeau zich tot het Belgisch nationalisme als tegenmacht voor het Vlaams-nationalisme. De Vlaams-nationalisten hadden het volgens hem "altijd moeilijk om precies te omschrijven wat ze willen. Zelfbestuur, autonomie, zelfstandigheid, het is snel gezegd, maar wat betekent dat juridisch en institutioneel? Niet alle flaminganten zijn nationalist en niet alle nationalisten zijn separatist. Om de Vlaamse eenheid te bewaren, zagen nationalistische woordvoerders zich altijd verplicht tot een wat verhullend en vaag taalgebruik. Dat veranderde met de oprichting van de N-VA als conservatieve, democratische erfgenaam van de Volksunie. Ze ‘ijvert voor een onafhankelijk Vlaanderen', aldus haar basisteksten uit 2001. De tijd van de vaagheid was voorbij... Voor de N-VA moet het onafhankelijke Vlaanderen een lidstaat van de EU worden, wat dus alleen kan als autonome, soevereine staat, los van België. Zelfs van een tussenfase met een Belgisch ‘confederalisme' is daarin geen sprake. België zou toch vanzelf ‘verdampen' en zijn bevoegdheden deels aan Europa en deels aan de deelgebieden doorgeven."
Toch moet hij, om de titel 'essay' enigszins te stofferen, er ook andere partijen bij betrekken. En dan blijkt dat het niet alleen de Vlaams-nationalisten zijn, behalve dus de N-VA, die het moeilijk hebben om precies te omschrijven wat ze willen zeggen met confederalisme: "Twee partijen, CD&V en Open VLD, hebben het confederalisme in hun statuten opgenomen. Ook zij creëren daarmee begripsverwarring, want voor hen is dat alleen een federalisme XL, waarbij nog meer bevoegdheden van het federale niveau worden overgeheveld naar gewesten en gemeenschappen. Ook de ‘copernicaanse revolutie' van minister-president Kris Peeters (CD&V) past daarin".
Dat met de N-VA de tijd van de vaagheid voorbij is, en er van een 'tussenfase met een Belgisch confederalisme' bij hen geen sprake is, kan hij moeilijk anders dan in zijn verder betoog te corrigeren: "Openlijk separatisme komt de N-VA slecht uit als ze haar potentiële electoraat, dat nu veel ruimer is dan alleen de overtuigde separatisten, wil mobiliseren. Met de confederalistische ommekeer van 22 april kan de partij voorwenden dat ze tot de mainstream behoort en niet radicaler is dan de klassieke partijen. De Wever: ‘Wij gaan naar deze verkiezingen met een eis die ook in het programma van CD&V en Open VLD staat: confederalisme'."
Nog eentje van Reynebeau, over die ommekeer van 22 april: "De verwarring begon op donderdag 22 april, toen premier Yves Leterme (CD&V) zijn ontslag aanbood. De Wever had zijn commentaar klaar: ‘De Vlaamse partijen moeten de handen in mekaar te slaan om de stap naar het confederalisme te zetten.' Qué? Confederalisme? Dat was nieuw." Nieuw? Reeds op haar Kortrijks congres in 2001 (!) had CD&V gekozen voor een confederaal model, met het zwaartepunt bij de deelstaten.
Reynebeau maakt er dan helemaal een chaotisch betoog van
Want volgens hem bracht al dat 'gepraat' over confederalisme zelfs de N-VA-achterban in verwarring. Hij haalt hiervoor ondermeer Jan Jambon aan, die bij de presentatie van het verkiezingsprogramma die verwarring zogenaamd moest wegnemen, door te verklaren: "Niet de Vlaamse onafhankelijkheid, wel het confederalisme staat centraal. Een gigantische stap in de richting van onafhankelijkheid." (DS 25.05.10). Veel verwarring kan er niet bestaan over de doelstellingen van N-VA op lange termijn, ook niet voor Reynebeau toch? Natuurlijk wel over de onduidelijkheid bij zowel CD&V, N-VA als VLD over het invullen van het begrip confederalisme op zich. Maar Jambon is duidelijk: wat het begrip confederalisme ook juridisch of volkenrechtelijk mag beduiden, hun confederalisme is een stap in de richting van onafhankelijkheid. Het is juist dat gepraat à la Reynebeau dat verwarring sticht. Minstens in de peilingen heb ik van mogelijke 'verwarring' niets gemerkt. Reynebeau probeert dan 'in schoonheid' te besluiten, met een vaag citaat van een niet nader genoemd 'trio VUB-professoren' dat het eind 2006 al niet meer kon aanzien. Hij citeert: "Men kan niet én voor confederalisme én tegen Vlaamse onafhankelijkheid zijn. De confederalisten en de separatisten willen eigenlijk hetzelfde: de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Nog erger is dat de bevolking niet correct wordt geïnformeerd over de ware implicaties van de 'legitieme Vlaamse eisen voor een confederale staat'."
Terwijl hij eerder in zijn artikel al over het begrip 'confederalisme' stelde dat het heel verschillende invullingen kan krijgen: "Landen kiezen structuren en instellingen niet volgens een theoretisch model, maar volgens hun noden. Daarom kunnen federaties ook best confederale trekken vertonen. Zo kunnen de Belgische gewesten en gemeenschappen, net als onafhankelijke staten, internationale verdragen afsluiten. Bovendien, anders dan in de meeste federaties, zijn de decreten van de deelgebieden (op de Brusselse ordonnanties na), niet ondergeschikt aan, maar gelijkwaardig met de federale wetten. Voorts versterkt de politieke praktijk – onder meer de afwezigheid van tweetalige partijen – die confederale trek nog, al blijft het wel een federaal model."
Als CD&V en VLD begripsverwarring creëren met hún confederalisme is dit blijkbaar niet zo erg, want (oef!..) ze bedoelen eigenlijk federalisme, en landen kiezen nu eenmaal structuren volgens hun noden, niet volgens een theoretisch model. Maar als N-VA dat woord gebruikt, moet hun verhullend en vaag taalgebruik aan de kaak worden gesteld, onder de titel 'Je moet de mensen niet bedriegen'. Zoals ik eerder schreef: men heeft met iemand als Reynebeau geen Le Soir meer nodig. Wat we zelf doen, doe we beter... Of minstens veel sluwer.
Riooljournalistiek
Tot slot: ik wil hiermee geen betoog pro N-VA houden. Zoals ik eerder schreef (in: 'Voor een federaal België: stem N-VA... (een strategische stem) ?') : ik heb geen affiniteit, laat staan enige band met deze partij. Ik heb ook mijn bedenkingen geformuleerd over de vaagheid van het begrip 'confederaal' dat CD&V, VLD en N-VA verschillend invullen, en geprobeerd te duiden wat het betekent, wat er volgens mij in hun programma op dat vlak ontbreekt, enz.. (Zie: 'Confederaal België? Onmogelijk. Of toch?').
Een columnist hoeft niet diep te graven, en kan best een stukje uit de losse pols schrijven als bladvulling tussen de reklame. En een 'europajournalist' of de schrijver van een 'essay', mogen best voor hun mening uitkomen. Maar onzin vertellen, er een potje van maken, alleen maar om mensen die een andere mening hebben belachelijk te maken en in een verkeerd daglicht te plaatsen, zij het de Gravensteengroep of de Vlaams-nationalisten, is dat niet het kenmerk van riooljournalistiek? (*)
Paul Goossens noemt zich 'Europajournalist'. Zijn column verschijnt tweewekelijks op zaterdag in De Standaard.
'De logica van de kiezer' (DS 5 juni '10)
Marc Reynebeau: ‘Je moet de mensen niet bedriegen' (DS 5 juni '10)
(*) Volgens Wikipedia: riooljournalistiek is een pejoratieve term waarmee we het maken, plaatsen en verspreiden van artikelen in dagbladen, weekbladen en andere periodieken aanduiden die niet zo zeer vanuit de echte journalistiek zouden zijn gemaakt, maar meer een samenraapsel zijn van roddels, ongefundeerde beweringen en halve waarheden.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home