29 december 2009

Niet alles is een mensenrecht

Kruisbeelden in openbare scholen zijn een zaak voor regering en parlement, niet voor Europese gerechtshoven, stelt advocaat Fernand Keuleneer in een artikel in Tertio, dat we hier overnemen. In de voortdurende uitbreiding van de ‘mensenrechten’ schuilt volgens hem een groot gevaar. (Met enkele door ons toegevoegde 'NvdR')

'Een kruis in openbare scholen verplichten, ja zelfs toelaten, is een schending van de basisprincipes zelf van onze samenleving. Dat een democratisch gekozen politieke meerderheid dat anders ziet, is geen punt.' Zo oordeelde het Europees hof voor de rechten van de mens onlangs in de zaak-Lautsi-Italië. De Italiaanse regering argumenteerde dat de aanwezigheid van een kruisbeeld niet strijdig is met de individuele vrijheden en dat het weliswaar een religieus symbool is, maar ook staat voor algemeen aanvaarde beschavingswaarden.

Het arrest illustreert het erg problematische karakter van de steeds verder uitdijende rechtspraak over mensenrechten. Je zou verwachten dat het bij mensenrechten gaat om zwaarwichtige aantastingen van de grondslagen van onze samenleving, zoals foltering, gevangenneming zonder proces, of de verplichting om een godsdienst aan te hangen. Maar een kruisbeeld in een school? Als in een dergelijke, excuseer, banale aangelegenheid de fundamentele rechten en vrijheden van de burger geacht worden op het spel te staan, kan om het even welke wet of beslissing door om het even wie worden aangevochten, in naam van de mensenrechten.

Als een hoog internationaal rechtscollege daarin kan tussenkomen, wordt het democratische proces van besluitvorming door verkozenen hoe langer hoe minder bepalend. Je kunt een genuanceerde afweging of compromis altijd aanvechten en op de helling zetten, als je er maar in slaagt je standpunt te doen aanvaarden als een mensenrecht. In plaats van democratisch verkozenen oordeelt dan uiteindelijk een onverkozen hof. Dat houdt voor dat het om een juridische uitspraak gaat, terwijl het in de eerste plaats een politiek oordeel is.

Zou in de zaak-Lautsi een tegengestelde uitspraak minder juridisch zijn geweest? Natuurlijk niet. Het standpunt van het Hof is juridisch omdat het in een arrest is vervat, maar er waren geen juridisch dwingende overwegingen om tot precies die uitspraak te komen. Het is bedenkelijk dat rechters zich in zo’n aangelegenheid het laatste woord toe-eigenen. Het laatste woord dient, zwaarwegende uitzonderingen niet te na gesproken, bij democratisch verkozenen te blijven. De rechters hadden moeten stellen dat er een onvoldoende basis was om het standpunt van een democratische meerderheid, in dit geschil vertolkt door de Italiaanse regering, onwettelijk te verklaren.

‘Onwettelijk’, inderdaad. Het gaat er niet om welk standpunt in te nemen in een politiek debat in het Italiaanse parlement – het is immers perfect eerbaar van mening te zijn dat kruisbeelden niet op hun plaats zijn in een publieke school. Het gaat erom of het standpunt van de Italiaanse regering ‘onwettelijk’ is omdat het indruist tegen de mensenrechten. Dat is een onaanvaardbare stelling, zoals het even onaanvaardbaar zou zijn om die reden te stellen dat een eventueel verbod op kruisbeelden in publieke scholen onwettelijk zou zijn.

Het arrest-Lautsi werd geveld door het Europees hof voor de rechten van de mens in Straatsburg. Dat rechtscollege is geen instelling van de Europese Unie (EU), maar wel van de Raad van Europa (*). Zijn arresten hebben geen rechtstreekse werking, hoewel ze binnen een nationale rechtsorde wel juridische gevolgen kunnen hebben. Was dit arrest geveld door het Europees hof van Justitie, dat wel een EU-instelling is, zou het wel rechtstreeks ingrijpen. Dat het Europees Hof van Justitie in de toekomst in vergelijkbare zaken uitspraak zal doen, met nog verderstrekkender gevolgen, lijdt geen twijfel. Door het Verdrag van Lissabon wordt het Handvest van de EU-grondrechten in de Europese basiswetgeving opgenomen, onder controle van het Europees hof van Justitie. De Tsjechische president had gelijk daartegen te protesteren alvorens hij dat Verdrag toch ondertekende, zij het met een symbolische tegemoetkoming aan zijn land.

Dit artikel van advocaat Fernand Keuleneer verscheen in Tertio, 16.11.09. Met hun toestemming overgenomen.
"Tertio is een weekblad dat de actualiteit volgt en analyseert en daar een derde dimensie aan toevoegt: duiding, opiniëring en inspiratie vanuit een christelijk en meer bepaald katholiek perspectief.
"

Het Lautsi-arrest van 3.11.09 (in het Frans)
Samenvatting door de griffier (in het Frans)

(*) Voetnoot van Nieuw Pierke, als hulp bij mogelijke verwarring over al die 'Europese' instellingen. Zie Wikipedia: de Europese Unie (EU) met zijn momenteel 27 lidstaten is een volledig andere instelling dan de Raad van Europa met zijn 47 lidstaten, en deze laatste heeft niets te maken met de Europese Raad, waarin de 27 regeringsleiders van de EU zitten, en waarvan Herman Van Rompuy nu de voorzitter is.


NvdR, toegevoegd door Nieuw Pierke (buiten de verantwoordelijkheid van Fernand Keuleneer of Tertio)

1. zie eerdere artikels over het EHRM en de 'Rechten van de mens'
- 'Hof Tegen de Rechten van de Mens?'
In alle stilte schafte het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 16 juli '09 de vrijheid van meningsuiting af. Het Hof vindt sociale vrede en politieke stabiliteit belangrijker dan het recht op vrije meningsuiting.
- 'Mensenrechten: tegendraadse bedenkingen' van prof. Matthias Storme, met verdere doorverwijzingen, ondermeer naar een zeer uitvoerig en gedegen langer artikel van prof. Frank van Dun (UGent), 'De utopie van de mensenrechten'.

2. EHRM: Twee maten en twee gewichten?
Het EHRM vond het hoofddoekenverbod op Turkse universiteiten niet in strijd met het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). In Frankrijk kregen twee hoofddoekdragende tieners (van 11 en 12 jaar..) geen gelijk bij het EHRM voor hun uitsluiting uit de school. Zie het artikel: 'Schendt hoofddoekenverbod mensenrechten en godsdienstvrijheid?' Hierbij baseerde het Hof zich op de appreciatiemarge die de democratische staten hebben om, in casu, al of niet een hoofddoekenverbod in te voeren. ("Dans ces circonstances et compte tenu notamment de la marge d’appréciation laissée aux Etats contractants, la Cour conclut que l’ingérence litigieuse était justifiée dans son principe et proportionnée aux buts poursuivis, et pouvait donc être considérée comme « nécessaire dans une société démocratique »." Uit de Turkse zaak). De appreciatiemarge was ook een van de argumenten van de Italiaanse staat in de Lautsi-zaak: "Les autorités nationales jouissent d’une grande marge d’appréciation pour des questions aussi complexes et délicates, étroitement liées à la culture et à l’histoire. L’exposition d’un symbole religieux dans des lieux publics n’excéderait pas la marge d’appréciation laissée aux Etats."

In de zaak Lautsi was het Hof het daarmee niet eens, en meende dat de staat geen appreciatiemarge heeft om al of niet een kruisbeeld te verbieden in openbare scholen: "Le devoir de neutralité et d’impartialité de l’Etat est incompatible avec un quelconque pouvoir d’appréciation de la part de celui-ci quant à la légitimité des convictions religieuses ou des modalités d’expression de celles-ci. Dans le contexte de l’enseignement, la neutralité devrait garantir le pluralisme."
Zijn dat geen twee maten en twee gewichten?
En bovendien, zoals advocaat Fernand Keuleneer stelt, oordeelt uiteindelijk een onverkozen hof, in plaats van democratisch verkozenen. Het arrest illustreert bovendien "het erg problematische karakter van de steeds verder uitdijende rechtspraak over mensenrechten." Prof. van Dun: "Er zijn blijkbaar weinig dingen waar mensen geen recht op hebben. Zij hebben blijkbaar recht op ongeveer alles wat zij begeren, althans wat de stemmingmakende segmenten van de publieke opinie als 'goed' of 'politiek correct' bestempelen."

3. Voorzitter van de tweede afdeling, deze van het Lautsi-arrest, is Françoise Tulkens, (titel van barones gekregen in juli '09), sinds 1998 de Belgische rechter in het EHRM. Op de website van de Vlaamse Liga voor Mensenrechten kan men lezen: "Ook tijdens haar voorzitterschap van de Ligue des droits de l'homme bleek haar duidelijke interesse voor en betrokkenheid bij de mensenrechten. Als rechter tracht ze van het E.V.R.M. een levendig instument te maken. Uit haar arresten blijkt dat ze een progressieve rechter is met bijzondere aandacht voor de individuele klager." TvMR april-mei-juni 2003.

Tulkens was in de Grote kamer met 17 rechters de enige rechter die het (grotendeels) oneens was met het Turkse hoofddoekenverbod aan de universiteiten, en een 'dissidente opinie' indiende. Ze was het om te beginnen oneens met de te ruime 'appreciatiemarge' die de andere 16 rechters volgens haar toekennen aan afzonderlijke staten om al of niet hoofddoeken te verbieden: "Or la question soulevée dans la requête, dont la portée au regard du droit à la liberté de religion garanti par la Convention est évidente, est une question qui n’est pas seulement « locale » mais qui revêt une importance commune aux Etats membres. La marge d’appréciation ne peut dès lors suffire à la soustraire à tout contrôle européen." Dat ze bij het kruisbeeldverbod geen 'appreciatiemarge' toekent aan Italië, is dus in de lijn van haar opvattingen. In haar dissidente opinie in de Turkse zaak volgt dan een pleidooi op het recht om 'altijd en overal' een hoofddoek te dragen, en dat men dit niet kan verbieden omdat men de radikale islam wil tegenhouden. ("Si tout le monde s’accorde sur la nécessité d’empêcher l’islamisme radical, une telle justification se heurte néanmoins à une sérieuse objection. Le port du foulard ne peut, en tant que tel, être associé au fondamentalisme et il est essentiel de distinguer les personnes qui portent le foulard et les « extrémistes » qui veulent l’imposer, comme d’autres signes religieux. Toutes les femmes qui portent le foulard ne sont pas des fondamentalistes et rien ne l’établit dans le chef de la requérante. Elle est une jeune femme majeure et universitaire dont on peut supposer une capacité de résistance plus forte aux pressions dont l’arrêt ne fournit, au demeurant, aucun exemple concret. Son intérêt individuel à exercer le droit à la liberté de religion et à la manifester par un signe extérieur ne peut être entièrement absorbé par l’intérêt public à lutter contre les extrémistes.")

4. Berlusconi zegde wel zich niet neer te leggen bij het arrest, en hij niet van plan is de kruisbeelden weg te halen, maar op de website van het EHRM staat tot vandaag (29.12.09) nog geen bericht ivm een mogelijk beroep van Italië bij de Grote Kamer met 17 rechters. Daar heeft Italië vanaf de datum van het vonnis, 3.11.09, drie maand de tijd voor (*). Als het zover komt, is de vraag of die Grote Kamer opnieuw een ruimere interpretatiemarge toekent aan Italië voor de kruisbeelden, zoals voor het Turkse hoofddoekenverbod, en Tulkens weer alleen een dissidente opinie indient? Is het laatste woord in deze nog niet gezegd?

(*) L’article 43 de la Convention européenne des droits de l’homme prévoit que, dans un délai de trois mois à compter de la date de l’arrêt d’une chambre, toute partie à l’affaire peut, dans des cas exceptionnels, demander le renvoi de l’affaire devant la Grande Chambre (17 membres) de la Cour. En pareille hypothèse, un collège de cinq juges examine si l’affaire soulève une question grave relative à l’interprétation ou à l’application de la Convention ou de ses protocoles ou encore une question grave de caractère général. Si tel est le cas, la Grande Chambre statue par un arrêt définitif. Si tel n’est pas le cas, le collège rejette la demande et l’arrêt devient définitif. Autrement, les arrêts de chambre deviennent définitifs à l’expiration dudit délai de trois mois ou si les parties déclarent qu’elles ne demanderont pas le renvoi de l’affaire devant la Grande Chambre.)

2 Comments:

At 29/12/09 20:27, Anonymous Nexer said...

Dat een democratisch gekozen politieke meerderheid dat anders ziet, is geen punt.

Daar ga ik volledige mee akkoord. De regering handelt uit emotie en per politieker uit een soort individueel gevoel van moraal, waar iedere politieker van zichzelf denkt dat zijn of haar moraal absoluut is.

Ze vergeten de wetten die ze gezworen hebben te onderhouden en het volk dat ze vertegenwoordigen.

 
At 4/1/10 19:55, Blogger R. Hartman said...

Tja, ik ben het met de eerste zin al niet eens: Kruisbeelden in openbare scholen zijn een zaak voor regering en parlement.
Zodra het een openbare school betreft hoort een religieuze uiting daar niet thuis. Dat is slechts in die zin een zaak voor de regering, dat zij zorgt voor naleving van deze bepaling.

'Openbaar' betekent zoveel als 'toegankelijk voor iedereen, ongeacht levensovertuiging'. Het geeft dus geen pas uitingen van één bepaalde levensovertuiging aan een dergelijk instituut te verbinden. Of je moet uitingen van alle levensovertuigingen aan de muur spijkeren, en dat kon nog wel eens astig worden.

Tot zover het principe.

Het werkelijke probleem is er natuurlijk in gelegen dat onderwijs geen private aangelegenheid is. Op privéscholen bepaalt het schoolbestuur wat wel of niet wordt toegelaten: de eigenaar bepaalt; wie dat niet bevalt zoekt maar een andere school.

Ik heb me wel eens afgevraagd of de staat een libersign zou tolereren, dat pas echt een symbool van beschaving is...

Het proces uit het artikel is natuurlijk onzinnig; immers, zelfs de 'mensenrechten' druisen in tegen de 'mensenrechten', domweg omdat er allerlei positieve rechten worden toegekend. Maar los daarvan getuigt het wel van verregaande intolerantie om over een kruisje aan de muur een proces te gaan voeren.

De basis van alle rechten is het eigendomsrecht. Daar schreef ik op 2 januari dit artikel over.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>