20 maart 2009

Woonrecht: dode mus

In het Vlaams regeerakkoord staat dat een uitdovend woonrecht zal gewaarborgd worden voor de duizenden permanente bewoners van een weekendverblijf. De Vlaamse parlementsleden beweren dit nu gedaan te hebben in het gewijzigd decreet RO. Ze liegen. En in tegenstelling tot de afbraak van enkele huizen in Doel, liggen daar helaas blijkbaar weinigen van wakker.

Woensdag 18 maart '09 keurde de plenaire vergadering van het Vlaams parlement een decreet goed met een hele reeks grondige wijzigingen inzake ruimtelijke ordening. Een van de punten betreft het zogenaamde 'uitdovend woonrecht' voor mensen die, tegen de regels in, permanent in een weekendverblijf wonen.

Het Regeerakkoord 2004-‘09 zegt hierover:
“We zetten de resolutie over de weekendverblijven van het Vlaams Parlement van 15 januari 2003 om in decretale regelgeving. Zo bieden we eindelijk rechtszekerheid. We zorgen zoveel als mogelijk voor een planologische oplossing. Wanneer dit niet mogelijk is waarborgen we een uitdovend woonrecht”.

In die resolutie van 2003 kan men lezen:
"Overwegend dat..
3° een groot aantal weekendverblijven ook permanent bewoond worden met een brede diversiteit aan wooncomfort;
4° ook een groep minderbedeelden, bij gebrek aan sociale woningbouw, hun toevlucht hebben gezocht in een goedkopere, maar illegale vorm van woningbouw;....
vraagt de Vlaamse regering bij het voeren van een concreet beleid inzake de weekendverblijven uit te gaan van de volgende krachtlijnen... Wanneer geen planmatige oplossing kan worden gerealiseerd en mits het weekendverblijf op 1 juli 1999 effectief permanent bewoond is door de huidige eigenaar en/of bewoner, dient de Vlaamse regering over de mogelijkheid te beschikken om de vordering tot afbraak om sociaal dwingende redenen te koppelen aan een uitdovend woonrecht op betreffende locatie tot op een billijke wijze in een geschikte herhuisvesting kan worden voorzien."

In de memorie van toelichting van het gewijzigde decreet RO (Stuk 2011 (2008-2009) – Nr. 1) kan men nu, anno 2009, over dat 'woonrecht' lezen: "Eén en ander vormt de ratio voor de creatie van het woonrecht als 'persoonsgebonden' recht; het gaat om een niet overdraagbaar recht. Daarenboven wordt een redelijke maximumtermijn vooropgesteld: voor verblijven die niet onder een planologische oplossing vallen, geldt het gedogen tot 2029 (verlengbaar tot 2039). Die termijn is redelijk, in het licht van de gevorderde leeftijd van de meeste permanente bewoners. Jongere bewoners kunnen binnen deze gedoogtermijn zeer zeker uitkijken naar passende oplossingen. Gedurende de uitoefening van het woonrecht kan de permanente bewoning geen aanleiding geven tot vervolging. Overige inbreuken met betrekking tot het weekendverblijf (bvb. een illegitieme aanbouw) kunnen uiteraard wél tot een vervolging leiden. Tijdens de duur van het woonrecht geldt ook de regel dat alle herstelmaatregelen met betrekking tot het permanent gebruik van het weekendverblijf worden geschorst. Dat geldt eveneens voor (de verjaring van) het recht van de overheid om ambtshalve tot de uitvoering van dergelijke herstelmaatregelen over te gaan."

In het verslag van de bespreking van dit wijzigingsdecreet in de commissie feliciteert Patrick De Klerck (VLD) de minister en zijn administratie met het voorliggende ontwerp van decreet. Hij ziet het ontwerp van decreet als een stap naar een meer menselijke ruimtelijke ordening... Verder: "Ook voor de weekendverblijven komt er een duidelijk kader. In bepaalde gevallen kan er een planologische oplossing via recreatief wonen of gedeeltelijk recreatief wonen worden geboden. In de andere gevallen krijgen de bewoners een uitdovend woonrecht maximaal tot 2039. Die uiterste termijn geldt enkel voor jonge gezinnen. Meestal zal dus 2029 de einddatum zijn."

Minister Van Mechelen, tijdens de bespreking in de commissie, volgens het verslag: "Het ontwerp van decreet creëert met het uitdovende woonrecht een rechtszeker kader. Over de termijn tot 2029 kan men discussiëren, maar de minister laat opmerken dat het probleem al sinds 1971 op de politieke agenda staat. 38 jaar geleden werd voor het eerst een oplossing voor de problematiek van de weekendverblijven aangekondigd. De minister pleit voor rechtszekerheid voor iedereen, waarbij de spelregels strikt bepaald zijn. Slechts op die manier kan er een menswaardige oplossing worden geboden voor een decennialang aanslepend probleem. Die oplossing kan misschien nog worden verfijnd maar de minister ziet, ook na de hoorzittingen, geen reden om nog veel te wijzigen... De minister meent dat het ontwerp van decreet op het vlak van handhaving tegemoet komt aan de resolutie van het Vlaams Parlement van 15 januari 2003 betreffende de problematiek van de weekendverblijven (Parl. St. Vl. Parl. 2002-03, nr. 1484/1-3). Wanneer geen planologische oplossing mogelijk blijkt, wordt aan de permanente bewoners bovendien een aanvullend woonrecht tot ten minste 31 december 2029 verleend. Dit komt volgens de minister neer op het door de resolutie geambieerde ‘uitdovend woonrecht’. Dit woonrecht vervalt in lijn met de resolutie wanneer aan de betrokkenen een geschikte herhuisvesting wordt aangeboden."

Allemaal gelogen
Wat een mooie woorden: wij waarborgen een uitdovend woonrecht, er geldt het gedogen tot minstens 2029, het decreet creëert een rechtszeker kader, een menselijke ruimtelijke ordening, een menswaardige oplossing... Daar is niets van waar. Het is om het plastisch uit te drukken een 'bulschitt' regeling. Er moet aan een hele reeks voorwaarden worden voldaan om zo een woonrecht te kunnen krijgen:
1. Vooreerst moet de constructie (hoofdzakelijk) vergund zijn, anders geldt er geen woonrecht. Het is evident en al tientallen jaren bekend dat veel weekendverblijven niet vergund zijn, of zelfs als ze vergund werden, er verbouwingen en uitbreidingen werden uitgevoerd zonder vergunning - om er bijvoorbeeld permanent te kunnen wonen - waardoor ze dan weer niet meer 'hoofdzakelijk vergund' zijn.
2. Daarbij moet ze voldoen aan de normering inzake veiligheid, gezondheid en woonkwaliteit van de Vlaamse wooncode. Afgevaardigden van de meerderheid dienden hierover een 'zeer sociaal' amendement in. De Wooncode bepaalt dat een niet-conform bevonden woning in sommige gevallen voor renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken in aanmerking komt. De permanente bewoners van een weekendverblijf kunnen met dit amendement van dezelfde regeling genieten. Indien een niet-conform verblijf (dat voor het overige dus wel moet voldoen aan alle criteria van het decreet, ook vergund zijn) volgens het conformiteitsonderzoek in aanmerking komt voor renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden, wordt het verblijf in aanmerking genomen voor het woonrecht, op voorwaarde dat de werkzaamheden worden voltooid binnen bepaalde termijnen. Gezien punt 1, heeft dit 'sociaal amendement' dus weinig of geen zin. Als het weekendverblijf al niet vergund is, kan er geen vergunning bekomen worden voor renovatiewerken.
3. Men moet reeds minstens een jaar ingeschreven zijn in de gemeente op het adres van het weekendverblijf op de dag van de inwerkingtreding van het decreet.
4. De bewoners mogen geen eigenaar of vruchtgebruiker zijn of worden van een andere woning.
5. Zij mogen geen aanbod tot herhuisvesting afslaan. Het woonrecht vervalt bij het eerste aanbod tot herhuisvesting door de overheid. Die bepaling is zeer ruim geformuleerd, en bevat geen vereisten waaraan de nieuwe woning moet voldoen, bijvoorbeeld een maximumprijs.

Het zal wel niet verbazen dat er geen woonrecht toegestaan wordt in natuurgebied met wetenschappelijke waarde en in natuurreservaat.

Is DAT een 'menswaardige' oplossing?
Het juiste aantal weekendverblijven is niet bekend. Volgens een studie van de Koning Boudewijnstichting van 1985, ging het toen om een goede 16.000 illegale WE-verblijven. In 1974 dienden meer dan 20.000 eigenaars van een weekendverblijf een aanvraag in, na de oproep van toenmalig staatssecretaris D'Hoore van september 1974 om zich te melden met het oog op de regularisatie van hun weekendverblijf. (Waar daarna niets mee gebeurde. De meeste dossiers zijn nadien zelfs 'zoek geraakt'...). Het gaat dus om vele tienduizenden, legale en minder legale, waarvan een deel permanent bewoond worden. Hoeveel juist, is ook niet bekend. Gazet van Antwerpen schreef op 25 januari '08 dat het in het arrondissement Turnhout alleen al om 1.954 permanente bewoners ging. Volgens een artikel in Het Laatse Nieuws van 27 februari '08 waren in Sint-Gillis-Waas 40 van de 110 weekendverblijven permanent bewoond. Het gaat dus om vele duizenden die hun toevlucht nemen tot permanente bewoning van een weekendverblijf. Omdat ze een klein pensioen hebben, omdat ze niet rond komen om zich een betere woning te betalen, omdat er nog ongeveer 75.000 kandidaat-huurders op een wachtlijst staan voor een sociale woning. De meeste van die permanente bewoners ('een groep minderbedeelden' zegt de resolutie van 2003) zullen dus geen 'woonrecht' krijgen, omdat de eisen veel te hoog liggen. Er wachten hen dus verder PV's, dwangsommen en afbraakvonnissen. En dat wordt verkocht als een 'menswaardige' oplossing..

Of die mensen nu in een weekendverblijf wonen of in een sociale woning, ze nemen er niet minder ruimte mee in. In tegendeel zelfs. Het is dus geen probleem van 'ruimtelijke ordening', behalve voor sommige voorvechters van de 'open ruimte', die blijkbaar belangrijker is dan een woonrecht voor mensen. Zoals architect Bob Van Reeth het ooit formuleerde: 'het platteland is voor de koeien, niet voor de mensen'. Het is echter wel een sociaal en maatschappelijk probleem. Groen organiseert dan wel een ontbijt tegen afbraak van woningen in Doel, maar als het om de permanente bewoners van weekendhuizen gaat, staat ze aan de kant van de afbrekers. De socialistische (?) partij loopt hier de groenen achterna, die opkomen voor de 'open ruimte', en zo krijgt men een zogenaamde 'oplossing' voor de permanente bewoners van weekendverblijven, die er geen is.

Waarom kan men niet zonder enige eis de mensen die nu permanent in een weekeindverblijf wonen, een uitdovend woonrecht toekennen? Ook als dit verblijf niet vergund is, ook als ze er nog maar pas zijn komen wonen. Volgens het Nationaal Komitee van Weekendverblijvers en Vaste Bewoners (NKWV) weigeren sommige gemeenten de permanente bewoners in te schrijven. Die kunnen dus ook al geen uitdovend woonrecht krijgen, ook als de constructie zelf als weekendverblijf is vergund. Men moet ook al een jaar voor de inwerkingtreding ingeschreven zijn in de gemeente op het adres van het weekendverblijf om dat woonrecht te kunnen krijgen. Er zouden er namelijk een aantal 'kunnen van profiteren' om er nog snel-snel te gaan wonen, is het antwoord van de politici. En dan?.. Het is toch een uitdovend recht, en enige mildheid zou de politici van links tot rechts alleen maar sieren. Toch beter nog wat meer permanente bewoning van weekendverblijven door mensen die hiermee zelf een oplossing vinden voor hun tekort aan geld, dan nog meer mensen die aanschuiven bij het OCMW of de wachtlijsten verlengen voor een sociale woning. Niemand gaat toch permanent in een klein weekeindverblijfje wonen omdat hij dat zo fantastisch vindt, maar uit noodzaak. En waar moeten ze anders naartoe? Geen enkele politicus geeft daar een oplossing voor aan. De permanente bewoners hebben geen andere keuze dan in hun weekendhuisje te blijven wonen, maar ze zien hun oude dag wel volledig vergald en gedomineerd door deurwaarders en processen. Dat heet dan een rechtszeker kader voor een menselijke oplossing.

De Walen doen het beter..
Volgens Doel 2020 is "wat in Doel momenteel gebeurt, nergens anders in Europa denkbaar". Is wat met de permanente bewoners in Vlaanderen gebeurt, ergens anders in Europa denkbaar? Toch zeker al niet bij onze Waalse landgenoten, die reeds in 2003 een 'plan HP' uitwerkten. 'HP' staat voor 'habitation permanente' en het plan is een globaal actieplan van het Waals Gewest om het sociaal probleem van de permanente bewoning in caravans en weekeindhuisjes op te lossen. Het aantal permanente bewoners wordt er geraamd op een goede 10.000. Het probleem is het grootst in de provincie Namen, omwille van de ruime toeristische infrastructuur (Dinant, Durbuy,..) die hiervoor 'ingepalmd' werd (meer dan 50% van de permanente bewoning in Wallonië). Ongeveer 25% situeert zich in de provincie Henegouwen en 10% in de provincie Luik. Het plan werd op 13 november 2002 door de Waalse regering goedgekeurd en voorziet in een eerste fase vanaf 2003 de herlocalisatie van mensen die permanent in caravans wonen op kampeerterreinen met overstromingsgevaar. De betrokkenen worden onder meer geholpen door OCMW en gemeente, krijgen een premie van 5.000 euro om hun caravan op te geven, de gemeente krijgt een premie van 2.000 euro om deze op te ruimen. Van gedwongen afbraak is er geen sprake zolang er geen definitieve betere behuizing betrokken is. Er staat in het HP-plan geen woord over processen, dwangsommen of andere strafrechtelijke maatregelen. Een deel van de terreinen zou met gemeentelijke BPA's omgezet worden in gebieden voor permanente bewoning, met premies voor verbetering van de kwaliteit van de woning. Het HP-plan moet het Waals Gewest de mogelijkheid geven "een humanistische houding te combineren met een realistische visie op het budgetaire vlak, die rekening houdt met de keuzes van de manier van leven van de Walen en zich soepel aanpast aan sociale situaties, naar het beeld van een Wallonië waar het goed leven is." De tekst van het eerste besluit.(Later nog gewijzigd bij besluiten van 27 mei '04, 27 jan '05, 22 maart '07, 25 okt '07 en 6dec '07).

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>