Hoe het FDF muilkorven?
De zoveelste tirade van een prominente FDF-er tegen de Vlamingen: ze ontkennen de democratie en de mensenrechten, inclusief de rechten van de historisch nationale minderheid van Franstaligen in Vlaanderen. Als BHV gesplitst wordt 'zoals de Vlamingen het willen', betekent dit het einde van België. Maar natuurlijk niet, als in ruil het Brussels Gewest wordt uitgebreid. Het gaat dus alweer om gebiedsuitbreiding. Waarom willen ze nog hetzelfde land delen met die ontkenners van de democratie? (Georges Clerfayt: 'Omdat als België verdwijnt we allemaal armer zouden worden'..). Een kleine lenteschoonmaak in de Vlaamse regelgeving zou FDF en consoorten al een toontje lager doen zingen. Kan Vlaanderen niet ook het minderhedenverdrag goedkeuren? Dat kan het FDF definitief de mond snoeren.
Clerfayt senior leefde zijn Vlamingenhaat nog maar eens goed uit in een stuk in La Libre van 8 april '10: "als voor u de democratische waarden iets heiligs vertegenwoordigen dat in alle omstandigheden verdedigd moet worden, als u de rechten van de mens wilt laten eerbiedigen, waarvan de rechten van nationale minderheden deel uitmaken, dan mag u de belangstelling voor BHV niet laten varen!" Want, lezen we verder: "Wij, Franstalige Belgische burgers van de Brusselse periferie ondergaan sinds meer dan 45 jaar permanent ernstige ontkenningen van de democratie en van de eerbied voor de mensenrechten." Hij doet vervolgens een melodramatische oproep 'aan de Belgen': "wie geen voorstander is van het einde van de Belgische staat, een rechtstaat, een democratische staat, wie haar verdwijning weigert (die trouwens een verarming zou betekenen voor iedereen), moet zich in BHV interesseren. Als het u niet kan schelen dat de Vlaamse partijen de splitsing van BHV op hun manier opleggen, dit wil zeggen zonder uitbreiding van Brussel, dan trekt u zich bewust of onbewust niets aan van de toekomst van België". Zo simpel zit dat...
België gaat dus de dieperik in als BHV gesplitst wordt zonder uitbreiding van Brussel. Georges Clerfayt is een helderziende, die in zijn glazen bol het vervolg al kent. Of is hij een specialist in science fiction? Het vervolg is eigenlijk zelfs best grappig. Nadat dus BHV 'à la manière flamande' zou gesplitst zijn, worden de Franstaligen in de periferie gemuilkorfd, want de faciliteiten worden afgeschaft. Daarmee worden ze beroofd van hun fundamentele recht op een culturele identiteit, want de Franstaligen zijn een historische nationale minderheid in Vlaanderen. Daarna gaan de Vlaamse partijen de Franstaligen in Brussel muilkorven en in twee generaties vervlaamsen. En dan zal Brussel, dat de Vlamingen reeds tot hun hoofdstad uitgeroepen hebben, na de splitsing van BHV volledig ingesloten liggen (enclavé) in Vlaanderen, en dus afgesneden zijn van Wallonië. Zover zijn futuristische visie... Wat een drama dus voor de 'echte' Belgen! Want niets zal de Vlamingen nog tegenhouden te gepasten tijde de onafhankelijkheid van een Vlaamse staat uit te roepen. BHV is dus volgens Clerfayt een kapitale vraag voor België, dat geen België meer is als Brussel niet wordt uitgebreid, en de voertaal in Brussel terug Nederlands zou worden. Een variante op het oud bekende "la Belgique sera latine ou ne sera pas" (Charles Rogier). En een variante op de grote FDF verkiezingsaffiches in Brussel, bij haar eerste opkomst voor de verkiezingen van 1964: "Brüssel Vlaams,ça jamais'" (in gotische letters, met umlaut op de u).
Bij zoveel haat en misprijzen tegenover de Vlaamse 'landgenoten', zou men eigenlijk moeten wensen, voor de gezondheid van de 75 jarige Georges Clerfayt, dat die onafhankelijkheid er snel komt, en hij zich zo niet meer druk hoeft te maken over die muilkorvers die de mensenrechten met voeten treden. Hij haalt er alweer WO II bij: de verdedigers van zijn stelling zijn zoals de weerstanders tijdens de Duitse bezetting. Waar hebben we zo een soort vergelijking onlangs nog gehoord? Waarom wil hij er eigenlijk niet zelf een eind aan maken, aan België bedoel ik, zodat hij niet meer geassocieerd wordt met die verachters van de mensenrechten? Omdat Georges Clerfayt zelf in dat verachtelijke Vlaanderen woont. Hij was van 1984 tot 1995 voorzitter van het FDF en van 1971 tot 2003 volksvertegenwoordiger. Nu is hij nog schepen in Sint-Genesius-Rode en voorzitter van het comité van wijzen (?) van het FDF ('Président du Comité des sages'). Hijzelf kan niet echt beschouwd worden als deel van de zogenaamde historische (Franstalige) nationale minderheid in Vlaanderen, want hij is op 23 april 1935 geboren in het Franse Colleret (département du Nord, région Nord-Pas-de-Calais). Zijn zoon Bernard Clerfayt werd geboren in Ukkel, is titelvoerend burgemeester van Schaarbeek, en momenteel staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de Fiscale Fraude. (Naast Carl Devlies, CD&V, staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de Eerste Minister, en Staatssecretaris, toegevoegd aan de Minister van Justitie. Ook is er nog Didier Reynders, Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. Er ontbreekt alleen nog een staatssecretaris, coördinator van zowel het innen van de belastingen als van de aanpak van de fraudebestrijding).
Zijn artikel 'Marre de BHV!?'
Alle Vlamingen krijgen dus voortdurend op hun kop van het FDF en aanverwante fanatieke voorvechters van de francofonie. Er zijn twee punten die hen de wind uit de zeilen kunnen halen: Vlaanderen moet stoppen met zijn keizer-kosterbestuur, en mischien overwegen het 'minderhedenverdrag' goed te keuren.
Vlaanderen moet stoppen met een keizer-kosterbestuur
Dat is het eenvoudigste punt. 'Wonen in eigen streek', 'taalbereidheid' in de wooncode: weg ermee. Het zijn echt keizer-koster regels van een centralistische overheid die alles wil regelen. Met provinciale commissies, lastig vallen van notarissen, lijsten van gemeenten waar de maatregel van toepassing is en die om de drie jaar kunnen wijzigen, enz. Dat allemaal voor een maatregel die hoop en al sinds september vorig jaar leidde tot de behandeling van 169 dossiers om in aanmerking te komen voor een woning of perceel in woonuitbreidingsgebied, waarvan er elf werden afgewezen. Dat worden nog veel minder dossiers als het decreet gewijzigd wordt, en het nog alleen om nieuwe bouwgronden gaat in woonuitbreidingsgebied in 69 gemeenten. Bij honderdduizenden immobiliëntransacties jaarlijks verdwijnt dit aantal volledig in de afronding van eender welke statistiek. (Op immoweb alleen staan vandaag "121.375 panden in de aanbieding in België". Dat is één kanaal, en een momentopname). Moet men nu trouwens ook al decreten maken die op enkele tientallen of honderden personen van toepassing zijn?
Een taalbereidheidsregel in de sociale huursector die alleen wettelijk is als hij niet leidt tot taalkennis, omdat geen enkele resultaatsverbintenis mag worden geëist: schaf dergelijke rommel af. Voor goed bestuur. (Zie ook mijn artikels 'Vlaams Absurdistan: inspannings- versus resultaatsverbintenis' en 'open brief aan burgemeester De Waele', met links naar eerdere artikels hierover)
Er is geen Vlaamse regelgeving voor beide nodig. Eric Van Rompuy bevestigt dit indirect in zijn opiniestuk in De Standaard van donderdag 8 april: "In 2007 paste ik als schepen van Grondbeleid in Zaventem als eerste gemeente in Vlaanderen een gemeentereglement toe waarbij aan kopers van sociale kavels een taalvereiste werd gesteld.... Ook de Europese Commissie stelde ons vragen of die taalvoorwaarde geen onrechtstreekse vorm van discriminatie inhield op vlak van nationaliteit en vrijheid van vestiging. De gemeente Zaventem antwoordde uitvoerig op deze kritiek door onder meer te stellen dat deze maatregel kaderde in het sociale beleid van de gemeente waarbij gemeentelijke kavels aan de helft van de marktprijs ter beschikking werden gesteld van jonge gezinnen voor wie het wonen in eigen streek onbetaalbaar is geworden. Als tegenprestatie van deze financiële stimulus van de overheid vroeg de gemeente Zaventem een minimale kennis van de streektaal om in deze sociale verkaveling de sociale cohesie en de integratie te bevorderen." Men kan zoiets dus perfect op gemeentelijk niveau reglementeren.
Nog Van Rompuy, het slot van zijn artikel: "Ikzelf voer al 30 jaar strijd in de Vlaamse Rand voor het behoud van het Vlaams karakter. Respect voor de taalwetgeving blijft onze grootste troef. We moeten daarom voorzichtig omspringen met ons taalbeleid dat helder, duidelijk en doorzichtig moet zijn. Het debat van de jongste dagen wijst uit dat we ook onder Vlamingen klaarheid moeten scheppen en ik reken hierbij op de Vlaamse regering die als voogdijoverheid geen schemerzones mag laten bestaan. En dat men ook eens ophoudt met het opbod om de strafste Vlaming te zijn. Op dat vlak heb ik van niemand lessen te ontvangen."
Inderdaad, laat ons ophouden met het opbod om de strafste Vlaming te zijn. En laat de gemeenten doen wat ze nodig vinden. Als ze menen grond tegen de helft van de marktprijs te moeten verkopen, dat ze dit dan doen, uit hun budget, maar laat keizer-koster Vlaanderen dat niet allemaal in decreten en uitvoeringsbesluiten bepalen. En laat ook de gemeenten in hun sociale huisvesting de regels bepalen.
Als nevenwerking zijn we ook af van een regelgeving die misbruikt wordt om Vlaanderen fascistisch te noemen.
(In een artikel in La Libre van 7 april stelt Alexandre Defossez, assistent aan de rechtsfaculteit van de Luikse universiteit: "Wonen in eigen streek": pas contraire au droit européen .' Voor wat het waard is, maar het is eens een andere klok vanuit die universiteit..)
Het Minderhedenverdrag goedkeuren?
Het minderhedenverdrag (*) is slechts een Raamverdrag. De verdragsluitende partijen moeten de bepalingen ervan niet zonder meer toepassen, maar pas nadat zij hebben besloten hun wetgeving en het daaruit voortvloeiend beleid aan te passen en dit ook hebben gedaan. Het Raamverdrag definieert niet wat een nationale minderheid is. Elke lidstaat, ook al heeft hij het verdrag ondertekend en geratificeerd, kan dus zelf bepalen wat hij onder zulke minderheid verstaat. 15 landen die het verdrag hebben ondertekend, legden interpretatieve verklaringen of reserves af: België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Duitsland, Liechtenstein, Luxemburg, Macedonië, Malta, Oostenrijk, Polen, Rusland, Slovenië, Zweden en Zwitserland. Vrijwel al die verklaringen hebben gemeen dat het betrokken land de definitie „nationale minderheid” in de zin van het Raamverdrag slechts toepast op minderheidsgroepen die van oudsher op hun grondgebied wonen. Velen sommen gewoon de historisch bestaande nationale minderheid of minderheden op die onder het Raamverdrag vallen. Enkele stellen eenvoudig dat er in het betrokken land geen nationale minderheid bestaat in de zin van het Raamverdrag.
Wat googelen leert dat de Vlaamse politieke partijen onophoudelijk herhaald hebben dat de Franstaligen in Vlaanderen geen minderheid vormen in de betekenis van dit verdrag. Maar toch is men er blijkbaar niet helemaal gerust in, als dat wel het geval zou zijn, want men kan daar lezen: "De rechten die krachtens dit verdrag worden toebedeeld aan minderheid, zijn uitzonderlijk groot: op basis van dit verdrag zouden de Franstaligen overal in Vlaanderen eigen scholen en culturele instellingen mogen oprichten, subsidies eisen voor hun verenigingen, regionale TV-zenders kunnen opstarten en Frans kunnen spreken aan de balies van de gemeentehuizen. De eentaligheid van Vlaanderen zou definitief op de helling gezet worden, zodat we 80 jaar teruggesmeten worden in de tijd." (Bart Laeremans, Joris Van Hauthem, VB, 30.11.09) (**). In Gazet van Antwerpen: "De ratificatie van het Minderhedenverdrag zal tot gevolg hebben dat de faciliteiten voor Franstaligen niet langer beperkt blijven tot de zes randgemeenten rond Brussel, maar in heel Vlaanderen van toepassing worden. Tot dat advies komen acht Franstalige experts. N-VA-voorzitter Geert Bourgeois zegt dat hij de hand kon leggen op het advies. Hij roept alle Vlaamse partijen op om nog voor de verkiezingen aan de Franstaligen duidelijk te maken dat het Minderhedenverdrag onder geen beding zal worden goedgekeurd." (Gva, 13.05.03)
Wat houdt Vlaanderen tegen om, in plaats van te weigeren dit verdrag te aanvaarden, te verklaren dat men WEL het verdrag wil tekenen, mits toevoeging van een interpretatieve verklaring, zoals veel andere landen? Volgens prof. Matthias Storme kan die reserve "niet anders luiden dan dat men erkenning eist van het feit dat de bescherming van de verschillende nationale minderheden in België volwaardig gebeurt, en zelfs veel verregaander en effectiever dan in de kaderconventie, door voor elk van de drie taalgemeenschappen een eigen territorium te hebben erkend, naast de regeling van de tweetaligheid in Brussel-Hoofdstad en de autonomie in persoonsgebonden aangelegenheden voor beide gemeenschappen aldaar." (20 maart 2005: 'Teritorialiteitsbeginsel en minderhedenverdrag')
Op 23 juli 1997 bevestigde de Vlaamse regering haar standpunt: „Indien de federale regering en de regeringen van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap besluiten over te gaan tot de ondertekening van de kaderconventie over de bescherming van nationale minderheden, moet bij de ondertekeningsakte een reserve of interpretatieve verklaring worden gevoegd waarvan de strekking luidt: rekening houdend met het institutionele machtsevenwicht binnen de federale overheid en met het grondwettelijk kader inzake taalwetgeving kunnen de Nederlandstaligen en de Franstaligen in België, noch op het gehele grondgebied van het koninkrijk noch op een deel ervan, worden beschouwd als een nationale minderheid in de zin van deze kaderconventie over de bescherming van nationale minderheden.” (Bron: tijdschrift Secessie, nr. 5 2001)
"Kan Vlaanderen zich blijven onttrekken aan de mensenrechtelijke bescherming van minderheden op zijn grondgebied, en zo niet, hoe moet het dan verder met de bescherming van de homogeniteit van zijn taalgebied?" Dat was de vraag die professor Jan Velaers (Universiteit Antwerpen) stelde op het colloquium ‘Taaleisen, juridisch getoetst’ in de KU Leuven.... Uit het verslag van dit colloquium, door Guy Tegenbos (Nieuwsblad, 11 mei '09, met de titel: 'Velaers: Vlaanderen kan minderhedenverdrag niet blijven negeren'): "Het verdrag werd wel ondertekend, maar niet geratificeerd. België zou eerst een definitie van minderheid opstellen. En het is daarin nog niet geslaagd. Van Vlaamse zijde wil men daar niet van weten. De ondertekening van het Verdrag wordt geëist door de Franstalige partijen die daarmee extra faciliteiten willen afdwingen voor de Franstaligen die in Vlaanderen komen wonen en zich niet willen aanpassen aan (de taal van) de streek... Velaers relativeerde de kracht van het verdrag. Het schept geen rechtstreekse verplichtingen, maar stuwt in de richting van de aanvaarding van bepaalde rechten. (***) Maar het verdrag bepaalt niet wie een minderheid is. Dat de Duitstaligen in België een minderheid zijn, staat buiten kijf. De Franstaligen in België zijn zeker geen minderheid aangezien ze compenserende politieke rechten hebben gekregen. Dat zou ook kunnen gezegd worden van de Nederlandstaligen in Brussel, hoewel. De Franstaligen in Vlaanderen en de Vlamingen in Wallonië zouden eventueel kunnen worden beschouwd als minderheden. Een van de vragen daarbij is hoelang ze er al wonen... Velaers: ‘Ofwel ratificeert men het verdrag en dan mag men verwachten dat de Franstalige partijen ophouden te streven naar een wijziging van de taalgrens, ofwel blijft Vlaanderen vasthouden aan de homogeniteit van zijn grondgebied en dan mag het verwachten dat de internationale druk daarop zal toenemen en dat de interne druk op de taalgrens zal blijven bestaan’.... De studiedag leerde verder dat de taaleisen die Vlaanderen stelt doorgaans wel in overeenstemming zijn met de Belgische regels maar soms wel in een spanningsveld zitten met antidiscriminatieregels en met het groeiend internationaal recht, zoals ook het aspect minderhedenbescherming aantoont."
Dus stel ik de vraag: kan Vlaanderen het verdrag niet beter tekenen? Zou het niet een geweldige verbetering van ons internationaal imago betekenen, en ons afhelpen van het epiteton van 'geweldloos fascisme'? Moeten we ongeveer alleen in Europa achterblijven als een van de weinige landen die dit verdrag niet wil tekenen? Waarom niet het verdrag in het Vlaams parlement goedkeuren, met de interpretatieve verklaring dat de enige minderheid in België de Duitstaligen zijn. Net zoals Duitsland vermeld heeft dat de enige minderheid de Denen in het noorden zijn, en Nederland de Friezen als minderheid opnam? Verhofstadt had zoiets al voorgesteld in zijn 'Verslag aan Koning Albert II over de hervorming van de instellingen in het kader van mijn informatie- en formatieopdracht' begin 2008: "Een voorstel zou kunnen zijn om het Europees Kaderverdrag inzake de bescherming van de nationale minderheden definitief goed te keuren. Gelet op de bestaande beschermingsmaatregelen zoals de paritaire samenstelling van de regering, die mogelijks zou worden uitgebreid naar de Senaat, moet het mogelijk zijn om tussen beide grote Gemeenschappen een akkoord te vinden om enkel de Duitstaligen woonachtig in de Duitstalige Gemeenschap en de gemeenten uit het Malmedyse als nationale minderheid te definiëren." (Het is niet noodzakelijk verkeerd, als het van Verhofstadt komt..)
Als er geen akkoord op die basis mogelijk is, moeten we ook internationaal duidelijk maken dat er hier sprake is van misbruik van een internationaal verdrag om een expansiepolitiek met gebiedsverovering te voeren. Vlaanderen organiseert lessen Frans in zijn scholen, subsidieert zelf het Franstalig onderwijs in de zes faciliteitengemeenten, in heel Vlaanderen kan men naar minstens tien Franstalige TV-zenders kijken, Franstalige kranten en magazines kopen in de krantenwinkel, Franse boeken in de boekhandel, Franse boeken lenen in de bibliotheek, La Libre heeft een regionale editie 'Flandre', tweemaandelijks geeft APFF (l'Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre) 'Nouvelles de Flandre' uit (volgens hun website vandaag nog steeds 'Avec le soutien de la Commission communautaire française', de Brusselse COCOF, wat niet wettelijk is), Het CEFF (Centre d’étude des francophones en Flandre -SFV Studiecentrum Franstaligen in Vlaanderen) publiceert twee maal per jaar de periodiek FrancoFonie, er zijn 7 Franstalige scouts- en gidsengroepen in Antwerpen, 2 in Gent en 2 in Leuven, er is het Franstalig dagblad voor transport en logistiek Le Lloyd, in Vlaanderen kan iedereen zijn correspondentie met de federale administratie in het Frans voeren (ook zijn belastingsbrief krijgen, zie 'Faciliteiten afschaffen is ruim onvoldoende'). Ontbreekt daar iets aan, dat wel zou moeten als de Franstaligen als een beschermde minderheid worden erkend?
Ik nodig auteurs uit hierover te schrijven en in dialoog te gaan op Nieuw Pierke: onder welke voorwaarden kan Vlaanderen het verdrag tekenen, wie bepaalt eigenlijk welke minderheid beschermbaar is, welke consequenties heeft een aanvaarding van het verdrag, als de Franstaligen daadwerkelijk als minderheid beschermd zouden worden, wordt Vlaanderen dan echt tweetalig, heeft een minderheid recht op eigen onderwijs, een eigen TV-zender met overheidssubsidies, of loopt dat allemaal niet zo een vaart als het vandaag wordt voorgesteld? (**)
Moeten we niet uit alle internationale verdragen stappen?
Guy Tegenbos: 'De studiedag leerde verder dat de taaleisen die Vlaanderen stelt... soms wel in een spanningsveld zitten met antidiscriminatieregels en met het groeiend internationaal recht, zoals ook het aspect minderhedenbescherming aantoont'. Ten gronde moet men zich toch stilaan met de vraag bezig houden of we ons niet uit allerhande cirkels van internationaal recht moeten terugtrekken. Want de steeds verder uitdijende rechtspraak over een uitdijend aantal zogenaamde 'mensenrechten' wordt problematisch. Prof. van Dun: "Er zijn blijkbaar weinig dingen waar mensen geen recht op hebben. Zij hebben blijkbaar recht op ongeveer alles wat zij begeren, althans wat de stemmingmakende segmenten van de publieke opinie als 'goed' of 'politiek correct' bestempelen."
Als voorbeeld: op 21 september 2005 velde het Europees Gerecht van eerste aanleg van de Europese Unie een arrest dat de rechtsstaat én de democratie verder uitholt. De grond van de zaak betrof het aanslaan van gelden van personen die verdacht worden van banden met al-Qaeda. "Het Gerecht stelt vast dat volgens het volkenrecht de verplichtingen van de Leden van de VN krachtens het Handvest van de Verenigde Naties voorrang hebben boven alle andere verplichtingen, ook boven hun verplichtingen krachtens het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, en krachtens het EG-Verdrag. Die voorrang strekt zich uit tot de besluiten van de Veiligheidsraad." (Zie Storme: 'Europees gerecht holt rechtsstaat verder uit')
Persbericht van het Europees Hof in Luxemburg over deze zaak)
Die voorrang kan er toe leiden dat straks zelfs enige kritiek op eender welke godsdienst ook hier strafbaar wordt. In de Verenigde Naties maken sinds 1999 de moslimstaten (the Organization of the Islamic Conference – OIC) zich sterk voor de resolutie ‘Combating Defamation of Religions’. Hiermee willen ze dat kritiek op godsdiensten wordt gesmoord, en dat oppositionele meningen tegenover godsdiensten niet mogen worden geuit. In de loop van 2008 en 2009 hebben zij hun best gedaan om de resolutie bindend te maken. Landen zouden dan verplicht worden anti-blasfemie-bepalingen in hun eigen wetgeving op te nemen. Westerse landen hebben zich tot nu verzet tegen het onaantastbaar maken van beliefsystemen (mensenrechten zijn er voor mensen, niet voor geloofssystemen). Op 18 december 2009 is er bij de Verenigde Naties echter wel een resolutie goedgekeurd die de ‘defamation of religions’ betreurt. Een dergelijke betreuring heeft weinig directe gevolgen, maar ze kreeg wel veel stemmen pro: 80 voor, 61 tegen en 42 onthoudingen. Stel dat er uiteindelijk een meerderheid gevonden wordt in de VN om zoiets op te nemen in het Handvest van de Verenigde Naties. Dan zou men in dit land en in heel Europa wel strafrechtelijk kunnen veroordeeld worden omdat men kritiek uit op een godsdienst, en zou het Europees Hof in Luxemburg een klacht tegen een veroordeling moeten afwijzen, met exact de zelfde argumenten als in het arrest van 21 sept 05: "Het Gerecht stelt vast dat volgens het volkenrecht de verplichtingen van de Leden van de VN krachtens het Handvest van de Verenigde Naties voorrang hebben boven alle andere verplichtingen, ook boven hun verplichtingen krachtens het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, .."
Uitstappen uit al die internationale systemen? Het moet volgens mij ernstig overwogen worden.
Ook hierover nodig ik auteurs uit om te schrijven en in dialoog te gaan op Nieuw Pierke.
___________________________________________________________________________
(*) Het 'Kaderverdrag inzake de bescherming van de minderheden'
Het 'Kaderverdrag inzake de bescherming van de minderheden' (kortweg 'minderhedenverdrag' genoemd') van de Raad van Europa is gericht op een ‘positieve erkenning’ van etnische, taalkundige, religieuze en culturele minderheden op het grondgebied van staten en van deelstaten. Het kwam tot stand in 1995, na de val van het Ijzeren Gordijn. Het volgde op de vaststelling dat na grenscorrecties bepaalde bevolkingsgroepen, vooral in Centraal-Europa, afgesneden waren van hun oorspronkelijke staat of gemeenschap. Het bekendste voorbeeld is dat van twee miljoen Hongaren die toen tot Roemenië behoorden. De conventie moest die bevolkingsgroepen beschermen. Na bezoeken van de Zwitser Dumeni Columberg aan de Vlaamse Rand van Brussel (1998) en van zijn landgenote Lili Nabholz-Haldegger (2001), werd ons land evenveel keren gevraagd de tekst te ratificeren. Beide bezoeken kwamen er na een klacht van... FDF’er Georges Clerfayt. Tot nu hebben, volgens Wikipedia, Andorra, Frankrijk, Monaco en Turkije het verdrag niet getekend noch geratificeerd. Vier landen hebben het getekend, maar niet geratificeerd: België, Griekenland, IJsland en Luxemburg. Nederland heeft het verdrag in 1995 ondertekend, maar pas in 2005 geratificeerd. Nederland heeft aangegeven de Friezen als nationale minderheid in de zin van het verdrag te beschouwen. België heeft het verdrag in 2001 ondertekend, als gevolg van een politiek compromis bij de staatshervorming van dat jaar (het Lambermontakkoord). Het verdrag is nog niet door België geratificeerd, omdat eerst alle deelstaatparlementen (de gewesten en gemeenschappen) afzonderlijk het verdrag moeten goedkeuren. Ook moet nog overeenstemming worden bereikt op welke bevolkingsgroepen het verdrag van toepassing wordt verklaard. (Zie Wikipedia, ook in andere talen)
(**) Ik lees het verdrag anders
Als het van toepassing zou zijn in Vlaanderen op de Franstaligen, zouden dezen het recht hebben particulier onderwijs in te richten, zonder dat dit financiële verplichtingen meebrengt voor Vlaanderen. Franstaligen zouden het recht hebben hun minderheidstaal te leren, en binnen het kader van het onderwijsstelsel, voldoende mogelijkheden moeten hebben om de minderheidstaal te leren. Gezien Frans in alle Vlaamse scholen aangeleerd wordt, voldoen we vandaag al ruimschoots aan die voorwaarden. Zie de volgende artikels van het verdrag:
Artikel 13
1.Binnen het kader van hun onderwijsstelsels erkennen de Partijen dat personen die tot een nationale minderheid behoren het recht hebben hun eigen particuliere onderwijs- en opleidingsinstellingen op te richten en te beheren.
2.De uitoefening van dit recht brengt geen financiële verplichtingen voor de Partijen met zich mee.
Artikel 14
1.De Partijen verplichten zich ertoe te erkennen dat iedere persoon die tot een nationale minderheid behoort het recht heeft zijn minderheidstaal te leren.
2.In gebieden die van oudsher of in groten getale worden bewoond door personen die tot nationale minderheden behoren, streven de Partijen ernaar, indien er voldoende vraag naar is, ervoor zorg te dragen, voor zover mogelijk en binnen het kader van hun onderwijsstelsels, dat personen die tot deze minderheden behoren voldoende mogelijkheden hebben om de minderheidstaal te leren of om onderwijs in deze taal te krijgen.
3.Het tweede lid van dit artikel wordt toegepast onverminderd het leren van de officiële taal of het onderwijzen in deze taal.
(***) Het verdrag voorziet geen sanctie bij de niet naleving
TITEL IV
Artikel 24
1.Het Comité van Ministers van de Raad van Europa ziet toe op de uitvoering van dit Kaderverdrag door de Verdragsluitende Partijen.
2...
Artikel 25
1.Binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit Kaderverdrag voor een Verdragsluitende Partij zendt deze aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa volledige informatie over de wetgevende en andere maatregelen die zijn genomen om uitvoering te geven aan de in dit Kaderverdrag neergelegde beginselen.
2.Daarna zendt elke Partij aan de Secretaris-Generaal, periodiek en telkens wanneer het Comité van Ministers hierom verzoekt, alle overige informatie die van belang is voor de uitvoering van dit Kaderverdrag.
3.De Secretaris-Generaal zendt de ingevolge dit artikel toegezonden informatie door aan het Comité van Ministers.
Artikel 26
1.Bij de beoordeling van de toereikendheid van de door de Partijen genomen maatregelen om uitvoering te geven aan de in dit Kaderverdrag neergelegde beginselen wordt het Comité van Ministers bijgestaan door een adviescomité, waarvan de leden erkende deskundigheid bezitten op het terrein van de bescherming van nationale minderheden.
2.De samenstelling van dit adviescomité en haar werkwijze worden door het Comité van Ministers vastgesteld binnen een termijn van een jaar na de inwerkingtreding van dit Kaderverdrag.
Het volledig verdrag in het Nederlands
2 Comments:
@ Philippe van den Abeele
Zoals gewoonlijk zeer goed onderbouwd.
Gezien de imperialistische tendens van dr franstalige partijen echter moeten we ontzettend voorzichtig zijn.
Eerst moeten we klaar en duidelijk stellen wat de uiteindelijke strategie van de franstalige partijen is:
1) Indien mogelijk België en de transfers behouden.
2) Ondertussen gebiedsuitbreiding rond Brussel realiseren om bij de uiteindelijke scheuring zoveel mogelijk van Vlaams Brabant in te palmen
3) Daartoe worden alle registers gebruikt:
-Minderhedenverdrag
-Lam leggen Zaventem en die groeipool stoppen
-Internationale anti-Vlaamse publiciteitscampagne meestal via Le Monde en Le Figaro plus de Brusselse lokale bladen en blaadjes, inclusief de Europese.
Gezien deze doelstellingen heel duidelijk strategisch ontwikkeld werden moeten we ons allereerst zelf over onze strategie bezinnen en sussen helpt daar niets aan.
De enige grendel die we hebben is de portefeuille, de volgende ministers van Financiën en van Sociale Zaken moeten echte Vlamingen zijn. Dit kan alleen maar gebeuren door Vlaams te stemmen, liefst VB als hefboom.
Alle andere sussende stellingen zijn waardeloos in het kader van de fransdolle strategie die voor het ogenblik in uitvoering is.
In een normaal land zou je 100% gelijk hebben, maar Vlaanderen is een Belgisch wingewest en wordt zelfs niet toegelaten bij de grote mensen als ze weer eens bepalen hoeveel Vlaanderen moet betalen.
Mensen als Verhofstadt en Leterme hebben de zelfde ziekte: ik eerst en dan zien we wel wie ik nodig heb om er aan te blijven.
“Gij duldt het, dat zoogenoemde landgenoten, die U met den gemeenschappelijken naam van Belgen eigenlijk slechts hoonen en wegredeneren, U, die oorspronkelijk de grootste meerderheid en zelfs nu nog eigenlijk zestig honderste de zoogenoemde belgische bevolking zijt, – dat zoogenoemde landgenoten, die van zichzelven geene rechtgeaarde taal maar een gewestelijken tongval spreken, het Koeterwaalsch, een Bargoensch, dat ze dwingt, zich aan het Fransch te houden, allereerst in het leger en verder zelfs in het hoogere onderwijs, de eenige taal hebben verdrongen, vermoffeld en verduisterd, die in België een taal mag heten! Gij verdraagt het snoodelijk en op onwaardige wijze, dat zij U, die zestig tegen veertig staat, in Uwe gewesten, in Vlaanderen zelf, blijven bejegenen, alsof onze moedertaal, de Nederlandsche taal, voor bevelen in het leger aan Uwe zonen te gemeen en voor hoogere vorming of leering Uwer zonen en dochters veel te slecht was. O kinderlijk en onnozel, o vernederd, verzonken en ontaard geslacht.”- Gerard Bolland (1854-1922); zie W. Otterspeer, Bolland. Een biografie (Amsterdam 1995).
Een reactie posten
<< Home