31 augustus 2011

Gij zult wel oordelen

Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Wie het zich permitteert een moreel oordeel uit te spreken over andermans levenswandel krijgt algauw deze uitroep uit Mattheus 7:1 voorgeschoteld.

Vaker nog allicht een "Bemoei U met uw eigen zaken" of zo – de meesten zullen immers in nauwelijks nog een zin uit de Bijbel kunnen citeren. Varianten zijn ook “de straat is van iedereen” (wat juist is, maar niet inhoudt dat iedereen daar gelijk wat mag doen) of “wat mensen in de slaapkamer doen gaat niemand anders aan”. Of het afdoen van kritiek op vulgariteit als een inbreuk op de vrijheid van mengsuiting. De idee dat esthetische smaken verschillen wordt misbruikt om elke morele beschouwing bij bepaalde soorten muziek of andere expressievormen de kop in te drukken, zoals Theodore Dalrymple mocht ervaren na zijn kritiek op sommige vormen van populaire muziek (1). Kritiek op religie verwordt dan tot een verboden fobie, kritiek op zogenaamde lifestyle een aanslag op iemands “identiteit”. Britse auteurs hebben deze houding de naam non-judgmentalism gegeven. Ze wordt vaak ideologisch onderbouwd met de stelling dat iedereen zijn eigen opvatting van het goede leven mag hebben en nastreven. De multiculturele ideologie gaat er ook vaak mee gepaard: zij verbiedt immers elke opvatting die op een bepaald gebied de normen of praktijken van de ene cultuur “beter” vindt dan die van de andere.

Bij nader toezien bestaat er zowel een liberale als een socialistische variant van dit non-judgmentalism. In de liberale variant wordt zowat alles aan het morele oordeel van anderen onttrokken zolang er maar geen belastinggeld voor wordt gebruikt. In de socialistische variant moet elke lifestyle bovendien ook nog eens met belastinggeld worden ondersteund. Wanneer iemand vaststelt dat vele aspecten van die levenswandel het maatschappelijk weefsel vernietigen, de kansen van de kinderen zwaar hypothekeren en meer algemeen de zwakkeren in alle opzichten ongezond houden, wordt op de boodschapper geschoten. Wijst men erop dat in veel van die populaire cultuur geweld en immoraliteit worden verheerlijkt, duurt het geen dag of men wordt voor verzuurd uitgescholden. Anders dan die liberale of socialistische nonjudgmentalisten vinden gemeenschapsdenkers het wezenlijk dat mensen moreel worden opgevoed en op hun moraliteit worden aangesproken en in het sociale leven ter verantwoording worden geroepen. Recent analyseerde de Hongaars-Britse socioloog Frank Furedi in een lezing te Leuven nog de perverse verwarring tussen tolerantie of ‘een open geest hebben’ en gebrek aan moreel oordeel (2). Er is voorts ook niets neoliberaals aan om die morele verantwoordelijkheid ook van de zogenaamde onderklasse te eisen, zolang men hetzelfde oordeel ook aanwendt jegens de “rijken”. Wie hoofdstuk 7 van het Mattheüsevangelie voortleest, zal trouwens dadelijk merken dat de passage gericht is tegen diegene die met twee maten en gewichten meten: “want met het oordeel, waarmede gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden, en met de maat, waarmede gij meet, zal u gemeten worden (7.2)”. Om die reden dan maar niet willen oordelen is dan vaker een vorm van lafheid dan van openheid van geest.

(1) Zie Th. Dalrymple, "Geen rock, maar barok", http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=LE3A4NQL en de reacties in de Standaard de dag nadien, waaronder van de Standaard-redacteur Peter Vantyghem "Klereherrie", http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=HO3A98UN&s=1
(2) Multatulilezing Leuven 30 maart 2011 door Frank Furedi, "De ambivalente implicaties van tolerantie", voorstelling op http://www.multatuli-lezing.be/page.php?LAN=N&ID=518&CID=18&FILE=congres_subject&PAGE=1. Het thema wordt ook uitgewerkt in zijn boek "On Tolerance: The Life Style Wars: A Defence of Moral Independence", http://www.continuumbooks.com/books/detail.aspx?BookId=159026

Deze column verscheen (zonder voetnoten) in Doorbraak september 2011.

Read more...

30 augustus 2011

Zelfs de N-VA heeft het nog niet begrepen (Hoegin)

Zelfs de N-VA heeft het, na 13 juni 2010 én meer dan één jaar onderhandelen met de Franstaligen, nog steeds niet begrepen. Dat is toch de conclusie waar ik mee zit na het bekijken van het interview van Bart de Wever op Terzake eerder deze week. Kan men dan verwachten dat CD&V en Open Vld het wel al zouden begrepen hebben, om over de Nederlandstalige bijhuizen van PS en Ecolo nog maar te zwijgen?

Je zou denken dat na meer dan een jaar onderhandelen met de Franstalige partijen om uiteindelijk op een redelijk achterbakse wijze bij het groot vuil te belanden, de N-VA terug zou grijpen naar haar partijprogramma en een separatistisch discours zou aanslaan. Daar was zelfs enige hoop toe, althans voor wie vluchtig de titel boven het interview van Liesbeth Homans met De Standaard meer dan een maand geleden gelezen had. «Dit is Vlaanderen tegen Wallonië.» En nog: «Met geen enkele Franstalige partij is tegenwoordig een degelijk compromis mogelijk.» De conclusie dat het dus met België niet meer kan hangt daarmee voelbaar in de lucht, maar uitgesproken werd ze in het interview evenwel niet.

Het was Bart de Wever zelf die in Terzake verwees naar dat interview, en onderstreepte dat in de uitspraken die Liesbeth Homans in dat interview deed geen separatisme verscholen zat. Een ander sleutelmoment in het interview was het ultieme voorstel van Bart de Wever om de institutionele crisis op te lossen als de andere Vlaamse partijen de N-VA alsnog zouden volgen, en Elio di Rupo in de kou zouden laten staan. Hoe omschreef Bart de Wever dat voorstel? Neen, niet «Vlaanderen 1.0», maar wel «België 2.0», en nog wel door middel van de invulling van grondwetsartikel 35. Je gelooft je oren niet.

Want is het niet aandoenlijk om te zien dat de grootste partij van Vlaanderen, nadat ze op zulke groteske wijze door de Franstaligen bij de bok werd gezet, toch nog steeds trouw blijft aan het ene en ondeelbare België? En dat dit gebeurt uitgerekend op het ogenblik dat de Franstaligen openlijk discussiëren welke minimale schijnsplitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor hen nog aanvaardbaar is, met het uti possidetis-principe in het achterhoofd om bij een eventuele splitsing van België toch nog aanspraken te kunnen maken op een zo groot mogelijk deel van Vlaams-Brabant? Als kiezer in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde moet je straks al blij zijn dat je zoveel keuze hebt uit separatistische partijen, met onder meer de PS, de cdH, Ecolo en MRFDF. In de andere Vlaamse kieskringen moeten de kiezers het immers stellen met alleen maar het Vlaams Belang dat niet blijft vasthouden aan het voor sommigen blijkbaar nog steeds zeer dierbare België.

De N-VA gedraagt zich dan ook als een maîtresse, die net een flink pak rammel heeft gekregen voor ze gedumpt werd, en nu hoopt dat het huwelijk van haar minnaar toch nog zal mislukken zodat hij snel weer naar haar zal kunnen terugkeren. Om met hem een «liefdesnestje 2.0» op te bouwen! En deze keer hopelijk zonder verborgen agenda's, zonder de vernederingen – Comment est-ce qu'il ose?, niet waar? – en de regelmatige pakken slaag, om over de gretige vingers in de portefeuille en het spaarvarken nog maar te zwijgen. Ik vrees echter dat zolang de N-VA niet verder raakt dan een bede om te overwegen grondwetsartikel 35 in te vullen, de Franstalige partijen weinig onder de indruk zullen zijn.

Zij zullen dat ook niet zijn als ze vernemen dat de N-VA in de Vlaamse regering zal blijven zitten, ook al zouden CD&V en sp.a er het regeerakkoord schenden. Bart de Wever vertelt klinkklare nonsens wanneer hij zegt dat de N-VA niet uit de Vlaamse regering hoeft op te stappen als ze zich aan het regeerakkoord houdt. Partijen stappen niet uit een regering omdat zíj het regeerakkoord willen schenden, maar omdat anderen dat gedaan hebben, of van plan zijn te doen. Het zal in voorkomend geval dus wel degelijk aan de N-VA zijn om uit de Vlaamse regering te stappen, niet CD&V of sp.a. Met zijn uitspraak dat de N-VA hoe dan ook blijft zitten geeft partijvoorzitter Bart de Wever niet meer of niet minder dan carte blanche aan zijn voorlopig nog Nederlandstalige Noord-Belgische coalitiepartners. Die weten nu immers dat ze rustig voluit mogen gaan in hun toegevingen aan de Franstaligen om de fel begeerde federale portefeuilles eindelijk in de wacht te kunnen slepen. Problemen in de Vlaamse regering zal dat immers zeker niet veroorzaken, want de N-VA blijft er lekker zitten! Het had erger gekund voor Wouter Beke en Caroline Gennez.

Labels: , , , ,

Read more...

23 augustus 2011

Chokri Mahassine: eerst lolbroek, nu martelaar

Hoe emo-journalistiek en politiek theater na een fatale windhoos in elkaar dreigen te haken

Tranen met tuiten. Niet alleen bij de nabestaanden van de vier overleden jongeren, maar ook bij alle festivalgangers, en meteen daarna in heel Vlaanderen, ook bij wie nog nooit van Pukkelpop had gehoord. 14 bladzijden plakkerige emo-journalistiek in de weekendeditie van De Standaard, nog overtroffen door het Belang van Limburg met zestien pagina’s brood-en-spelen. Dit jaar geen moppen over tentensletjes maar wel grootscheeps gesnik en gesteun, waarbij toch één christelijke sekte het heeft over “de straf van god”. Maar de “organisatie treft geen blaam”, zo vindt het parket en zo blokletteren alle kranten.


De beeldvorming ondersteunt deze vroege vrijspraak, of is het omgekeerd? Woorden over “verbondenheid”, troost en “steun zoeken”, grote foto’s van meisjes en jongens die in elkaars armen vallen, artiesten die organisator Chokri Mahassine hun steun betuigden en zelfs ronduit knuffelden (“lieve Chokri”). Vooral deze laatste knuffelsessie stoort me. Uiteraard heeft de heer Mahassine die dodelijke windhoos (sorry, het KMI spreekt van “valwind”) niet besteld. Maar als organisator is en blijft hij het aanspreekpunt voor kritiek. Er was het ontbrekend rampenplan, de chaos en de falende interne communicatie (met GSM’s terwijl het netwerk plat lag, in plaats van een eigen draadloos systeem), en de dubbelzinnige communicatie na de ramp. In alle media klonk het eenstemmig dat de organisatie geen schuld trof, en dat ons niet anders restte dan collectieve verslagenheid. De analyse verdronk zo bij voorbaat in de emotionaliteit.

Op de webstek van de NOS klonk het heel anders. Daar gewagen Nederlandse festivalgangers van een “typisch Belgische” chaos. Helemaal zijdelings konden we ook vernemen (maar dat waren dissonanten in het rouwkoor) dat er flink wat gejat werd in de Pukkelpop-verwarring: massapsychologie is een boeiend vak.Gezien ik er niet bij was, moet ik dus afgaan op getuigenissen. En, sorry, kritische geluiden van nuchtere Hollanders klinken voor mij geloofwaardiger dan het oeverloze geschwärm van de door de media opgepepte “massale rouw”.

‘Het was een ongeorganiseerde puinhoop. Mensen liepen van hot naar her, bijna als kippen zonder kop. De communicatie vanuit de organisatie was slecht en ambulances reden af en aan. Het maakte er niet leuker op; luguber zelfs. Het waren bizarre uren tussen zes en twaalf.’

Ik vind dus dat Chokri iets te gemakkelijk wegkomt, met dank aan de Vlaamse media. We kennen de goedlachse Pukkelpop-organisator als BV, jeugdidool, én Vlaams parlementslid voor de S.PA. Tot hiertoe verliep die synergie vlekkeloos. Maar als er doden vallen, door welke oorzaak ook, mag er wat meer gedaan worden dan bekketrekken. Het kan niet zijn dat iemand die altijd positief in de mediabelangstelling komt dankzij een populair muziekfestival, en daar ook de persoonlijke politieke baten uit puurt, niét voor zijn verantwoordelijkheid gesteld wordt als het misloopt.

Op dat moment de martelaar uithangen is niet ernstig. Wie Chokri op het VRT-zondagavondjournaal (21/8) quasi-strompelend uit het kerkje van Kiewit heeft zien komen, ondersteund door een jonge vrouw (echtgenote? verloofde?), beseft dat we hier met wansmakelijke theatraliteit te maken hebben. Dit deed me denken aan kermiskreupelen met een verstopt tweede been om medelijden op te wekken. Ik wil er hier even aan herinneren dat C. Mahassine tot de invloedssfeer van Steve Stevaert behoort, waar ook creaturen als Noël Slangen de dienst uit maken. Ik weet niet of Slangen Chokri even gebriefd heeft, maar het komt wel uit zijn keuken: wie in het oog van de storm (letterlijk) dreigt te staan, moet zich klein maken en als slachtoffer opstellen.

Dat is het wat Mahassine deed: de kritiek bij voorbaat ontlopen door aan de kant van de slachtoffers te gaan staan. Maar in welke zin is hij een slachtoffer? Financieel doet het hem wellicht niets want hij is degelijk verzekerd. Het rampenfonds zal bijspringen en tickets worden niet terubetaald. De echte gedupeerden zijn de kleine kraamhouders op en rond de weide, die op het einde zelfs gratis hun waar uitdeelden zonder dat iemand hen dat zal vergoeden. Persoonlijk-emotionele schade dan? Chokri een gebroken man? Ik twijfel er sterk aan. In de persconferentie, de eerste uren na het gebeuren, scheen hij vooral luidop te piekeren over het feit of het feestje nu nog wel door kon gaan. Drie doden volstonden niet, vijf naderhand wel.

Macht, rouw en massahysterie

Zo komen we bij een gewaagde deconstructie: deze van de zogenaamde collectieve rouw, dé dominante ondertoon van heel de Pukkelpop-perceptie. Afgezien van het feit dat de plusminus 200 jonge verkeersdoden per jaar in België geen moment van collectieve bezinning, laat staan rouw, waard zijn, lijkt me het grootschalig rouwproces een leugen die de echte emotie platdrukt. Rouw kan nooit massaal zijn. Bij de begrafenis van Koning Boudewijn was de sfeer zo opgepept dat massa’s Belgen konden wenen zonder verdriet. Het is een effect, vergelijkbaar met dat van de smartlap. Echt verdriet is namelijk individueel of gedeeld binnen een kleine groep, een gezin, een hechte gemeenschap. Een massa kan niet rouwen, in de authentieke zin, omdat een massa geen emoties heeft. Althans geen existentiële emoties. Veeleer gaat het om door de media geïnduceerde golven van sentiment, die op het randje van de hysterie kunnen geraken. Uiteraard zijn pubers extra gevoelig voor deze impulsen.

We zien dat ook in het “Oslo-drama” (de stereotiepe achtervoegsels “drama” en “tragedie” spelen uiteraard zelf een rol in de uitlokking van het massasentiment). In de maand na Breiviks exploot creëerde de nationale rouw een sentimenteel-collectief flou zonder begin of einde. Verplichte tranen, overgemediatiseerde uitdrijvingsrituelen (zoals de overlevenden die de plaats van actie terug gingen bezoeken). Er hing bovendien een zweem van meta-politiek opportunisme over: de koning en de premier van Noorwegen legden via de massarouw een absolute maatschappelijke consensus (“cohesie”) op die puur fictief was, maar die ook niet in vraag kon gesteld worden. De “nationale rouw” was voor premier Jens Stoltenberg het alibi voor een 30-dagen durende mediadominantie: tel uit uw politieke winst. Wie deze observatie als cynisme afdoet, onderschat misschien het cynisme van de politieke ratio zelf, ook in Noorwegen.

De slagzin “Dit drama zal ons, Noren, sterker en, eendrachtiger maken”, lijkt onschuldig, maar eigenlijk gaat het om een opgelegde kuddegeest. Verstild fascisme als het ware, waarbij elk afwijkend geluid haast als obsceen wordt gebrandmerkt. De heksenjacht op de vermeende “medeplichtigen” van Breivik (iedereen dus die ooit een mail van de man heeft ontvangen) hoort bij deze psychose. De theatraliteit die van bovenuit en via de massamedia wordt geregisseerd, -ook al ziet het er allemaal zo “spontaan” uit,- troost nauwelijks de nabestaanden (integendeel, ze worden door de pers belaagd), maar verontschuldigt vooral het systeem. De massa weent en voelt zich “innig verbonden”. Kan de macht zich iets beters wensen?

Zo zijn we weer bij Chokri en zijn kruisgang in Kiewit. Met de onvermijdelijke Hilde Claes, Hasselts burgemeester, nog een lid van de Stevaertclan, én dochter van Willy Claes, steeds in zijn nabijheid, kan ik niet anders dan het hypertheater van Chokri duiden als een proeve van demagogie. Als rouw, in de Freudiaanse zin, een vorm van zelfagressie is, vermengd met latente schuldgevoelens, dan is de door deze politici uitgelokte massarouw een poging om menselijke weerbaarheid (waaruit dan kritische attitudes zouden kunnen ontstaan) af te dempen. We moeten wenen, veel wenen, zo geraken we onze frustraties kwijt op momenten van tegenslag. “Stille marsen”, brandende kaarsjes, praatgroepen, knuffelsessies en rouwregisters kunnen eveneens helpen. Ook het opzetten van een speciale webstek om alle emoties te kanaliseren en te recupereren, is dan een prima tactiek.

Chokri Mahassine is de man die door Stevaert is vooruitgestuurd om jong kiespubliek aan te trekken, in de context van een vrolijke, hippe popcultuur, met dat jaarlijks festival als uitsmijter. Meer moest hij eigenlijk niet doen: blijven glunderen. Ik vond het altijd al raar dat de man nooit eens uit die lachkramp geraakte. Zoals de humor een vorm van machtsvertoon kan zijn (de BV-cultuur van altijd dezelfde mediagenieke, goedlachse lolbroeken in allerhande kwis- en praatprogramma’s op TV), zo is de massale melancholie, de obligate rouw, evenzeer een politieke strategie om de kudde samen te houden. We spreken dan over “collectieve verwerking” en “samenhorigheid”. Ook Biza-minister Annemie Turtelboom liet zich wat dat betreft niet onbetuigd. Zij is ook de politica die nog niet zolang geleden een uitval deed tegen elke vorm van politiek radicalisme, waarmee dan speciaal het Vlaams-nationalisme werd bedoeld.

Als politici de verbondenheid prediken, is het opletten geblazen. In het weer kan men van toeval en noodlot spreken, in de politiek anderzijds is niets toevallig. En nu de Kleenex op is, mogen er misschien weer eens onaangename waarheden naar boven komen.

Johan Sanctorum
Read more...

21 augustus 2011

Eurocrisis maakt Vlaamse onafhankelijkheid dringender dan ooit (Hoegin)

In Belgische kringen doet men er schamper over dat de onderhandelaars de komende weken zoveel tijd en energie zullen steken in communautaire pruldossiers zoals de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, de financieringswet en de staatshervorming. België zou het zich niet kunnen veroorloven zich met zulke pietluttigheden bezig te houden op het ogenblik dat er een financiële storm heerst. Maar toont de eurocrisis net niet aan dat Vlaamse onafhankelijkheid dringender dan ooit is?

De stemming aan federale onderhandelingstafel zou gisteren goed geweest zijn, als we de officiële berichten mogen geloven. Iedereen had nog eens zijn standpunt over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde uit de doeken moeten, en naar verluidt verliep dat zelfs op een constructieve wijze. Zelf was ik er niet bij, maar de enorme grijns op het gezicht van Laurette Onkelinx achteraf doet me vermoeden dat de Vlamingen tijdens de séance hun best gedaan hebben om de reeds gedane toegevingen nog eens netjes op te sommen, waarna de Franstaligen de gelegenheid kregen hun verdere eisen nog eens grondig uit de doeken te doen. Ik noteer vooral dat CD&V-voorzitter Wouter Beke de tafel niet verliet toen Charles Michel het standpunt van zijn partij MR en partner FDF meedeelde.

Maar eigenlijk zouden wij dus geen tijd hebben om ons onledig te houden met het verzinnen van allerlei Vlaamse toegevingen om de Belgische Grondwet nog maar eens opzij te schuiven of aan de wensen van de Franstaligen aan te passen. Er heerst immers een storm op de financiële markten, die via Griekenland, Portugal, Spanje en Italië stevig inbeukt op de euro. En daarbij is het eigenlijk al lang de vraag niet meer of ook België het risico loopt aan dat rijtje van landen toegevoegd te moeten worden, maar wel wanneer dat zal gebeuren. Laten we het niet vergeten: eerder deze maand was er nogal wat te doen over de ratingverlaging die de Verenigde Staten bij Standard & Poor's moesten ondergaan, van AAA naar AA+. Ongehoord, vonden sommigen, want het plaatst de VS daarmee in dezelfde categorie als… België. Dat het lang niet zeker is dat België nog lang zal kunnen vasthouden aan die AA+-rating is daarbij natuurlijk een nuance die nogal wat commentatoren in de VS volledig ontging.

Een nuance waarover men in eigen land dan weer niet rept, of toch niet in de vele kwaliteitsmedia die ons land rijk is, is dat België met die AA+ niet bepaald een koppositie inneemt in de Europese Unie. Wie alleen nog maar naar de buurlanden kijkt, weet eigenlijk al genoeg: allemaal –allemaal– hebben ze een AAA-rating. En met uitzondering van Frankrijk zelfs zonder dat daar veel discussie of twijfel over bestaat. Eerste minister Yves Leterme mag dan nog zeggen wat hij wil over de fundamentele sterkte van de Belgische economie in de hoop de AA+-rating nog een beetje langer te mogen behouden, zo indrukwekkend is dat allemaal dan toch ook weer niet. Het verhaal van de «spread» –voor België meer dan twee procent, terwijl ze voor Nederland bij wijlen zelfs negatief is– is volledig consistent met de rating van Standard & Poor's. Ik laat het aan het oordeel van de lezer over of dit betekent dat zowel Standard & Poor's als «de speculanten» er glad naast zitten, dan wel of iemand de bevolking zoals gewoonlijk platte leugens en onzin probeert te verkopen.

Zou het zoveel beter zijn in een onafhankelijk Vlaanderen? Standard & Poor's was zo vriendelijk eergisteren zelf een antwoord op die vraag te geven. Het bureau bevestigde immers de AA+-rating voor Vlaanderen, maar deze keer met een negatief uitzicht. En waarom dat negatief uitzicht? We citeren:
Als we de rating van België zouden verlagen, zouden we dat wegens de verhoudingen tussen de beleidsniveaus ook voor Vlaanderen moeten doen.
Pak vast, laatste der Belgicanen, die vinden dat België nog steeds een meerwaarde betekent voor Vlaanderen. Als de Franstaligen op federaal niveau voet bij stuk blijven houden, en fundamentele hervormingen blijven weigeren, dan zal ook Vlaanderen daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen. Het maakt dan zelfs niet uit of Vlaanderen nog een extra besparingstandje bijsteekt of niet: zolang de PS met de medewerking van de CD&V en de Open Vld op federaal vlak de lakens mag blijven uitdelen, wordt het toch meegezogen in het Belgische financiële moeras. Wat Standard & Poor's overigens verzuimt mee te delen, is waarop de huidige AA+-rating gebaseerd is: op de financiële situatie van Vlaanderen zonder meer, of mag vermoed worden dat zonder de Belgische unie Vlaanderen net zoals de buurlanden ook met een AAA-rating had mogen pronken?

Op een manier klopt het dus dat we de luxe niet hebben om nog te zitten onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde, de financieringswet of zelfs de Plantentuin van Meise. Het wordt tijd dat niet alleen Wouter Beke maar ook Bart de Wever wat haar op zijn borst kweekt, om niet alleen de toekomst maar ook het heden van Vlaanderen veilig te stellen. Als er vandaag gesproken wordt over een opdeling van de Europese muntunie –en de recente uitspraken van Herman van Rompuy horen zonder twijfel in dezelfde categorie thuis als die van zijn partijcollega Yves Leterme– is het maar de vraag aan welke kant van de grens België terecht zou komen. Wie er zonder de minste twijfel van overtuigd is dat België in zo'n scenario in het kamp van de sterke eurolanden terecht zou komen, mag zijn vinger nu opsteken.

Alleen een politieke beslissing, van hetzelfde kaliber als de toenmalige beslissing om Griekenland toe te laten tot de eurozone dus, zal België kunnen behoeden voor een gemeenschappelijk lot met de zogenaamde PIIGS-landen. Een onafhankelijk Vlaanderen daarentegen zou het al een pak gemakkelijker hebben om zich op economische mérites alleen te kunnen verzekeren van een plaatsje bij de Europese sterkhouders Nederland en Duitsland. Van de Franstalige partijafdelingen sp.a en Groen! kan je moeilijk verwachten dat zij enige appreciatie zouden opbrengen voor zo'n «inconvenient truth», net zoals het een zekerheid is dat de CD&V vroeg of laat toch maar overstag gaat en liever het Belgische raison d'état dient dan de eigen partijbelangen, laat staan die van haar kiezers. Maar je zou toch denken dat ze bij de liberale Open Vld in staat zouden zijn om al eens een economische redenering af te maken. Dat ze bij de N-VA-leiding blijven vasthouden aan het Belgische kader, ook na een jaar schijnonderhandelingen die alleen maar tot doel hadden hen eraf te rijden, is echter totaal onbegrijpelijk, en stemt tot nadenken.

Labels: , , , , ,

Read more...

12 augustus 2011

De linkse cultuur van het vandalisme (Hoegin)

Nog voor de eerste Londense relschopper gevat kon worden, stond links al klaar om de échte schuldige met de vinger te wijzen: de Britse conservatieve regering uiteraard. Men kan dan ook niet verwachten dat wie er anders zelf nog eens graag invliegt, zoals bijvoorbeeld bij een IMF-top of op een universitair aardappelveld, het zinlose vandalisme van een bende ontwortelde en losgeslagen jongeren zou veroordelen.

De lezer weet het ongetwijfeld al langer dan vandaag: links hanteert graag twee maten en twee gewichten. Een kleine schermutseling in de marge van een rechtse betoging volstaat al om uitgebreid het beeld van de jaren dertig op te roepen. Steken echter heelder meutes losgeslagen jongeren (en kinderen!) Londen in brand, dan wringt links zich in alle mogelijke kronkels en bochten om toch maar te bewijzen dat ook dát de schuld van rechts is. En dat het linkse geweld, want het zijn wel degelijk de lieverdjes van links die in Londen aan het plunderen zijn geslagen, op één of andere manier toch gerechtvaardigd zou zijn.

Laten we eens beginnen met de «aanleiding» voor de rellen: de dood van Mark Duggan. Wie de «serieuze» pers leest, krijgt vrijwel alleen een rozenrood beeld van de man voorgeschilderd, maar misschien zegt ook hier een foto meer dan duizend woorden links gewauwel. «Vader van vier.» «Schoot niet op de politie.» Semone Wilson, zijn verloofde, verklaarde geschokt te zijn toen ze hoorde dat hij een wapen bij zich had toen hij neergeschoten werd, en wil niets anders geloven dan dat de vader van haar vier kinderen nog geen vlieg kwaad zou doen en gewoon wegliep van de politie. Andere bronnen weten echter te vertellen dat de man cocaïne en crack dealde, en lid was van een gangsterbende. Dat hij een vuurwapen bij zich had was eerder regel dan uitzondering, en al helemaal niet uit pure zelfverdediging of een «subjectief gevoel van onveiligheid», zoals we dat uit andere debatten kennen. Vanop afstand bekeken lijkt het er daarom eerder op dat Mark Duggan omkwam in wat je een «arbeidsongeval» zou kunnen noemen, en dat het slechts een kwestie van snelheid zal geweest zijn als het klopt dat hij zelf geen schot heeft kunnen lossen.

Zoemt links vooral op dat laatste onderdeel van het feitenrelaas in, dan fietst het wel vrolijk voorbij aan de vaststelling dat de man hoe dan ook toch een vuurwapen op zak had. Of in zijn sok, zoals sommigen beweren, en zoals het ook in een Amerikaanse actionfilm zou horen. Van het principiële gehuil van een algeheel verbod op vuurwapens, zoals we een paar weken geleden nog mochten meemaken in de nasleep van de aanslag van Anders Behring Breivik in Noorwegen, hebben we de laatste dagen dan ook weinig kunnen merken. Zo principieel blijkt dat bezwaar tegen vuurwapens dan toch niet te zijn.

Maar de linkse hypocrisie stopt daar uiteraard nog niet. Nog lang voor de politie de eerste relschopper kon oppakken, wist links al perfect wat de oorzaak van de recente «feestelijkheden» in Londen was: de achterstelling in de Londense wijken, en de besparingen van de conservatieve regering. Straf dat amper één jaar coalitiebeleid van de regering–Cameron zulke enorme impact kan hebben, en dat na meer dan een decennium links Labour-beleid. Zelfs op het einde van de Labour-jaren klonk het nog dat alles wat fout liep eigenlijk de schuld van de «vorige» (lees: conservatieve) regering was, maar zulk excuus is misschien een voorrecht waarop alleen maar linkse regeringen aanspraak kunnen maken. Maar straf toch dat het de schuld van David Cameron is, pas in 2010 aan de macht gekomen, dat de 29-jarige Mark Duggan in heel zijn leven nog geen behoorlijke baan heeft gehad, of heeft moeten hebben. Sla er de kranten maar eens op na: genoeg familie –opvallend veel «neven»–, vrienden en buren, maar nergens lees je een relaas van een collega. Een tekening hoeft daar waarschijnlijk verder niet bij…

Als er dan ook één soort beleid met de vinger gewezen dient te worden, dan wel het linkse pamperbeleid waar Mark Duggan en zijn soortgenoten jarenlang van konden genieten. Links klaagt en verontschuldigt dat de relschoppers in de verpauperde wijken een uitzichtloos leven lijden, zonder ook maar enige kans op een deftige baan. Maar geld voor de laatste smartphones om mekaar via sociale media op te ruien, dat hebben ze blijkbaar wel. En een dure smaak wanneer ze in de winkels aan het plunderen slaan ook. Opvallend ook dat ze perfect weten wat ze willen. Ik zou amper weten welke jeans of sportschoenen ik zo snel uit de rekken zou moeten vissen, maar misschien ligt de verklaring er wel in dat zij in hun werkloos bestaan veel van hun tijd verdoen met onschuldig window shopping? Wat ik in ieder geval niet gezien heb, zijn plunderaars die een winkelwagen conservenblikken meesleuren om eindelijk hun honger wat te kunnen stillen, of in een boekhandel met een stapel cursussen aan de haal gaan. Misschien is het wel gebeurd, maar vonden de persfotografen zulke beelden gewoon niet spectaculair genoeg om er een foto van te nemen?

Wat wel opviel waren de ravages bij de kleine buurtwinkeltjes. Alsof precies buren die wel enig initiatief vertonen en op een eerbare wijze aan de kost willen komen alleen maar extra woede opwekken. Om hen een lesje te leren. En wat ook vaststaat, is dat als er ook maar één winkelier het in zijn hoofd zou halen een relschopper een ietsiepietsie te hard aan te pakken, een plaatsje in de gevangenis wél verzekerd zal zijn. En effectief, zonder vervroegde vrijlating, laat staan één of andere alternatieve straf waar alleen maar om gelachen kan worden. Of huisarrest waarvan je zelfs vakantie kan nemen. (En dat ook die winkeliers in de Seefhoek het maar goed in hun oren knopen.) Want zo verontschuldigend links is voor de relschoppers, zo verontrust was het ook over de burgerwachten die her en der opdoken in wijken waar de politie er niet in slaagde de bevolking voldoende te beschermen.

En tot slot kan je natuurlijk niet verwachten dat links het geweld van de eigen lieverdjes zou veroordelen, terwijl het er zelf bij gelegenheid toch zo graag invliegt. De recente studentenbetogingen bijvoorbeeld, uitdrukkelijk gesteund door links en tegen diezelfde regering–Cameron die vandaag ook de boter de gevreten heeft, lijken niet meer geweest te zijn dan een voorsmaakje van wat nog komen moest. En geen IMF-top zonder gewelddadige betogingen met linkse anarchisten die wedijveren in groteske slogans, onder het goedkeurende oog van vakbonden en «kwaliteitsmedia» die er alleen maar in slagen verontwaardigd te geraken als de politie na enkele voltreffers dan toch de wapenstok bovenhaalt. Kijk ook naar wat amper twee maanden geleden nog in Wetteren op een universitair aardappelveld gebeurde, en de ruime steun die Barbara van Dyck mocht ondervinden voor haar heldendaden voor de camera. Wie vroeg daar ook al weer wie de «mentale infrastructuur» leverde?

Labels: , , , ,

Read more...

10 augustus 2011

Moet CGKR ontbonden worden?

In Knack van 10 augustus vindt U in de rubriek pro/contra een soort interview met me, eigenlijk een niet geautoriseerde samenvatting van een telefoongesprek met mij door de journalist. ik zou het wat anders geschreven hebben, met enkele nuances, maar algemeen gesproken is het niet onbehoorlijk samengevat. Ik geef correctheidshalve tegelijk eerst ook het standpunt van Jozef de Witte weer dat tegelijk werd gepubliceerd (origineel: http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/weekblad/articles/printarticle-2762844.htm)

Moet CGKR ontbonden worden?


NEEN - Jozef De Witte


Men verwijt u dat u twee maten en twee gewichten hanteert.

Ik nodig iedereen uit om dat te bewijzen. Men komt dan aanzetten met het proces tegen het Vlaams Blok uit 2004 dat wij hadden aangespannen, maar daar heeft het hof geoordeeld dat alle uitlatingen apart niet strafbaar waren. Wel de herhaling: het geheel van campagnes, toespraken, interviews enzovoort. Voor aanzetten tot racisme moet men altijd kunnen bewijzen dat dit met bijzonder opzet is gebeurd. Pas dan is het strafbaar. En dit was een eenmalig stuk in een lokale krant, waarvan de auteur meteen zijn excuses heeft aangeboden. Onze analyse was dat een klacht juridisch geen kans zou maken, omdat hier het bijzondere opzet niet te bewijzen is. Moet ik er dan toch één indienen uit schrik voor Jan Jambon (N-VA) of Luckas Vander Taelen (Groen!)? Trouwens, elke Jood kan zelf nog een klacht indienen. Ik zal de eerste zijn om hen te feliciteren bij winst.

Waar komt die perceptie dan vandaan?

Omdat het enkele mensen goed uitkomt om dat te roepen. Wat kan ik meer doen dan rationeel aantonen dat het niet klopt? Er is niets waar wij meer aandacht aan besteden dan aan antisemitisme. We zitten er maandelijks over samen met de Joodse gemeenschap en met de overheid. Sommigen willen aantonen dat het antisemitisme oprukt. Maar waarop is dat gebaseerd? Bij ons stijgen de meldingen daarover niet.

Politici van links en rechts beloven parlementaire initiatieven. Bent u bang?

Als er wetswijzigingen komen, zullen wij daarmee werken. Ik ben benieuwd. En verder zijn alle politici welkom met vragen over onze werking. Een verstrenging van de antiracismewet zou ik wel een slechte zaak vinden, daarvoor is de vrijheid mij te lief. Als men elke belediging wil bestraffen, dan weet ik niet waar we eindigen. Leve het hevige maatschappelijke debat!

JA - Matthias Storme

Directeur Jozef De Witte verdedigt zijn CGKR met vuur, en wil geen verstrenging van de antiracismewet. 'Een klacht tegen die antisemitische tekst maakt juridisch geen kans. Moet ik er dan toch één indienen uit schrik voor de politiek?'

Wat vond u van de argumenten van het CGKR?

Die column is totaal onfatsoenlijk, maar in een vrije democratie is het niet aan de overheid om daar bestraffend tegen op te treden. Ik vind het daarom een juridisch correcte beslissing van het CGKR om geen klacht in te dienen. Het is evident dat dit niet strafbaar is. Alleen stel ik vast dat zij de wetgeving in andere dossiers wel al veel strenger geïnterpreteerd hebben, en dus twee maten en twee gewichten hanteren. Daarom vind ik het tijd dat de politiek zich bezint over de opdracht van het CGKR.

Welke richting moet het volgens u uit met het CGKR?

Ik zie het Centrum het liefst helemaal verdwijnen. Voor strafrecht hebben wij andere bevoegde instellingen, maar er is met het Centrum een uitzondering gecreëerd voor enkele speciale materies. Dat is volkomen fout. In onze rechtsstaat kan elk individu een strafzaak opstarten, en we hebben magistraten genoeg die gespecialiseerd zijn in discriminatie en racisme. Het enige wat nog verdedigbaar zou zijn, is dat het CGKR blijft bestaan als een soort adviesbureau voor slachtoffers van racisme en discriminatie - maar eigenlijk is het ook niet gezond dat dit door een overheidsdienst gebeurt. Hetzelfde geldt voor het onderzoek dat het CGKR verricht. Eigenlijk zou dat onpartijdig moeten zijn.

Er kwam striemende kritiek op het CGKR, zowel van links als van rechts. Wordt dit het einde van het Centrum?

Ik vrees van niet, want we zijn door de Europese Unie verplicht om zoiets te hebben. Alleen interpreteren wij in België die Europese richtlijn wel erg ruim, dus het zou al heel wat zijn als de taken van het CGKR ingeperkt worden. Maar men mag niet vergeten dat een deel van het probleem ook bij de veel te vage racismewetgeving ligt, waardoor alles strafbaar dreigt te zijn. Dat schrikt mensen af om hun mening te uiten. Van die wet moeten we ook af, en ideaal zou zijn dat we de Europese richtlijn kunnen amenderen.
Read more...

8 augustus 2011

De economische waarheid heeft ook haar rechten (Hoegin)

Een jaar lang volgde op elke minuscule stijging van de spread vrijwel onmiddellijk een litanie aan verwijten en vermaningen aan het adres van de N-VA. Haar onbuigzaamheid bracht de welstand van de Belgische bevolking ernstig in gevaar, zo heette het onveranderlijk. Nu de spread voor het eerst de psychologische drempel van de twee procent heeft doorbroken, laat formateur Elio di Rupo echter doodleuk weten dat hij er nog een weekje vakantie extra bijdoet.

Zolang de N-VA aan de federale regeringsonderhandelingen deelnam, was het bijna een constante: elke minuscule stijging van de spread – het hoefde maar over een honderdste van een procent te gaan – werd uitgelegd als het gevolg van één of andere uitspraak uit N-VA-hoek, ook al was die uitspraak ondertussen al een paar dagen oud. Alsof speculanten eerst een paar dagen zouden moeten nadenken over een uitspraak of een interview van Bart de Wever, vóór ze hun verkooporders doorgeven. En alsof ze zich überhaupt eigenlijk veel zouden aantrekken van de tactische of soms iets minder tactische uitspraken van één van de vele onderhandelende partijen, zeker als die al bij al niet eens zoveel afwijken van de reeds lang gekende standpunten van de partij.

En net zoals «iedereen» het eens was over de schuldigen voor de stijgingen van de spread, was men het ook eens over wat zeker niet de oorzaak kon zijn van de oplopende spread: de toestand van staatsfinanciën. Die is immers beter dan opperbest. Want ook al is de Belgische staatsschuld fenomenaal hoog, is er een begrotingstekort op alle niveaus (behalve op dat ene niveau waar de minister van begroting een lidkaart van… de N-VA heeft), en wordt elke poging tot structurele hervorming grondig afgeblokt door Franstalig links, is het toch algemeen gekend dat speculanten met zulke pietluttigheden geen rekening houden. En als het dan toch een rol zou spelen, enkel en alleen maar om te onderstrepen dat een staatshervorming op dit ogenblik bijzonder ongepast zou zijn.

Bovendien was daar nog Yves Leterme, die zich volkomen gespeend van enig eigenbelang, ambitie, eerzucht of rancune elke dag weer volledig opofferde om de situatie van uur tot uur op te volgen. Met de technici. En de collega's. En die bij elke daling van de spread, zonder de minste bijbedoelingen maar wel binnen de minuut, graag de bevolking kond deed van zijn bovenmenselijke inspanningen. Niet elke tweet hoeft immers een mistikte poging te zijn om een nieuwe katje in het donker te kunnen knijpen.

Het is dan ook verbazingwekkend hoe onmetelijk stil het is gebleven nu de spread voor het eerst de psychologische drempel van de twee procent doorbroken heeft. Is het omdat de uitspraken van Philippe Muyters ondertussen al zover achter ons liggen, dat het gevaar reëel is dat zelfs de laatste lezer die nog bereid was zijn krant af en toe een beetje te geloven nu definitief zou afhaken? En dat we vandaag al meer dan een maand schrijven sedert de N-VA «Neen» zei tegen de nota–Di Rupo, tot grote tevredenheid van onder meer de super heureuse Joëlle Milquet? Het enige wat nu nog rest, is de verdediging dat de speculanten het allemaal verkeerd voor hebben. Ondanks de staatsschuld buiten proporties, het tekort op de begroting en de structurele wantoestanden blaakt het Belgische staatshuishouden immers van gezondheid. Je vraagt je af waarom een spread van twee procent dan überhaupt een probleem vormt.

Zou ik echter een andere verklaring voor de stijging van de spread naar voren mogen schuiven? Net zoals water in de winter bevriest omdat de temperatuur onder nul zakt, en niet omdat die dekselse thermometers het weer eens verkeerd voor hebben en een negatieve temperatuur aanwijzen, zo zijn het ook niet de N-VA, de speculanten of de ratingbureaus die de kern van de Belgische economische problemen uitmaken. Als de N-VA het laatste jaar al een rol gespeeld heeft in de Belgische spreadsoap, dan zal het zelfs eerder een temperende rol geweest zijn. Want inderdaad, tot op 7 juli bestond nog het onweerlegbare vermoeden dat de N-VA uiteindelijk deel zou uitmaken van de volgende federale regering, en was er dus enige hoop dat er eindelijk eens werk zou gemaakt kunnen worden van enkele broodnodige structurele hervormingen om België economisch weer op het rechte pad te brengen. Van die hoop blijft vandaag niets meer over, ook al valt natuurlijk niet uit te sluiten dat er hier of daar nog een straks failliete speculant rondloopt die denkt dat de Open Vld of de CD&V wel de boel recht zullen kunnen trekken.

Overschouwen we immers eens nuchter de situatie. De dag na de publieke uitbrander van koning Albert II de Boze aan het adres van de Vlamingen, pakte Elio di Rupo zijn koffers richting Italië voor maar liefst drie weken. De dag dat de spread tot boven de twee procent stijgt, laat diezelfde Elio di Rupo doodleuk weten dat hij er nog een weekje vakantie bijneemt. Is het omdat hij nog niet bruin genoeg is, of omdat hij Wouter Beke een weekje extra wil laten oefenen op het buigen van de knieën? Hij heeft groot gelijk dat hij het risico niet wil lopen dat Bekes soepelheid zou verdwijnen tijdens een onnodig ritje met de TGV! Bovendien laat nog-lang-niet-ontslagnemend eerste minister Yves Leterme prompt weten dat hij de situatie van uur tot uur blijft volgen, maar geen kat gelooft dat als de situatie uit de hand zou lopen, hij veel meer zal kunnen doen dan voor de camera's vaststellen dat het allemaal de schuld van iemand anders zal zijn. Zoals hij dat gewoonlijk doet.

Ik zou er zelfs nog aan willen toevoegen dat dat één-tweetje tussen Elio di Rupo en Yves Leterme toch wel bijzonder vlotjes verliep. Niet dat ik hen van expliciet overleg zou willen beschuldigen: Yves Leterme speelt immers ondertussen al zo lang schandknaapje voor de ware machthebber van België dat hij zo ook wel weet wat van hem verwacht wordt. Bijvoorbeeld ook dat je een financiële crisis niet zomaar verloren mag laten gaan als je ze kan gebruiken om de CD&V nog eens extra onder druk te zetten om die staatshervorming toch maar in de koelkast te stoppen.

Want inderdaad, als de spread tegen het einde van deze maand tegen de drie procent zou aanlopen, zou dat absoluut geen nadeel zijn, noch voor Yves Leterme, noch voor Elio di Rupo. Tegen de tijd dat Wouter Beke nog eens aan de onderhandelingstafel zal mogen verschijnen – en wie zegt dat 22 augustus dit jaar niet ergens in september zou kunnen vallen? – zou het best wel eens kunnen dat de grote verdwijntruc die hij toepaste op de federale kieskring en de samenvallende verkiezingen ook op de rest van de staatshervorming toegepast werd, inclusief de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, maar wel exclusief het nieuwe Vlaamse geld voor Brussel. Encommissioneren? Dacht dat vossenjong nu echt dat hij die twee oude sluwe vossen nog een nieuwe streek kon leren?

Labels: , , , , , ,

Read more...

7 augustus 2011

"Lawaai is lawaai"

Gepensioneerd sportjournalist en koninklijk cardioloog komen op voor uw gezondheid

Knorrige, van een royaal pensioen genietende oudjes die zich druk maken om spelende kinderen en processen inspannen tegen speelpleinen. Dezelfde oudjes die zich waarschijnlijk afrukken bij kinderporno op het internet. Tenzij ze zich vergapen aan Pieter Brueghels “Kinderspelen” in het Kunsthistorisches Museum te Wenen. Wat is dat toch allemaal met Vlaanderen en zijn jeugd? Waarom wordt kindergeluid nu opeens gelijk gesteld met vliegtuiglawaai en het geluid van zaagmachines?

Eerst, naar goed gebruik, een korte antropologische ronde.
In mijn essay “Kreeft op zijn Japanees”, geschreven de avond na een bezoek aan een Japans restaurant waar levende kreeft werd geroosterd, ga ik uitvoerig in op de relatie tussen hoogcultuur, mannelijk sadisme en de kindermoord. De centrale stelling is:

1) Dat de mannelijke jager in de oertijd al doodde voor zijn plezier, gewoon als rituele machtsuitoefening
2) Dat de list die met deze moordlust gepaard moest gaan, intelligentie heeft voortgebracht: vernunft en sadisme zitten in dezelfde hersenregio (zie Dutroux, het criminele meesterbrein… )
3) Dat dit moorddadig vernunft zich, om aan vervolging door de groep te ontsnappen, tot “cultuur” heeft veredeld, waarin o.a. het culinaire dierenoffer wordt gecelebreerd, maar waar ook het kinderoffer discreet is blijven doorwerken, als een poging om de (vrouwelijke) biologie ondergeschikt te maken aan het mannelijk scheppingsproces. Gustav Mahlers Kindertotenlieder vormen er een makabere apotheose van. (Hier kwamen kwade reacties op van de kunstensector…)
4) Dat kinderen, vrouwen en dieren in deze gemaskerde macho-cultuur het voorwerp blijven van vervolging, ongeacht alle mogelijke socio-politieke correcties.

Dit laatste punt sluit aan op de huidige hetze tegen “onverdraaglijke” kindergeluiden en de lopende processen tegen kinderdagverblijven en speelpleinen. Twee opiniemakers, niet toevallig behorend tot de Vlaamse culturele elite, hebben het voortouw genomen inzake kinderhaat. Het taalgebruik liegt er niet om: moest men in hun discours het woord “kind” door “homo” of “allochtoon” vervangen, ze hadden zelf al een proces aan hun been vanwege het CGKR.
Eerst was er voormalig sportverslaggever Ivan Sonck, die een heuse buurtactie op touw heeft gezet tegen een kinderopvang die aan zijn tuin in het Vlaams-Brabantse Asse grenst.
Ivan Sonck is een sportfreak, dat is algemeen geweten, en maalt per dag vele kilometers. Eeuwig jong wil hij blijven, en kinderen lopen die illusie in de weg. Zijn eeuwige-jeugd-complex, dat naadloos zal overgaan in een discrete seniliteit zoals de natuur dat nu eenmaal heeft gewild, matcht gewoon niet met het echte “lawaai” van echte jongeren. Ivan Sonck is dus een onvermijdelijke karikatuur van de archaische jager: een kindervreter met een vals gebit maar met een goed pensioen. Jammer genoeg is hij een prototype, geen uitzondering: de generatiekloof groeit met de minuut, waarbij een groep van welvarende 60-plussers zijn biologische nutteloosheid probeert te maskeren door zich een tweede of een derde jeugd aan te meten. Zie ook het infantilisme van de Benidorm bastards.
Sociaal gezien is Ivan Sonck een geprivilegieerde parasiet. Zijn pedofobie kan niet los gezien worden van een opvallende laat-me-gerust-mentaliteit, eigen aan vroegtijdige renteniers: Sonck geniet sinds zijn 60ste van een genereus prepensioen en wil er vooral niet aan herinnerd worden dat de jeugd van vandaag dat zal moeten betalen als hij de 80 haalt. In zijn idyllische oude dag wordt alle geluid, behalve het zijne, als “overlast” beschouwd: verkeer, vrachtwagens, vliegtuigen, en dus ook spelende jeugd. Daarom prefereert hij ook een industriële opvang van de jeugd in opvoedingskampen waarin sportvedettes kunnen worden klaargestoomd (interview in het Het Nieuwsblad van 26/8/05). Het voorstel van bepaalde buurtgroeperingen is inderdaad, houd u vast, om de kinderopvangcentra naar de industrieterreinen te verplaatsen buiten de centra. Indien mogelijk nabij een afvalverwerkingsinstallatie?

Oude Wolven
Dat brengt ons op het tweede pedofobe orakel, Dr. Marc Goethals, cardioloog in het Onze-Lieve-Vrouw-Ziekenhuis te Aalst, het vaste verzorgingsinstituut voor ons vorstenhuis. Koninklijk cardioloog Goethals neemt hier, als “expert”, hetzelfde on-biologische standpunt in van Ivan Sonck die de jeugd naar de fabriekterreinen wil draineren: “Lawaai is lawaai. Of het nu van vliegtuigen, treinen of wagens met een zware stereoinstallatie komt”. Dat is manifest onjuist: in de opera kan het aantal decibels behoorlijk oplopen, om nog maar te zwijgen van een voetbalmatch of een popconcert. Geluid is uitermate subjectief en hangt compleet samen met de culturele associaties errond. Geluid kan aangenaam zijn of onverdraaglijk, naargelang onze perceptie van de bron. Maar Goethals medicaliseert verder en definieert het kinderlawaai als een aanslag op onze integriteit: “Lawaaischade manifesteert zich vooral door een hoge bloeddruk en aandoeningen van het hart en de bloedvaten (hartinfarct, hartfalen, hersentrombose), maar ook in een scala andere aandoeningen zoals ademhalingsziekten, psychiatrische aandoeningen, reumatische aandoeningen.”
Dat is een interessant perspectief: kinderen zijn eigenlijk gevaarlijk voor onze gezondheid, en moeten dus gemarginaliseerd/beknot worden. Dit is een kwestie van wettige zelfverdediging. Op een gesofistikeerde manier komt het kinderoffer terug op de proppen, via dezelfde culturele perversiteit van een ouderlingenregime (gerontocratie) dat zijn macht ontleent aan een compleet irreële meerwaarde. Dat is niet nieuw, integendeel, het is de archaische sjaman die zijn goocheltrucs vertoont,- de oude man die eigenlijk alleen maar op de groep parasiteert, maar die erin slaagt om tovenaarsallures te ontvouwen. Applaus. Kinderen en vrouwen worden dan automatisch in rang verlaagd, omdat zij de levende ontkenning vormen van die enscenering.
Zo verzinkt de klassieke mannelijke creatiedrang, gericht tegen de vrouw en de natuur, in een tamelijk steriel schimmenspel van geronten die schrik hebben van de dood. De eeuwige atleet Sonck en de koninklijke medicijnman Goethals leven in een luchtbel en zijn ervoor beducht dat een kinderhand die bel zou doorprikken. Heel hun discours ademt bekrompenheid en middelmatigheid uit. Ze behoren tot een paternalistische, kleinburgerlijke laatcultuur, waarin bange oude mannen hun doodsangst projecteren in een pedofoob soort Narcisme.
Ik noem ze “oude wolven”: in de natuur worden seniele wolven met asociaal gedrag uitgestoten,- in onze verzorgingsmaatschappij verenigen ze zich en stellen ze de wetten. Door het kind als een uit te roeien kwaal voor te stellen, brengen ze de overleving van de soort in gevaar, maar dat is niet hun zorg want ze leven niet in een biologisch paradigma.
Het probleem van de oude wolven is niet eens dat ze onproductief hun dagen slijten op kosten van de groep, in een hoogconjunctuur van materiële welvaart en goedkope geneeskunde. Het probleem is vooral dat ze hun biologische nutteloosheid ontkennen en ondergeschikt maken aan een culturele noodzakelijkheid, waardoor zoiets als het recht-van-de-oudste ontstaat. Herinneren we ons ook het gepoch van Euro-parlementslid Dirk Sterckx over zijn pensioen en de rechtmatigheid ervan.
De mythe van Kronos is hier helemaal van toepassing: nog liever de eigen kinderen opvreten dan macht af te staan. Doodsangst leidt tot psychotisch gedrag, overgaand in kannibalisme. Zulke oude wolven zou men, strikt biologisch gezien, moeten euthanaseren. In dat perspectief lijkt me het kinderlawaai compleet zinvol: de groep kan er tegen, de gedegenereerde exemplaren gaan eraan kapot. Laat de natuur gewoon haar werk doen.
Merkwaardig is overigens dat ook wolvenroedels er een “crêche” op nahouden, waar de welpen in groep worden groot gebracht. Grijsaards die daar een probleem mee hebben, mogen het aftrappen. Het is hoog tijd om weer een “logique du vivant” te hanteren, in een samenleving die compleet van de natuur is vervreemd.

Johan Sanctorum
Read more...

6 augustus 2011

De islam indammen

(Omdat destijds geen hond het gelezen heeft, en het nu licht werpt op de misdaad in Oslo, herpubliceren we dit stuk, in november 2006 verschenen in 't Pallieterke. Anders Breivik handelde vanuit wanhoop dat de politiek en de intelligentsia ooit het nodige zouden doen om de expansie van de islam tegen te gaan. Hij was niet bij de tijd, want in de politiek, zelfs in het progressieve Noorwegen, wordt nu langzaam maar zeker de bocht genomen naar een restrictiever immigratiebeleid en naar een aanpak zonder onzin van de de integratieproblematiek. Wat het intellectuele weerwerk betreft, zie hier.)






“Het onvermijdelijke mogelijk maken”, dat is het ambacht van de staatsman. Er zijn zo van die situaties waar een bepaalde ontwikkeling voelbaar in de lucht hangt, alleen is nog onduidelijk hoe beslissende hindernissen uit de weg zullen geruimd worden. Tot de man van het ogenblik, de langverwachte, ten tonele verschijnt. Zo zeggen talloze Waalse politici en buitenlandse Brusselcorrespondenten dat België niet lang meer te leven heeft, dat de splitsing elk moment te gebeuren staat. Maar hoe dan? Die stomme Vlamingen krijgen niet eens BHV gesplitst. De Belgische echtscheiding is dan wel onvermijdelijk, maar ze lijkt onmogelijk. Zodus, eerzuchtige jonge politicus, grijp je kans op een plaats in de geschiedenis, en vind die zwakke plek in de Belgische constructie waar één duwtje volstaat om de ineenstorting te bewerken.

Evenzeer onvermijdelijk maar schijnbaar tegengesteld aan de huidige evolutie is de implosie van de islam. Een vijftiental jaar geleden schreef ik artikels met titels als “De dreiging van de islam”. Nu die boodschap gemeengoed geworden is, ben ik er zelf niet meer zo zeker van. Eén goedgerichte ingreep, en de islam zakt ineen.
Voor de duur van dit artikel gaan we uit van de veronderstelling dat de islam zich opmaakt voor de verovering van Europa, dat dan “Eurabië” wordt. Uiteraard bedoelen de moslimleiders die ons waarschuwend toespreken, zoals Aiman al-Zawahiri van al-Qa’ida na het citaat van paus benedict XVI over Mohammed, inderdaad van bedreigend te zijn. Uiteraard menen zij het wanneer zij voorspellen dat Europa weldra als rijpe vrucht in de schoot van de islam valt. Maar is dat niet een muis die brult?

Demografisch gezien komt de islam vervaarlijk opzetten. Daarom was al-Zawahiri ook zo triomfantelijk: hij houdt geweld als optie open maar vertrouwt erop dat Europa vanzelf wel islamitisch wordt, namelijk door numerieke groei van de moslims en door bekering van de autochtonen, waartoe hij trouwens de paus en alle christenen opriep. Hoewel de geboortecijfers in de moslimwereld en bij onze moslimmigranten dalen (maar in landen als Niger en Jemen zijn ze nog altijd ruim boven de vijf per vrouw), zijn zij overal consistent hoger dan die bij hun niet-moslimse buren, en dat is wat telt. Bij voortzetting van de huidige trend is een moslimmeerderheid in vele Europese landen onvermijdelijk.

Aantallen zijn niet onbelangrijk, zie bv. Oost-Bengalen, het huidige Bangladesj, waar de hindoes de elite vormden maar de meerderheid uit moslims bestond. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, dachten de hindoes, die er al lang aan geboortenbeperking doen en hun kinderen de beste opvoeding geven. Maar regelmatig terugkerende pogroms, veelvuldige ontvoering van hindoe-meisjes en de stapsgewijze islamisering van de staat hebben steeds meer hindoes op de vlucht gedreven: in zestig jaar is hun aandeel in de bevolking gedaald van één derde tot één twaalfde. Weldra zal de laatste er vertrekken en het licht uitdoen, want een land met alleen moslims verzinkt in duisternis.

Een wet zonder uitzonderingen is dat overal waar moslims de meerderheid vormen, de niet-moslims daaronder lijden. Hoe zeer, dat kan dan verschillen naargelang tijd en plaats, gaande van wettelijke “positieve discriminatie” zoals in Maleisië, via etnische zuivering door kleine terreur (“één gedood, honderd op de vlucht”) zoals in Kasjmir en nu in Irak, tot en met genocide zoals in Turkije in 1915. Het vooruitzicht van een demografische omslag naar een moslimmeerderheid moet dus zeker bezorgd stemmen.

Toch is de islam een reus op lemen voeten. Het Arabisch Ontwikkelingsrapport van de VN (2002) heeft cijfermatig de achterstand en steriliteit van de Arabische kern van de islamwereld blootgelegd. Onderzoek & ontwikkeling, cultuurspreiding, mediawaaier, geletterdheid bij vrouwen, elke parameter plaatst de Arabische landen onderaan de ladder, zeker in verhouding tot hun geldmiddelen. Dezelfde tendens valt ook op bij andere moslimlanden: Pakistan in vergelijking met India, de Maleise moslims tegenover de niet-moslims, de moslimse immigranten bij ons tegenover de Chinese. Bovendien is de culturele uitstraling van de islamwereld naar buiten toe nul komma nul.

In Europa zijn we getuige van een grootschalige insijpeling van Zuid- en Oost-Aziatische cultuurelementen, die samen met de verwestersing van het Oosten het begin van een éénwordende wereldbeschaving vormt. Daartegenover zien we zelfs niet de geringste overname van islamitisch cultuurgoed. Geen niet-moslima ter wereld die uit eigen beweging de sluierdracht overneemt. De muziek- of filmproductie uit Doha of Bahrein interesseert niemand buiten de Golfregio, en zelfs daar zet het heidense Bollywood de hoofdtoon. Iran heeft een filmindustrie, maar haar interessantere producties zijn juist seculier en dikwijls voorzichtig islamkritisch. De ajatollahs wantrouwen haar terecht als een heidense infiltratie, een geval van “the medium is the message”: film als medium, zelfs die zeldzame film die een islamheld verheerlijkt, is intrinsiek modern en onislamitisch.

Kortom, de “soft power”, de culturele uitstraling, ligt volledig bij de niet-moslims, en werkt bij moslims de de-islamisering in de hand. Spijts al haar crisissen en decadentie blijft onze beschaving veruit superieur aan de grote weerstandshaard daartegen, de islam. Wij zeggen dat de islam het Westen bedreigt, maar de islam heeft eigenlijk meer reden om zich door het Westen bedreigd te voelen.
Als we ons laten doen, dan krijgen we een situatie als in de gouden tijd van de islam: moslim-veroveraars genieten de vruchten van de technologie en de cultuur die opgebouwd zijn door niet-moslims. Concreet voorbeeld: in plaats van zelf aan een islamitische bom te zwoegen, nemen ze Frankrijk en zijn kant-en-klare force de frappe over. Wij hebben immers het vernuft, zij niet. Als we dat vernuft nu eens richten op de strategische vraag hoe we de uitdijende islam te slim af kunnen zijn, dan zullen wij winnen, hij niet.

Als wij er niet in slagen, de inname van Europa door de islam te verijdelen, dan zal de geschiedenis oordelen dat wij onze zegekansen lichtzinnig vergooid hebben; dat wij onze sterke punten onbenut gelaten hebben; dat wij in een strijdperk door vijanden belaagd werden maar toch voortdeden alsof er niets aan de hand was. Tegen deze vijand kunnen we niet verliezen tenzij we weigeren om zijn uitdaging onder ogen te zien en te beantwoorden.

Ik heb wel degelijk “vijand” geschreven, en ik durf ook de veel gesmade uitdrukking “wij en zij” gebruiken. Die vijandige verhouding is ons immers door hen opgelegd. Reeds van in de Koran heeft de islam besloten om de niet-moslims als vijanden te bejegenen. Inzake het bestaan van die vijandschap hebben wij niets te kiezen: ze is er al.

Maar is dat reden om de moed op te geven? Henryk Broder raadt de Europeanen aan om hun werelddeel aan de islam over te laten en zich in Oceanië te hergroeperen. Als Jood is hij erfgenaam van een traditie van landverhuizing telkens het in een gegeven land te heet onder de voeten werd. Voor een kansloze minderheid als de Joden was dat de beste strategie, maar wij zijn hier nog lang niet in de minderheid, wij kunnen het tij keren.

Ik hoor ook veel christenen zuchten dat de islamisering van Europa nu onvermijdelijk geworden is. Tot hen zou ik zeggen: dat overtreedt een belangrijk christelijk gebod. Naast geloof en naastenliefde leert Paulus nog een derde deugd, de hoop. Wanhoop is zonde. Het is beter om heel hard in het duister te turen tot men een lichtpuntje aan het einde van de tunnel ziet.

Wanneer mensen de ernst van het islamprobleem aan de orde stellen, dan hoor je welgedane predikanten zalvend verklaren dat “we ons niet door angst mogen laten leiden”. Dat is zeker niet wat ik hier bedoel. Angst kan een zeer goede raadgever zijn. Het geitje dat geen angst kende, werd door de wolf opgegeten. Het is een volkomen normale reactie dat men angst voelt wanneer men de demografische ontwikkelingen ten voordele van de islam bekijkt en dan vooruitdenkt.

Echter, wanneer men de situatie iets nauwkeuriger onderzoekt, dan kan men de angst weer laten varen. Niet omdat de elite na de haat nu ook de angst (bv. de “islamo-fobie”) bij de verboden gevoelens geklasseerd heeft, maar omdat de feiten genoeg uitzicht laten op een oplossing. Zonder dat wij één serieuze vinger hebben uitgestoken om de islam te verzwakken, tekenen zich een aantal trends af die op termijn de nederlaag van de islam inluiden.

Er is een uittocht bezig van moslims uit de islam. De voorhoede breekt volledig met de islam en engageert zich ook om hem te bestrijden, zie het pionierende boek van Ibn Warraq: “Why I Am Not a Muslim”, en zijn vervolgboek met getuigenissen van afvalligen: “Leaving Islam: Apostates Speak Out”. Er is niets intrinsiek islamitisch aan moslims. Laat papen en papenvreters wedijveren in het bekeringswerk onder moslims, zodat we straks op TV een debat tussen logebroeder Ahmed en kardinaal Moestafa kunnen bekijken.

Nog veel meer moslims nemen het met de islam niet nauw. Het is allicht een meerderheid, toch in België, die wel vasthoudt aan enkele rituelen maar de Westerse samenleving niet voor een islamitische zou willen ruilen. Je ziet in de politiek heel wat dadelbabes en andere geboren moslims van leer trekken tegen allerlei onderdrukkend obscurantisme. Bij toename van het aantal moslims kan de greep van de islam op die randmoslims weer sterker worden, maar het is niet zeker dat dit effect duurzaam is. Zij, en zelfs ook de moslims in Iran of Saoedi-Arabië, ondervinden nu eenmaal in gestadig toenemende mate de invloed van de niet-islamitische wereldcultuur.

Een eeuw geleden, toen Europa van zelfvertrouwen blaakte, dronken de elites in Kaïro en Teheran gulzig aan het Europese model, terwijl zij de islam alleen nog als folklore eerbiedigden en hun identiteit in hun vóór-islamitisch nationaal erfgoed zochten. De politieke machtsverhoudingen zijn sindsdien gewijzigd, de culturele veel minder. Er is een race aan de gang tussen twee tegengestelde tendenzen: de opmars van de islam en de uitholling van de islam onder invloed van het kritische denken en aantrekkelijke culturele voorbeelden van buitenaf. Aan ons om de tweede tendens te versterken.

Helaas, ook na 11 september en de moord op Theo van Gogh volharden onze overheden en toonaangevende intelligentsia in de dwaasheid. Zij zijn nog steeds de eerste verdediginglinie van de militante islam. In Le Soir (21-11-2006, “Sire, il n’y a pas d’islam belge”), stelt Chemsi Chéref-Khan, die zich “humaniste de culture musulmane” noemt, het onverstand van het Belgische islambeleid aan de kaak. België kiest als gesprekspartner een raad die via de moskeeën verkozen wordt, wat noodwendig de religieuze apartheid versterkt “ten nadele van de geseculariseerde islam van de grote meerderheid van de medeburgers die men moslim noemt”. Men negeert de vrijheidslievende stemmen (of bestraft ze zelfs, zoals Ayaan Hirsi Ali) en duwt de geboren moslims terug in hun moslimidentiteit. Tijdens de Deense cartooncrisis hebben zeer veel opiniemakers en politici tegen de vrije meningsuiting gekozen en vóór appeasement van de islam.

De wedloop tussen expansie en verdamping zal nochtans eindigen met de verdwijning van de islam. De vraag is alleen wanneer. In 1920 voorspelde Bertrand Russell de onhoudbaarheid en noodwendige neergang van het Sovjetsysteem, maar wie toen 20 werd, moest tot zijn 90 wachten eer het systeem implodeerde. De dreiging van de islam is beperkt en betrekkelijk, maar toch wel formidabel genoeg om de komende generatie nog veel ellende te bezorgen.

Echter, als wij ophouden met de uitdaging van de islam te negeren, als wij in hem de vijand erkennen die hij zelf verklaart te zijn, dan zijn wij zeker bekwaam om dit probleem in te dammen en het binnen zekere perken te laten uitzieken. De details van een strategie kunnen we in dit korte bestek niet afhandelen, maar we zullen op dit thema nog vaak terugkomen. De actualiteit zal er immers regelmatig aanleiding toe geven.


Labels: , , ,

Read more...

4 augustus 2011

De kogelregen kwam van rechts (Hoegin)

Er moet niet flauw over gedaan worden: niet de kogel, maar de kogelregen kwam deze keer van rechts. Maar dat betekent nog niet dat de islam plots een vredelievende godsdienst is geworden, of dat de multiculturele maatschappij nu plots wel een succes is. En mag toch ook even gezegd worden dat Utøya een vette knipoog bevatte naar één van de moorddadigste ideologieën die de mensheid ooit gekend heeft?

Het is bizar om in de late namiddag van de laatste dag van je zomervakantie plots betrokken te raken in een gebeurtenis van globale dimensies, en dat op meerdere manieren. Ik woon dan wel zo'n twintig kilometer van het centrum van Oslo af, toch heb ik de ontploffing kunnen horen, ook al dacht ik op het ogenblik dat het dondergeroffel was. In de getroffen gebouwen ben ik in de loop der jaren meermaals binnen geweest voor allerlei vergaderingen met klanten, of ik ben er voorbij gereden of gewandeld op weg naar iets anders. Het eiland Utøya ligt ook zo'n twintig kilometer van mijn huis vandaan, maar dan in de andere richting. Voor de helikopters van de politie en de hulpdiensten gaat de route naar Utøya door het dal waar we in wonen, en ik er dus meerdere voorbij zien vliegen gedurende de avond van 22 juli.

Pas om vier uur hoorde ik dat er iets aan de hand was, toen het radionieuws van Klassik Radio iets vermeldde over een aanslag in Oslo. Op NRK was toen de programmatie al een tijdje overgeschakeld op een rechtstreekse nieuwsuitzending, terwijl op Twitter al de eerste berichten te lezen waren. De schietpartij op Utøya zou pas later beginnen, en de eerste berichten erover werden eerst nog afgedaan als een vorm van idiote interessantdoenerij op een ogenblik dat er ernstigere dingen aan de hand waren. Pas de volgende ochtend zou duidelijk worden wat de échte aanslag was, en wat het afleidingsmanœuvre.

Toen ik besefte wat de omvang van de aanslag in het centrum van Oslo was, ben ik zelf beginnen twitteren in het Nederlands. Ik zit per slot van rekening letterlijk korter op de gebeurtenissen dan welk ander Nederlandstalig medium dan ook. Dat sommigen dat op prijs stelden, bleek uit de explosie van het aantal volgers (ze zullen wel weer verdwijnen), waaronder overigens ook een pak journalisten. Later volgende interviews voor onder meer JOE FM. 's Zaterdags mocht ik met de ploeg van VTM mee naar Sundvollen, het hotel waar de overlevenden en de familie van de slachtoffers van Utøya opgevangen werden. Het is als blogger best wel eens interessant om beroepsjournalisten achter de schermen aan het werk te zien, maar wanneer je in het voorbijrijden de witte lakens op Utøya nog ziet liggen, of voorbij een reeks lijkwagens rijdt, is het toch even slikken.

Op dat ogenblik was al lang duidelijk dat de dader van de aanslagen, Anders Behring Breivik, helemaal geen moslimterrorist was zoals aanvankelijk gedacht, maar in extreem-rechtse hoek te situeren was. Maar pas later op de avond zou de voor mij meest onbehaaglijke verbinding met de aanslag opduiken: het beruchte manifest, en dan vooral de citaten uit en de verwijzingen naar The Brussels Journal. Niet dat ik zelf geciteerd wordt, of dat er naar mij verwezen wordt, maar op die manier kwam de dader nog net dat iets dichter bij huis. Het is één ding om toevallig dicht bij de plaats van een aanslag te wonen, maar toch nog iets anders als je op voorhand ook nog een internetforum gedeeld hebt. Helemaal lekker zat dat niet.

Dat wordt natuurlijk anders wanneer de media op een gegeven ogenblik proberen het verhaal om te draaien. Want wat moet je ervan denken als je plots op de radio hoort dat «The Brussels Journal stukken uit het manifest op voorhand zou gepubliceerd hebben», en dat op een ogenblik dat al lang duidelijk was dat Anders Behring Breivik een meester was in het kopiëren en citeren? Een andere verklaring dan een onnodige, misleidende en kwaadaardige poging om The Brussels Journal in een kwaad daglicht te stellen kan ik het niet noemen. Maar het past wel perfect in het discours dat sedert de aanslag is ontstaan, en dat elke vorm van islamkritiek of kritische bedenkingen over de multiculturele samenleving nu finaal de kop wil indrukken.

Anders Behring Breivik leverde door zijn aanslag immers niet het bewijs dat de islam een vredelievende godsdienst is, of ooit geweest is. Vergelijk maar de steun die Osama bin Laden mocht ondervinden in de moslimwereld (gemeten in tientallen procenten van de bevolking) met de steun die Anders Behring Breivik geniet voor zijn daden (te meten in delen van promilles). Hij leverde ook niet het bewijs dat hoofddoeken geen opdringerige en onderdrukkende religieuze symbolen zijn, die het veroverd terrein van de islam dienen aan te geven. En het feit blijft dat wie de bus neemt van de luchthaven naar het stadscentrum van Oslo, onderweg in de eerste plaats geconfronteerd wordt met een monumentale moskee waar je echt niet naast kan kijken. De vraag wie de mentale infrastructuur voor Anders Behring Breivik heeft geleverd heeft, in tegenstelling tot wat Bart Brinckman misschien wel denkt, een dubbel antwoord, en daarbij is het zelfs niet zeker dat het antwoord dat Bart Brinckman zijn lezers opdringt nog het meest ernstige en doorwegende is.

Want inderdaad, misschien moet Vlaams minister van Gelijke Kansen Pascal Smet (sp.a) aan de homo's in Brussel nog eens navragen of zij sedert 22 juli met een geruster hart hand-in-hand over straat kunnen lopen. Misschien kan Luckas vander Taelen (Groen!) nog eens zijn licht laat schijnen over de gastvrijheid die hijzelf en zijn kinderen –in hun eigen land– elke dag aan den lijve mogen ondervinden. En ik heb Angela Merkel of Nicolas Sarkozy in een reactie nog niet horen verklaren dat de multiculturele maatschappij nu plots dan toch wel geslaagd zou zijn, maar misschien is die boodschap mij in de vloedgolf van reacties gewoonweg ontgaan.

Wat me in ieder geval niet ontgaan is, is de platte lijkenpikkerij die zich in Gent afspeelde. De extreem mediageile sp.a-burgemeester Daniël Termont, in de media alomtegenwoordig als hij zich nog eens links-linkser-linkst kan profileren (maar niet als er zigeuners weggejaagd dienen te worden, want dan mag de waarnemende burgemeester het op TV komen uitleggen), vond het nodig om tegen lichtsnelheid een rouwregister te openen. Verleden jaar had hij in de zomer ook een stunt klaar, door deel te nemen aan de solidariteitsactie voor de Cuban Five. De vijf Cubaanse spionnen worden in hun Amerikaanse cel immers niet elke dag vergast op champagne, oesters en kaviaar, en dat is natuurlijk een ware misdaad tegen de menselijkheid. De beestachtige wijze waarop leden van de oppositie op Cuba zelf behandeld worden staat iets minder hoog op de agenda van Daniël Termont, ook al valt het regelmatig voor dat één van hen er het loodje bij moet laten.

Daniël Termont is overigens niet de enige die ziek is in het bedje waar er graag geflirt wordt met de meeste gewelddadige en moorddadige ideologie die de mensheid ooit gekend heeft. Zelfs de meest extreem-rechtse partij kan het zich onder geen beding veroorloven zelfs nog maar onbedoeld een pietluttig aspect van het fascisme of het nationaal-socialisme in een positief daglicht te stellen, maar een politieke partij hoeft anderzijds nog niet eens heel erg links zijn om onder het goedkeurende oog van de media communistische dictaturen met hand-en-spandiensten te ondersteunen. Of vettige knipogen in die richting uit te delen.

En zo ook het tragisch getroffen AUF. Eerst echter een korte taalles. «Vik» betekent in de Scandinavische talen zoveel als inham of kleine baai. De achternaam Breivik (brei·vik) bijvoorbeeld betekent zoveel als «brede inham», en kan verwijzen naar minstens vier plaatsen in Noorwegen. Sandvika (sand·vika) verwijst naar een zanderige inham, en ligt niet zo ver van Utøya vandaan. Bolsjevika daarentegen betekent niets in het Noors, maar toch heet de enige inham op het AUF-eiland Utøya Bolsjevika.

Het signaal dat AUF hiermee naar zijn leden uitzendt –en we spreken hier over zestienjarigen of zelfs jonger– is dat een knipoog naar en wat geflirt met het communisme best in orde is, ja zelfs als ludiek en goed gevonden omschreven mag worden. Of op het eiland ook veel aandacht werd besteed aan de slachtoffers van het communisme, is in het beste geval een open vraag. Wat wel duidelijk is, is dat wie vandaag wil voorwenden bezorgd te zijn voor de democratie en de maatschappij, al meer dan twintig jaar te laat is om dit soort ongein eindelijk eens op te ruimen. Dit praat de daden van Anders Behring Breivik natuurlijk niet goed, maar het is misschien toch een passende nuance in de rode vloedgolf aan steunbetuigingen die dezer dagen over Noorwegen stroomt. Zo maagdelijk onbevlekt was de Noorse sociaal-democratie immers ook weer niet.

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

Rechts, vunzig, en zot

(Naar aanleiding van de rechtse terreurdaad in Oslo is dit artikel van me uit 't Pallieterke, 2006, opnieuw relevant. Ter gelegenheid van de aanhouding van een aantal leden van de neo-nazi groep Bloed, Bodem, Eer en Trouw maakte ik me toen volgende bedenkingen over de verschillen tussen links en rechts terrorisme.)



Het VB mag de politie en haar voogdijminister Patrick Dewael wel dankbaar zijn. Stel je voor dat die neonazistische militairen echt werk hadden kunnen maken van hun plannen voor aanslagen, één halfgeslaagde moordaanslag zou al volstaan. Dat zou geen losgeslagen zelfmoordenaar zijn die ten persoonlijken titel nog wat negerinnen in zijn dood wil meesleuren, maar een expliciet politieke daad van een groep waarvan allicht wel aan enkele leden wel één of andere band met het VB kan toegeschreven worden. De kiezers hebben het VB al veel vergeven, maar daar zou toch een grens overschreden zijn. En het repressie-apparaat zou in actie komen.

Degenen die eraan herinneren dat de islam niet de enige ideologische voedingsbodem voor terreur is, hebben natuurlijk gelijk. Het kan niet genoeg herhaald worden: de lijn tussen goed en kwaad loopt doorheen elke mens, en het kwaad in de islam is maar één actualisering van een universeel kwaad, dat ruim vóór de islam reeds bestond en allicht ook het nakende einde van de islam zal overleven. Geen tijd dus voor zelfgenoegzaamheid: wanneer je je moreel superieur begint te voelen omdat je in het vijandige kamp verwerpelijke tendenzen ontwaart, kijk dan maar eens rond in eigen kring, misschien ontwikkelt zich daar wel iets gelijkaardigs.

Toch heeft elk kamp zo zijn eigen kenmerken. Laat ons eens het extremisme van links met dat van rechts vergelijken. Het eerste wat opvalt is het enorme verschil in doelgerichtheid. In de jaren ’70 ontvoerde en vermoordde de Rote Armee Fraktion (RAF) grootkapitalisten, de Cellules Communistes Combattantes (CCC) vernielden in 1984-85 eigendommen van banken en multinationals, kortom: links richt zijn kogels op zijn vijanden. De vermeende blanke racist Timothy McVeigh daarentegen blies in 1995 een gebouw op in één van de blankste steden van de VS en doodde in het wilde weg meer dan honderd leden van het ras dat hij meende te verdedigen. Idem voor de aan neofascisten toegeschreven bomaanslag op het station van Bologna in 1980. Rechts geweld heeft iets benevelds en suïcidaals, links geweld is in zekere zin nuchter en rationeel.

Nog zo’n verschil betreft de doeltreffendheid. Groenlinks militant Volkert van der Graaf besloot in mei 2002 om Pim Fortuyn te vermoorden, dus hij schoot hem op een rustig plekje van dichtbij dood, en het had weinig gescheeld of hij was nog ongemoeid weggeraakt ook. Twee maanden later fantaseerde de Franse nationalistische militant Maxime Brunerie erover om president Jacques Chirac te vermoorden, dus nam hij een oud geweer, ging op veel te grote afstand tussen een massa mensen staan, schoot er compleet naast en werd meteen overmeesterd. Links schiet met scherp, rechts met stomp.

We kunnen ook de achterliggende denkwereld vergelijken. Tegenwoordig maakt het internet het gemakkelijk om over de schouder van de betrokkenen mee te lezen in hun onderlinge gedachtenwisselingen. Neem nu de parameter “haat”. Links is vervuld van haat tegen zijn politieke opponenten en tegen rivaliserende linkse scholen. Een psychologisch voordeel is dat dit een maatschappelijk aanvaard soort haat is, één waartegen geen wetten afgekondigd worden. Dat helpt verklaren waarom die haat meestal erg rationeel tot uiting komt: in scheldpartijen met ideologisch karakter (“lepe trotskist!”).

De haat in het rechtse kamp neemt gedrochtelijker vormen aan. Voor een deel komt dit door het gevoel van vervolging, wat leidt tot allerlei vermommingen in de meningsuiting (“ik ben geen racist, maar…”), die dan na een borreltje of drie gecompenseerd worden in extra cruë scheldtirades. Een ander verklarend verschil is dat echte haat normaal een reactie is van slachtoffers op reëel leed. Links teert verder op de begrijpelijke haat van de 19de-eeuwse verworpenen der aarde tegen hun uitbuiters, maar vandaag is dit een luxehaat geworden: de linkse woordvoerders behoren zelden tot de klasse die echt afziet. Degenen die ondanks het vooruitzicht van ostracisme het extreemrechtse kamp vervoegen, hebben veelal echt iets “meegemaakt”: afgetuigd door vreemdelingen bijvoorbeeld. Wraakzucht is een veel sterkere factor van haat dan de waan van morele superioriteit waarin links baadt. In die zin is het vandaag niet onjuist om haat eerder met rechts te associëren.

Maar er is nog meer aan de hand. Op rechts-nationalistische forums vind je veel vileine aanvallen van persoonlijke aard, zie bv. de drukbezochte webstek www.thebirdman.org van John Bryant. De man is wetenschapper, rond de zestig en lid van Mensa, dus je zou denken dat hij weet wat hij doet. Welnu, hij “onthult”, tussen alle verhalen over het “bedrog” van 11 september door, dat mede-revisionist David Irving (twee maal getrouwd, vader van vijf) homo is, en erger nog, dat zijn moeder joods was. Verder is de Vogelaar gastheer voor andere rechtse rakkers die mekaar beschuldigen van seksueel en financieel wangedrag, of dat ze infiltranten van de politie of de joodse lobby zijn. Een afvallige uit een neonazi-clubje getuigt er: “Ik was daar de enige met een normaal gezinsleven. De ene helft was homo, de andere bleef maar vragen hoe mijn vrouw in bed is.” Zoiets heb ik nog nooit gehoord van een ex-lid van pakweg Amada (nu de Belgische Partij van de Arbeid) waar een partijmilitant statutair “van onberispelijk moreel gedrag” moest zijn.

Minder pikant maar toch wel tekenend is een mail die ik recent van een ex-NSV-er ontving: “Wat nu NSV en mezelf betreft: een jaar geleden heb ik volledig gekapt met ‘de beweging’. Ik ben inhoudelijk opgeschoven naar het centrum en ben gaan inzien dat de wereld wat groter is dan de Vlaemsche zaak alleen. Bovendien heb ik geleerd dat de zogenaamde beweging afgeladen vol zit met sektarische gekken en andere smeerlappen -- de uitzonderingen niet te na gesproken -- die maar al te graag ‘afvalligen’ nog wat dieper in de str… duwen.”

Ik zou hieruit vooral onthouden dat het rechts-nationalistische milieu vol zit met “gekken”. Dat verklaart namelijk het zopas opgerolde complot. Links heeft ook zijn gekken gehad, de anarchisten die een eeuw geleden heel wat gerichte moorden pleegden, echter zonder het Systeem ten val te brengen. Een tsaar vermoorden is gemakkelijk, het tsarendom opblazen nog wat anders. Datzelfde zien we nu bij rechtse samenzweerders: ze zouden eens een paar moorden gaan plegen om België te “destabiliseren”,-- en dan? Welk doel wordt daarmee verwezenlijkt behalve treurnis bij de nabestaanden en gegarandeerde repressie tegen je eigen kringen? Staat de massa klaar om op het signaal van de terreuraanslagen een revolutie te ontketenen? Ik zie daar bij de “volgevreten Vlamingen” (dixit Karel Dillen) geen teken van.

In de jaren ’70, toen ik een leergierige tiener en meeloper van extreemlinks was, woedde er daar een levendig debat over het terrorisme van de RAF. Ik had wat gewetensproblemen met die linkse doctrine van het “rechtvaardig geweld”, en het stelde me tevreden dat de linkse tenoren althans het terrorisme duidelijk afwezen. Dat bleek eigenlijk in de marxistisch-leninistische traditie te passen: tijdens de revolutie en na de machtsovername werd er niet op een miljoen doden meer of minder gekeken, maar in de jaren van voorbereiding duldde men geen contraproductieve terreuracties, een geval van “links deviationisme”, die “kinderziekte van het communisme”. De Chinese communisten hadden meermalen de gelegenheid om Tsjiang Kaisjek om te brengen, maar ze lieten hem ongemoeid, wat hen niet belette om hem China afhandig te maken. De Russische dissident Aleksandr Solzjenitsyn was in Rusland en zelfs in ballingschap in de VS zeker binnen bereik van KGB-moordenaars, maar hij werd nooit op die manier verontrust.

In het annus mirabilis 1989 had ik de eer om Sita Ram Goël te leren kennen, de Indiase Solzjenitsyn; hij had in de jaren ’50 en ’60 regelmatig waarschuwingen over een aanslag wegens zijn anti-communistische geschriften afgewimpeld: “Ik heb mijn Lenin gelezen, dat is gewoon hun methode niet.” Hij is in 2003 op 82-jarige leeftijd vredig in zijn bed gestorven. Maar de doortastende Indiase communisten hebben zonder geweld wel een onaantastbare machtspositie verworven in de culturele en menswetenschappelijke sector en in het bestuur van enkele deelstaten.

In de jaren ’70 maakte de analyse van Herbert Marcuse veel indruk: terreur kan gerechtvaardigd zijn in een prerevolutionair klimaat om een reeds wankelend Bestel een duwtje te geven; maar in de huidige situatie zou ze het Bestel alleen versterken. En als onze neonazi’s niet naar die joodse prof willen luisteren, probeer het dan eens met Horst Mahler, vandaag neonazi, toen RAF-militant en in de cel. De “tweede generatie” van de RAF trachtte hem in ruil voor gijzelaars vrij te krijgen. Hij weigerde de vrijlating en mocht in een TV-rede uiteenzetten waarom. Hij was inmiddels tot de maoïstische Kommunistische Partei Deutschlands toegetreden, die terreuracties afwees en geweld slechts juist achtte op het geschikte tijdstip en dan als massabeweging planmatig gegidst door de voorhoedepartij. Hij besloot zijn charismatische rede met een oproep tot discipline: “Vorwärts! mit der KPD.” Adembenemend vond ik dat.

De KPD-revolutie is er nooit gekomen, maar niet-terroristisch links heeft via de lange mars door de instellingen toch een enorme macht veroverd. De RAF daarentegen is roemloos ten onder gegaan, en ook onze CCC hebben niet veel bereikt. Maar toch dit ene: ze hebben bewezen dat een gedisciplineerde groep een jaar lang aanslagen kan plegen zonder opgerold te worden. Daarin zijn de lallende rechtse complottisten alvast niet geslaagd.


Labels: , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>