Ze dronken een glas...?
Een extra commissie in het Vlaams parlement boog zich over de 'versnelling van maatschappelijke investeringsprojecten'. Een commissie Berx onderzocht parallel hetzelfde thema, op vraag van de Vlaamse regering. De SERV komt met aanbevelingen over betere regelgeving in het algemeen. Echter: "Zolang er vanuit het politieke niveau geen duidelijke wil is om dit te doen slagen, zullen veranderingen maar heel minimaal blijven in hun impact," oppert de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken.
In het Vlaams parlement werkte een 'Commissie Versnelling maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten' enkele maanden aan aanbevelingen voor de regering. Er werden hiervoor een hele reeks hoorzittingen gehouden.
Enkele uitspraken tijdens de bespreking van de resolutie in de plenaire vergadering:
Michèle Hostekint (SP):
"Het parlement moet zichzelf een meer centrale rol geven in het proces. Het parlement moet zich opwerpen als het maatschappelijke forum waar de grote strategische lijnen voor de structuurplanning en de mobiliteitsplanning worden besproken en vastgelegd. Het Vlaams Parlement speelt daarnaast zijn controlerende rol als plaats waar rapportage over en monitoring van grote investeringsprojecten worden gevolgd...
Tevens moeten het middenveld, de bedrijven maar ook burgers actief worden betrokken in de verkennende fase van grote projecten. In die fase moeten verschillende opties en alternatieven in beeld blijven."
Commissievoorzitter Johan Sauwens (CD&V):
"We zijn ervan overtuigd dat we met de 76 aanbevelingen de totale doorlooptijd van maatschappelijk belangrijke infrastructuurwerken in Vlaanderen kunnen halveren, op voorwaarde dat we over een aantal zaken out of the box durven te denken. Het feit dat we hierover in dit parlement en aan het begin van een legislatuur politieke eensgezindheid hebben bereikt, biedt een historische kans om eens met de kam door de decreten en de uitvoeringsbesluiten te gaan...
De VVSG stelde vast dat er een probleem is met de te weinig oplossingsgerichte attitude van onze Vlaamse administratie. De tijd dat één ambtenaar een veto kan uitspreken tegen maatschappelijk belangrijke projecten is voorbij. Wij vragen de Vlaamse Regering om haar diensten zo te organiseren dat men naar een gewogen en geïntegreerd advies gaat, een gewogen synthese van diverse elementen waarmee de bevoegde politieke verantwoordelijke verder kan. Hier geldt het primaat van de politiek. Het is dus geen bindend advies maar een advies waarbij burgemeesters of ministers ambtenaren niet meer moeten samenroepen om de verschillen tussen de interpretaties van verschillende Vlaamse ambtenaren te overwinnen. Deze ambtenaren werken vaak met de decreten die we hier hebben goedgekeurd. Dat betekent ook dat we moeten durven om in onze decreten en uitvoeringsbesluiten voor de ruimte te zorgen waarin men tot een synthese kan komen die de projecten realistisch en betaalbaar kan maken."
Dirk de Kort (CD&V):
"Verder hebben we vastgesteld dat we de hand in eigen boezem moeten steken. Een groot gedeelte van de reglementering die we moeten doorlopen, toont aan dat we met onze decreten in het Vlaams Parlement te zeer in detail zijn getreden. Zoals de voorzitter van de commissie al heeft verklaard, zullen we met een kam door een aantal decreten moeten gaan."
Marino Keulen (VLD):
"Het gaat niet alleen over de zogenaamde grootschalige infrastructurele, economische en maatschappelijke projecten, maar ook om de zogenaamde kleine projecten. De kmo’er of de landbouwer die zijn bedrijfsexploitatie wil moderniseren, die wil uitbreiden, ook die ondernemer in de brede betekenis van het woord wordt soms jaren op sleeptouw genomen. Hij blijft jaren in het ongewisse en moet maar afwachten wat op het einde van het traject uiteindelijk de uitkomst kan zijn. De ambitie van de commissie 'Versnelling' is om de termijnen te halveren en dat is inderdaad een ambitieuze doelstelling. Om die te realiseren zal er een en ander moeten gebeuren en hervormd worden in de procedures en in de attitudes."
Zelfs 'communiste-tot-in-het-graf' Mieke Vogels gaf toe dat er overregularisering bestaat:
"Er is tijdens de commissiebesprekingen veel gezegd over ambtenaren die 36 redenen vinden waarom iets niet zou kunnen en naargelang hun mentaliteit, zes redenen waarom iets wel zou kunnen. Wij geven die ambtenaren natuurlijk de instrumenten om die 36 redenen te vinden in de verschrikkelijk ingewikkelde decreten die we maken. Ook dat is een cultuuromslag. Ik heb er in de commissie naar verwezen. Als er een gek in een kinderdagverblijf in Dendermonde verschrikkelijke dingen doet, dan is er de maatschappelijke roep om nieuwe regeltjes om ervoor te zorgen dat er in elk kinderdagverblijf een camera komt, een achterdeur, een voordeur, een kliksysteem enzovoort. Dan is de maatschappelijke druk enorm groot om snel regels te gaan maken. Het is aan ons om op dat moment de rug te rechten en te zeggen dat we het niet doen."
- De resolutie van deze commissie 'betreffende aanbevelingen aangaande de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten: Sneller door Beter', Stuk 395 (2009-2010) - Nr. 1, werd aangenomen in de plenaire vergadering van 3 maart '10. De resolutie met 76 aanbevelingen, zie hier ...
- De volledige tekst van de bespreking van de resolutie in het Vlaams parlement op 3 maart, zie hier ...
- Gedachtewisselingen over de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten (De verslagen van de hoorzittingen). Stuk 55 (2009-2010) – Nr. 2, 26 februari 2010 (2009-2010) (234 blz.)
- Advies van het Rekenhof over de vertraging bij grote infrastructuurprojecten. Stuk 55 (2009-2010) – Nr. 1, 8 februari 2010 (2009-2010)
Het belangrijkste parlementair werk, even tussendoor
Jan Penris (VB): "We moesten vergaderen op maandagnamiddag en vrijdagnamiddag, momenten waarop velen van ons worden geconfronteerd met dienstbetoon of andere politieke verplichtingen. Er is vergaderd in recesperiodes en op zeer late, zelfs nachtelijke uren."
Marino Keulen: "Het was voor iedereen die de afgelopen drie maanden deel heeft uitgemaakt van de commissie Versnelling een heel aangename ervaring, ook de ervaring van zinvol werk te doen. Iedereen was tot en met gemotiveerd. Ik zit nu in mijn vierde termijn hier in dit parlement. Deze commissie vergaderde naast de reguliere commissies op maandag en op vrijdag. Iedereen was bijna altijd aanwezig, met een gemiddelde aanwezigheid van 12 op 15. We hebben dat zelfs gedaan in recesperiodes. Daarnaast moest iedereen nog zijn gewoon commissiewerk doen. Het geeft aan dat iedereen overtuigd was van de zin, en dat het interessant was. We hebben bijgeleerd."
Juist dat soort werk zou toch de kernopdracht van de 'reguliere' commissies moeten zijn, in plaats van nu zijn tijd te verprutsen met 'Vragen om uitleg', zoals over: de spitsstrook op de E313, de jeugdherberg Bruegel in Brussel, de VRT en de grote aandacht voor de lancering van een bepaald koffiemerk, de bescherming van een aantal hoppesites als onroerend erfgoed of het ruilen van beroep van de minister met een radiopresentatrice.
En wie de reportages in de kranten van het begin van de week leest, weet waarover het Vlaams parlement op woensdag tijdens de plenaire zitting zal debatteren. "Niet de media berichten over wat er in het parlement gezegd wordt, maar het parlement vergadert over wat er in de media is gezegd," schrijft Henri Beunders (Trouw, 27.02.10). Om de aanbevelingen van de commissie 'Versnelling' te realiseren zal er niet alleen "een en ander moeten gebeuren en hervormd worden in de procedures en in de attitudes," zoals Marino Keulen zegt, maar is een zeer radicale mentaliteitswijziging nodig.
De commissie Berx
De Commissie Berx moest de Vlaamse regering concrete voorstellen leveren om sneller tot rechtszekere vergunningsprocedures te komen voor infrastructuurprojecten. Ze werd voorgezeten door de Antwerpse provinciegouverneur Cathy Berx en leverde een rapport van 204 pagina's af (inclusief bijlagen) met 47 aanbevelingen (voorstellen).
Haar werkwijze was: een analyse van een selectie van infrastructuurprojecten van de voorbije vijf à tien jaar. Aan de hand van de analyse van deze projecten, waarover het basismateriaal (formeel en informeel proces en procedureverloop, knelpunten en voorstellen ter verbetering) is aangeleverd door de rechtstreeks betrokkenen, heeft de commissie een meer verfijnde probleemanalyse uitgewerkt.
Uit een bespreking van het rapport van deze commissie, door Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu:
"Zo stelt de commissie voor om op korte termijn werk te maken van een “geïntegreerd advies” vanuit de administratie, in de eerste plaats voor de publieke Vlaamse projecten. De verschillende sectorale adviezen, waarbij telkens vanuit één specifieke invalshoek naar een bepaald project wordt gekeken, zouden moeten worden vervangen door een gebundeld en geïntegreerd advies. De administratie zou zelf moet zorgen voor een afweging van verschillenden individuele adviezen." (NvdR: Een zelfde besluit dus als de parlementaire commissie).
"De commissie adviseert “een resolute keuze voor een breed voortraject en brede verkenningsfase met een vergelijking van alternatieven, effectbeoordeling, participatie en ruimtelijk ontwerp.” Het is in deze fase dat de fundamentele discussie over de kern van het probleem, het nut en de noodzaak van de projectalternatieven met hun consequenties moet plaatsvinden. Een volgehouden overleg met stakeholders en maatschappelijke belangengroepen loont, aldus de commissie. Meer nog, “informatie, communicatie, inspraak en participatie zijn de essentie zelf van de overleg- en besluitvormingsprocessen in grote projecten. Investeer daarin als een integraal deel van professioneel project- en procesmanagement.”
Het rapport van de commissie Berx 'Naar een snellere en betere besluitvorming over complexe projecten', Verslag van de Commissie Investeringsprojecten.
Een SERV advies over betere regelgeving
De SERV vraagt betere planning en vroegere consultatie. De Vlaamse overheid moet meer werk maken van kwaliteit in de regelgeving. Als Vlaanderen zijn ambities wil waarmaken om de administratieve lasten van burgers en bedrijven met 25% te verminderen tegen 2012, dan is dringend actie nodig, schrijft de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in een onderzoeksrapport en advies (11.03.10). "Ondanks de goeie wil van de voorbije tien jaar blijven de resultaten voor betere regelgeving uit en hinken we achterop tegenover het buitenland."
Veel plannen maar te weinig resultaten, zegt de SERV. "In tal van toekomststrategieën van de Vlaamse regering is ‘betere regelgeving’ een belangrijk topic. Zowel bij Vlaanderen in Actie (VIA), het Pact 2020 als het recent afgesloten Werkgelegenheids- en investeringsplan (WIP) komt ‘betere regelgeving’ aan bod. Met de invoering van de RIA’s, de hervorming van de strategische adviesraden, de actieplannen voor administratieve vereenvoudiging, … zette Vlaanderen al een stap vooruit, maar de resultaten blijven onvoldoende. Vlaanderen doet het nog altijd niet goed in internationale vergelijkingen (OESO) en dat straalt negatief af op het vertrouwen in de overheid en het investeringsklimaat."
U vindt het persbericht hier..., het advies hier ... en het rapport hier ...
Eerder hadden we reeds het ontwerpadvies besproken in het artikel (18.11.09): Betere regelgeving?' De ontwerpversie (26 okt '09) van rapport en advies werden voorgelegd aan een aantal instanties, met de vraag om een reactie op de belangrijkste beleidssuggesties van het rapport op papier te zetten. Die reacties zijn gebundeld in een afzonderlijk document 'Externe reacties'.
Een radicale mentaliteitswijziging nodig
Een van die reacties komt van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken: (10 dec. 09)
"Volgens deze Raad botst de implementatie van het regelgevingsbeleid in Vlaanderen op de moeilijk te wijzigen bestuurscultuur, met zijn praktijk van de heel besloten besluitvorming... De sleutel ligt bij het politiek leiderschap. Zolang er vanuit het politieke niveau geen duidelijke wil is om dit te doen slagen, zullen veranderingen maar heel minimaal blijven in hun impact.
Indien de bestuursverantwoordelijken echt willen gaan voor een meer Angelsaksisch en open regelgevingsproces, dan moeten ze daar de consequenties van durven onder ogen zien en zal dus een radicale mentaliteitswijziging nodig zijn. De mogelijke onderliggende reden voor de gebrekkige politieke aandacht, namelijk dat dit iets is waar geen politieke quick-wins uit te halen zijn, wordt tegengesproken door onze buurlanden. Door het doorgedreven regelgevingsbeleid, waardoor regels tot stand komen die een breder maatschappelijk draagvlak hebben, scoort Nederland bijvoorbeeld systematisch beter op allerlei internationale rankings op het vlak van economisch beleid en regelgevingskwaliteit. Dit zijn belangrijke concurrentievoordelen in de huidige geglobaliseerde economie."
Ze dronken een glas...
Drie rapporten op korte tijd die een aanzet geven om eindelijk werk te maken van meer efficiëntie in regelgeving en bestuur. Als er geen verandering ten gronde komt aan de bestuurscultuur, is dit echter allemaal tevergeefse moeite. Om het minder omfloerst uit te drukken dan de Adviesraad voor Bestuurszaken: het risico is groot dat de spreuk van toepassing is 'ze dronken een glas, ze deden een plas, en alles bleef zoals het was'... Dan spreken we binnenkort niet meer van concurrentievoordelen, maar van het ooit welvarende Vlaanderen dat door zijn politiek personeel naar de ondergang werd geleid.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home