9 november 2009

De Jeanne d'Arc van Dilbeek

Na de verkiezingen van 2007 verketterde hoofdredactrice Béatrice Delvaux in Le Soir meer dan een jaar lang Yves Leterme. In oktober '08 werd hij plots een man die zijn verantwoordelijkheid opnam. En nu is hij terug 'onaanvaardbaar'. De stemmen die deze moderne Jeanne d'Arc hoort komen vermoedelijk.. van Maingain.

Natuurlijk heeft Béatrice Delvaux het recht te stellen dat zij, en blijkbaar heel de redactie van Le Soir, het niet zien zitten dat Yves Leterme de opvolger wordt van Herman Van Rompuy als premier. De titel van haar editoriaal vrijdag 6 nov '09: "Van Rompuy, ja.. als het neen is voor Leterme!" (Nederlandse vertaling onderaan dit artikel). Daarvan maken, zoals De Standaard op zaterdag schreef, dat de krant 'de Franstalige' bezwaren scherp onder woorden bracht, is wel wat overdreven. La Libre Belgique spendeerde daar bijvoorbeeld op zaterdag geen enkele zin aan. Het is niet gebruikelijk in België dat een krant zo eenduidig positie kiest voor of tegen één politicus, en dan nog voor een premier, die zogenaamd door 'de koning' wordt aangeduid (laat Delvaux plots de Franstalige ophemeling van de koning en zijn prerogatieven vallen, voor een hoger doel?), maar in de VS is het blijkbaar de gewoonste zaak van de wereld dat een krantenredactie zijn voorkeur uitspreekt voor één presidentskandidaat. Moet dus ook hier kunnen. Delvaux bewijst hiermee nogmaals dat ze geen dame is van principes, maar haar discours aanpast aan wat ze op het moment het meest voordelige standpunt vindt om de Franstalige belangen te verdedigen. Zoals een generaal tijdens een oorlog zich niet bezig houdt met grote strategische theorieën uit de militaire literatuur, maar ad-hoc taktisch maneuvreert.

Hierbij gaat ze er misschien ook wel van uit dat de lezer een kort geheugen heeft (of het stoort haar helemaal niet in haar opportunistische opstelling). Echter: niet iedereen is haar vroegere schrijfsels vergeten. Kort overzicht:
Na de verkiezingen van 2007 verketterde Béatrice Delvaux en andere redacteurs van Le Soir meer dan een jaar lang Yves Leterme, (bijna) obsessioneel. ('Monsieur 800.000 gaffes', Yves Leterme is een mol die alleen maar naar de '16' gestuurd werd om het einde van België te bespoedigen, en toen Leterme eind februari '08 het ziekenhuis verliet: "eindelijk zullen we weer kwaad over hem kunnen spreken, want dat begonnen we te missen"...). In haar editoriaal van 18 oktober '08 echter, loofde ze plots Leterme: "Leterme, die met zijn schizofreen kartel met de NV-A onrust heeft gezaaid, zelfs communautaire paniek gedurende maanden, die het land verlamde, is vandaag diegene die de financiële angsten van de Belgen beperkt en hun economische toekomst afbakent." (Zie details in ons eerder artikel 'Béatrice Delvaux looft Leterme')
Na dat lovend editoriaal wou Le Soir de week daarop de impact ervan van meten. Toen vonden 63% Leterme plots efficiënt, 49% zelfs sympathiek. De enquête werd zelfs op de voorpagina aangekondigd met de titel: Les francophones satisfaits du 'Leterme nouveau'.

CD&V breekt zijn verkiezingsbelofte

De reden voor de ommezwaai toen, begreep ik pas iets later. Die kwam door de bocht die CD&V die zomer had genomen. CD&V had in 2007 ondermeer de verkiezingen gewonnen omdat ze beloofde niet in een regering te stappen, tenzij vooraf de grote lijnen van de staatshervorming en van de splitsing van B-H-V vastlagen. Zolang Leterme als onderhandelaar daar nog de representant van leek te zijn, was hij voor de Franstaligen, en zeker voor Le Soir met zijn sterke FDF-sympathieën, een te bestrijden vijand. CD&V had ondertussen echter die verkiezingsbeloften ingeslikt, omdat ze ten alle prijze terug aan de macht wou komen. Stemmen over het splitsingsvoorstel over BHV werd, tot vandaag, uitgesteld door - ook op aandringen van CD&V - een aantal belangenconflicten in te roepen, om tot een 'onderhandelde oplossing' te komen, en zo de huidige regering niet in gevaar te brengen, zodat ze haar termijn tot 2011 kan uitdoen. Waar het er eerst op aankwam Leterme zo lang mogelijk van de macht weg te houden, kwam het er in oktober van vorig jaar voor de Franstalige partijen en Le Soir op aan hem zo lang mogelijk aan de macht te houden. Hij stond er - door de drang naar macht van CD&V - borg voor dat er communautair op federaal niveau niets uit de hand zou lopen. De transferts waren dus nog een tijdje veilig met hem, toch veiliger dan na vervroegde federale verkiezingen. Daarom melde Le Soir dus dat haar lezers tevreden waren met de 'Leterme nouveau'. (Zie Franstaligen vinden Leterme nu efficiënt, zelfs 'sympa')

'Provoceren lost niets op'...

Eind vorig jaar gleed Leterme als premier uit over de Fortis-affaire, in verband met de mogelijke onoorbare contacten tussen kabinetten en het gerecht. De Franstaligen konden hierdoor kennis maken met de nieuwe premier, Herman Van Rompuy, die blijkbaar nog beter dan Leterme bleek elk communautair debat te kunnen voor zich uit schuiven. Dat beviel Delvaux natuurlijk best, maar ze heeft geen zin in een premier tot aan de volgende federale verkiezingen, waarvan ze vreest dat hij toch wat meer Vlaamse zaken uit de brand moet slepen dan Van Rompuy, wil hij de volgende keer weer stemmen halen. Van Rompuy is voor Delvaux de man die, alhoewel geminimaliseerd tot een 'akkefietje', het probleem 'genre BHV' kan oplossen. Een 'akkefietje' dat in dezelfde zin uitvergroot wordt tot een zaak die 'niets minder dan ons voorbestaan bedreigt'. (Wie deze manier van schrijven vreemd vindt, het is de stijl van de editorialisten van Le Soir: in dezelfde zin sterk contrasterende woorden gebruiken). Delvaux had gedacht dat met Van Rompuy 'eindelijk in het noorden van het land een terugkeer naar het communautair gezonde verstand aan de gang was' (D.S. 15 sept '09), maar daar doemde plots de boze wolf op, die de Franstaligen zou kunnen provoceren.

En een 'onderhandelde oplossing' mag echt niet in gevaar gebracht worden door onverantwoorde 'provocaties', zoals de recente goedkeuring van het decreet over de Vlaamse schoolinspectie in de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten. Wat schreef ze daarover in de 'Rubrique Francophone' van De Standaard op 27 oktober '09, onder de titel 'Provoceren lost niets op' (terwijl ze een week later zelf provoceert, door haar veto tegen Leterme, maar dat mag natuurlijk niet beschouwd worden als provoceren, dat is gewoon een 'vaststelling dat hij het niet kan', zoals ze verklaart in DS 07.11.09). Ze schreef toen: "Verleden week viel Le Soir ten prooi aan een woede-uitbarsting… Toen het Vlaams Parlement (min één Franstalige stem) unaniem het voorstel goedkeurde om de scholen van de Rand aan Vlaamse inspectie te onderwerpen, protesteerde Le Soir luidkeels dat dit een provocatie was. De krant vroeg zich af: kunnen de Franstaligen nu nog wel vertrouwen hebben in de goede wil van het noorden, net nu de onderhandelingen over Brussel-Halle-Vilvoorde voor de deur staan?"
In haar krant heet 'de Rand' systematisch 'la périphérie bruxelloise', en wordt weer geopperd dat er als compensatie voor de splitsing van BHV minstens een 'corridor' moet komen die Brussel met Wallonië verbindt - "een kapitale strategie om zich te wapenen tegen de mogelijkheid dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid uitroept" - en liefst van al de aanhechting van de zes faciliteitengemeenten bij Brussel. "Vlaanderen is niet van plan een duim van zijn grondgebied af te staan", heet het nog, "maar dat maakt de Franstalige eisen niet minder gegrond". (David Coppi in Le Soir, 29.10.09)

Wie zijn de wolven?

Delvaux eindigt haar opiniestuk van 27.10.09 met een melodramatische oproep van de Franstaligen 'van goede wil' tot de Vlamingen: "Een korte laatste opmerking voor lezers en opiniemakers in het noorden van het land: de Franstaligen van goede wil worden vandaag de dag heen en weer geslingerd tussen aan de ene kant hun wens om tot constructieve en onderhandelde oplossingen te komen en aan de andere kant hun vrees dat ze aan het einde van de communautaire nacht zullen worden verslonden, zoals de zeer naïeve geit van meneer Seguin (naar een verhaal van Alphonse Daudet over een geit die zich een hele nacht verdedigde tegen een wolf, bij het ochtendgloren opgelucht ging rusten en prompt verorberd werd). Die Franstaligen hebben er in de komende weken nood aan om te worden gerustgesteld over de Vlaamse intenties, en niet om hun diepste vrees werkelijkheid te zien worden." Gerustgesteld worden door een onderhandelde oplossing die voor Delvaux alleen maar kan heten dat de Vlamingen grondgebied moeten afstaan, want anders zijn het toch geen goede staatsburgers? Wie zijn hier de wolven. Maar natuurlijk moeten de Vlamingen verorberd worden, "uit respect voor de rechten van beide kanten".

Er is dus nog steeds niet veranderd aan de opstelling van Delvaux en haar achterban: communautaire vrede kan er alleen komen als de Franstaligen meer Grund und Boden krijgen. (*) Er speelt natuurlijk niet alleen de vraatzucht voor 'eigen' grond, maar ook deze naar geld. De studiedienst van het FDF becijferde vorig jaar dat een overdracht van de zes faciliteitengemeenten naar Brussel een fiscale overdracht van 75 miljoen euro voor Brussel en van 119 miljoen voor de Franse gemeenschap betekent (of die bedragen kloppen, ik zou het niet weten, het FDF gaat daarvan uit). Zo moeten ze het Brussels bestuur veel minder rationaliseren om de boeken te doen kloppen, met bijvoorbeeld een fusie van de 19 gemeenten tot één stad Brussel, en kunnen o.a. Maingain en Moureaux burgemeester blijven, en kunnen ze meer geld stoppen in het Franstalig onderwijs. Pak de poen waar hij te vinden is, maar voor de rest zijn ze 'demandeur de rien'.

Vooruit met de geit: stem de splitsing van BHV

Zoals Jeanne d'Arc hoort Delvaux blijkbaar stemmen die haar inspireren tot strijdlustige oproepen. Waarom de militaire commandante Jeanne d'Arc door de katholieke kerk heilig werd verklaard is mij een raadsel. De huidige Jean d'Arc van Dilbeek staat een heiligverklaring waarschijnlijk alleen te wachten bij rabiate Vlamingenhaters, als die hun slag thuis halen. Ik kan alleen maar mijn eerdere verzuchting herhalen: als de Franstaligen vrede blijven weigeren, en alleen maar in militaire termen van verovering denken, dan moet de eenzijdige splitsing van BHV door de Vlamingen maar zo snel mogelijk gestemd worden. Als dit het einde van het huidige België betekent, ligt dat einde uitsluitend in handen van de Franstalige ministers. (Artikel: Vlaamse partijen: stel nu voor BHV een 'onderhandelde oplossing' voor)


(*) De laatste jaren hebben we via Dienstencheques poetsvrouwen in huis gehad uit Kosovo, Sierra Leone, de Kaapverdische Eilanden, de Fillipijnen, Turkije, Marokko en Polen. Allen spraken ze een verstaanbaar tot zeer behoorlijk Nederlands, meestal veel beter dan onze inheemse Franstalige ministers.

De Standaard, 7.11.09, vertaling van het editoriaal van Béatrice Delvaux

Herman ja, Yves nee

De job van Europese topman - ooit zo begerenswaardig in onze ogen, de welverdiende pluim op de hoed van een Europese grondlegger - verloor al zijn glans. Van Rompuy weg als eerste minister tot meerdere eer en glorie van Europa? Geen sprake van, onmogelijk. Kom het later misschien nog eens vragen

Maar onze nationale trots, ons gezond verstand en onze natuurlijke neiging tot zelfopoffering voor het algemeen belang halen al snel de bovenhand. Deze benoeming zou een eer zijn en deze Belg hoeft geen stroman ten dienste van grote naties te zijn. Optimisten vinden dat een Belg aan het hoofd van de Europese Raad onze identiteit in de verf kan zetten, kan doen opleven en aan de top brengen. En als alleen Van Rompuy de Belgische toekomst nog kan verzekeren… Die toekomst hangt toch al aan een zijden draadje.

Goed. Van Rompuy vertrekt naar Europa en wij blijven met ons probleem zitten. De man die een manier vond om de Belgische bazaar te doen draaien, nadat anderen rampzalige, zelfs ronduit desastreuze pogingen deden - die man, Van Rompuy dus, - mag vertrekken. Op één voorwaarde: dat zijn opvolger van hetzelfde kaliber is, dat die weet hoe hij België moet regeren en een oplossing moet zoeken voor akkefietjes genre BHV die niks minder dan ons voortbestaan bedreigen. Wat voor zin heeft het voor België om een Europese president te leveren, die dan bijna staatloos blijkt of wiens vaderland op ontploffen staat? Meewerken aan de schepping van Europa zonder onze eigen toekomst te vrijwaren, zou onverantwoord zijn tegenover de Belgische burgers. In de veronderstelling dat niet alleen Van Rompuy onze reddende engel kan zijn, zijn de partijvoorzitters en vooral de leiders van de CD&V, verantwoordelijk voor de intrinsieke, onpartijdige kwaliteit van de opvolging. Hoe hoogdringend ook, hoe onverwijld men ook moet handelen, die opvolger kan in geen geval Leterme zijn. Kans gekregen, kans gemist. Van Rompuy kan de zijnen nog een laatste dienst bewijzen voor hij vertrekt: zijn veto uitspreken tegen Leterme.

Oorspronkelijk editoriaal in Le Soir van 6 nov '09: Van Rompuy, oui... si Leterme c'est non !

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>