Hogere pensioenen door minder overheidskosten (met voorbeelden)
Politici: verlaag drastisch de fiscale druk en verhoog drastisch de pensioenen, door een veel spaarzamer en efficiënter bestuur. U kan bijvoorbeeld afschaffen: Senaat, kabinetten, intercommunales, provincies en arrondissementscommissarissen. Zorg voor een veel efficiëntere administratie door veel minder wetten. Reduceer ook uw grabbelen in de ton van de overheid: minder staatstoelagen voor de partijen en minder gesubsidieerde partijgetrouwen in de parlementen. Als de belastingdruk hier daalt tot de gemiddelde belastingdruk van alle OESO-landen in 2008, daalt hij met 32 miljard euro. Fatsoenlijke pensioenen betalen kan dus, met minder lasten. Meteen verhogen we ook onze concurrentiepositie.
Een simpel rekensommetje
Als de belastingdruk van vandaag 44,3%, terug zou dalen tot de 35% die hij ooit was, in een tijd dat er wel nog redelijke pensioenen werden betaald, zou de belastingsdruk (incl RMZ) 32 miljard lager liggen. Dit is dus geen vergelijking met een of ander Utopia, maar met België vroeger, of ook nog de gemiddelde belastingdruk van alle OESO-landen samen vandaag (35,2 procent in 2008). Om 32 miljard euro te besparen moeten we het dus alleen maar even goed doen als een gemiddeld ander land. Dan zijn we nog veraf van de beste van de klas.
Zelfs voor socialist Frank Vandenbroucke (zie artikel 'Nog meer belastingen voor schamele pensioenen?') moet men 'ingrijpen in het uitzicht en in de doelstellingen van overheden', moet men het hele huis grondig vertimmeren. Maar dan ook heel grondig! Een paar maatregeltjes zoals er nu genomen worden, met zelfs weer enkele hogere lasten hier en daar, zal niet voldoende zijn. Wat volgt is geen grote omvattende studie over een 'efficiëntere overheid', maar een limitatieve verzameling van gesprokkelde mogelijkheden die aangeven dat we onze overheidskosten wel degelijk drastisch kunnen verlagen:
Efficiëntere, kleinere overheidsadministratie
- Het Itinera Institute heeft eind 2008 de volledige Belgische publieke sector aan een onafhankelijke doorlichting onderworpen, zowel op federaal als op regionaal vlak. Het verdict laat niets aan de verbeelding over: hij presteert ondermaats. In de doorlichting, 'Copernicus voorbij: van verwarring naar consensus?', stelt het Itinera Institute concrete acties voor om tot een betere performanties te komen. Alleen al de titels van de hoofdstukken zeggen genoeg over waar het allemaal beduidend beter kan:
2.1 Hoge publieke uitgaven, zowel in absolute als relatieve termen
2.2 Een zeer hoge fiscale druk, zowel in absolute als relatieve termen
2.3 De hoogste arbeidsfiscaliteit van de OESO
2.4 De hoogste publieke tewerkstelling van Europa die maar blijft stijgen
2.5 Eén arbeidsplaats op de drie is niet in de privé
2.6 Groei van de publieke tewerkstelling in alle regio’s
2.8 Een overproductie van nieuwe wetten
3.1 Een publieke sector die weegt op de economische groei
3.3 Een zwakke efficiëntie, zowel in absolute als relatieve termen
3.4 Een teleurstellende sociale bescherming
3.5 Een bevredigende gezondheidszorg die relatief veel kost
3.7 Justitie: meer budget voor minder resultaten
3.8 Politie: veel effectieven voor weinig veiligheid
- "In die Leuvense Economische Standpunten staan meer interessante zaken... zoals de conclusie van professor Wim Moesen die stelt dat België 3,9% van het BBP boven zijn ideale gewicht zit qua overheidsuitgaven, rekening houdend met de gezinsgrootte en de openheid van de Belgische economie. Met andere woorden, met 3,9% minder uitgaven zou de Belgische overheid net dezelfde diensten kunnen leveren dan ze nu doet. 3,9% van het BBP is meer dan 10 miljard euro. Dus élk jaar verspilt de Belgische overheid meer dan 10 miljard euro. (Andreas Tirez, in de nieuwsbrief Liberales, 21.03.08). Een citaat uit dat onderzoek van prof. Moesen: "Daarenboven hebben diverse studies aangetoond dat het overheidsapparaat in België significante efficiëntiewinsten kan boeken. D.w.z. dat de kwaliteit van de dienstverlening kan behouden blijven zelfs met een vermindering van de nominale overheidsuitgaven." (Wim Moesen & Kristof De Witte: 'België zit boven zijn ideale gewicht' Juli 2007)
- De werkgeversorganisatie VBO heeft de efficiëntie van de Belgische overheden vergeleken met de drie buurlanden en komt tot de conclusie dat België in verhouding niet alleen 68.000 ambtenaren te veel tewerkstelt, bovendien blijft het cijfer stijgen. Bij de lokale overheden zijn er de jongste jaren bijvoorbeeld 33.000 ambtenaren bijgekomen. (Kranten, 18 sept '09).
- België is het enige land in Europa waar het aantal ambtenaren de jongste tien jaar aangroeide, met 87.000 mensen ofwel 12,2 procent (volgens de Europese Commissie, in De Tijd, 11.6.09). België is het enige ontwikkelde land ter wereld waar de loonuitgaven voor het bestuur tussen 1995 en 2007 nog stegen, het meest in de deelstaten, provincies en gemeenten. In alle andere OECD-landen daalden ze. Volgens een rapport van de OESO kunnen we dezelfde service met een derde minder ambtenaren leveren. (Bouckaert in het Vlaams parlement, 20 jan '10)
- Een voorbeeld waarom het niet te verwonderen is dat men steeds meer ambtenaren nodig heeft: een generatie geleden bestond de volledige belastingsaangifte uit vier bladzijden, adres- en andere algemene gegevens inbegrepen. Vandaag is dat tien bladzijden, met honderden codes.
- Een recent rapport van het Rekenhof is uiterst kritisch over de gevoerde personeelspolitiek van de Vlaamse overheid. De inspanningen om processen te vereenvoudigen zijn te weinig een hefboom om taken met minder ambtenaren uit te voeren. De onvoldoende optimalisering is volgens het Rekenhof mede de oorzaak van de groei van de Vlaamse ambtenarij sinds 2004 met 10 procent.
Minder wetten
Een internationale vergelijking van de OESO leert dat België al jarenlang bij de koplopers qua toename van het volume regelgeving zit. De permanente stroom aan wetteksten leidt tot een haast onoverzichtelijk kluwen van regelgeving. (Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) schreef hierover een zakboekje 'Better Regulation 2008', te lezen via deze link )
Minder bestuurders
De politieke partijen profiteerden van de regionalisering om een onwaarschijnlijk aantal ministeriële mandaten (60) uit te vinden, verspreid over 6 verschillende regeringen. In het totaal heeft België 56 ministers (60 'mandaten' verdeeld over 56 ministers en staatssecretarissen, maar toch met 60 kabinetten!). De ministers en staatssecretarissen bevolken de kabinetten met ca. 2.500 medewerkers, een unicum in de wereld. De federale kabinetten kosten jaarlijks ongeveer 50 miljoen euro, maar voor het jaar 2008 verhoogde de Regering Leterme de kosten tot 63 miljoen euro. De kabinetsleden van de 5 andere gewestelijke en communale regeringen kosten nog heel wat meer. Naast de eerste minister tellen we niet minder dan 5 federale vice-eerste ministers. Nederland en Duitsland hebben slechts een vice-eerste minister. Op gewestelijk en communautair niveau hebben we minister-presidenten en minister-vice-presidenten waarvan de graad overeenstemt met die van de federale vice-eerste ministers, enz..
Minder wetgevers
Meer dan vijfhonderd politici krijgen een zetel in een van de zeven parlementen in België. De Belgische Senaat heeft 74 leden, de Kamer van Volksvertegenwoordigers 150 leden (1 op 70.560 inwoners), het Vlaams parlement 124 (daarvan 118 voor het Gewest Vlaanderen, of 1 op 51.830 inwoners), het Brussels 89 (1 op 11.200 inwoners), het Waals 75 (1 op 45.810 inwoners), het Duitstalig parlement 25 leden (1 op 3.000 inwoners). Het zevende parlement is dit van de Franse Gemeenschap met 94 leden, met een dubbelmandaat, met de 75 leden van het Waals Parlement en met 19 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. (Hierbij zijn de 3 Gemeenschapscommissies in Brussel niet eens bijgeteld als parlement, alhoewel de Franse Gemeenschapscommissie ook decretale bevoegdheden heeft).
Hier moeten dan nog 25 euroafgevaardigden, 737 provincieraadsleden, voorzitters en leden van politiezones, enz., enz. bijgerekend worden. Frappantste voorbeeld van de woeker van politieke mandaten: de Duitstalige Gemeenschap heeft 4 ministers voor nog geen 74.000 inwoners, negen burgemeesters en tientallen schepenen. Eén fusiegemeente moet hier volstaan, met de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap, met één burgemeester en enkele schepenen. Los van communautair getouwtrek: Brussel moet dezelfde richting uit: één stad, met de bevoegdheden van het Brussels Gewest, met één burgemeester en 'zero tollerance' wat het aantal ministers en staatssecretarissen betreft (nu: 5 ministers en 3 staatssecretarissen). De Senaat kost jaarlijks 76,7 miljoen. Hij dateert nog uit de tijd dat er slechts twee parlementen waren voor heel België. Vandaag zijn dat er zeven. Afschaffen dus. Met drie parlementen moet dit land te besturen zijn (Kamer, Vlaams en Franstalig parlement, waarbij het Waals parlement samengevoegd wordt met dat van de Franse Gemeenschap).
Goedkopere politieke partijen
Vandaag gaat jaarlijks niet minder dan 53 miljoen euro belastingen naar de politieke partijen via dotaties, fractietoelagen en steun aan verbonden instellingen. Daar bovenop betalen alle parlementen ook nog, naast de wedde en de kostenvergoeding voor de parlementsleden, het personeel van de fracties en van de persoonlijke medewerkers van de parlementsleden.
Politici: aan de slag
Schaf af: Senaat, provincies, arrondissementscommisarissen, het bestuurlijk 'arrondissement Brussel-Hoofdstad' met zijn goeverneur, de honderden intercommunales en andere 'dienstverlenende verenigingen' en 'interlokale en projectverenigingen'. Vereenvoudig de regelgeving drastisch, zodat er minder ambtenaren nodig zijn, en dus ook minder werkingskosten. Zit zelf minder in de overheidskas voor uw partijwerking. Dit is zeker geen eenvoudige opdracht voor mensen die een generatie lang alleen in de roes geleefd hebben van meer wetten, meer belastingen, meer administratie, meer van alles en nog wat. Het alternatief is dat we een vervallen regio worden, waar er zelfs niet voldoende belastingen meer te rapen zullen zijn om dat duur waterhoofd in stand te houden. Laat staan pensioenen op de armoedgrens te betalen.
Lezer: laat u niet opsluiten
Zegt politoloog (en socialist) Carl Devos: "Maar wie door de straten van onze uitgeleefde staat waaiert voelt dat veel mensen zich grote zorgen maken. De evidente welvaartstoename over de generaties heen is gestopt. We verliezen toekomstperspectief. Er is op vele fronten een schok nodig... Bij nogal wat kiezers is er oprechte, grote ongerustheid over de eigen welvaart. Dat vertaalt zich niet in luidruchtig straatrumoer. Waar moeten kiezers met hun opgesloten gevoelens naartoe?" (De Standaard van 15 februari '10).
Beste lezer, u kan uw 'opgesloten gevoelens' uiten in de poll:
'Hoger pensioen en minder overheidskosten?'
- JA: de overheid moet drastisch besparen en zo hogere pensioenen betalen
- NEEN: niet minder overheidskosten. Hogere pensioenen mogen meer kosten
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home